1. Proloog
Met voorzichtige stappen zette ze haar hakken in de steentjes. Het kraakte bekend en ze kon niet anders dan weemoedig glimlachen. Ze was hier te lang niet geweest, ze had het gemist. De avond, vier jaar geleden, ging rond in haar gedachten. Ze herinnerde zich alles, tot in de details van de opmaak van de eettafel, wie waar zat en zelfs nog hoe de antieke vaas neerkwam op de vloer en uiteenspatte in duizend stukken. Die avond had veel betekend voor haar leven en dat van haar familie. Ze zuchtte, terwijl ze de voordeur naderde. Het was tijd, tijd voor de waarheid.
Ze drukte het goudkleurige knopje in, dat eruit zag alsof het elke dag werd gepoetst. Hector, dacht ze, en ze realiseerde zich er weinig was veranderd. Nogmaals drukte ze het in, iets langer dan de vorige keer en opnieuw klonk de diepe, chique klank. Hector verscheen in de hal. Het was voor hem te donker direct te zien wie er voor de deur stond, maar de vrouw kon duidelijk zien wanneer hij haar herkende. Een afkeurende blik, kort geschud met zijn hoofd, maar de deur ging toch open. Het hart van de vrouw maakte een sprongetje bij het horen van de mooie zware stem van Hector. “Wat komt U doen op dit tijdstip? Meneer Sims verwacht geen bezoek, en zeker niet van U. Het spijt me, ik moet u verzoeken te gaan, mevrouw Sims” “Hector Indelicato,” zoetklinkend, manipulatief, de vrouw wist hoe ze de butler van haar vader moest bewerken, “Denk je echt dat ík zomaar weer vertrek? Ik heb een lange vlucht achter de rug, mijn spullen liggen nog in de taxi. Ik accepteer geen nee”.
“Wat wordt het vanavond meneer? Spaghetti di Micedi? Gegratineerde Kreeft? U zegt het maar,” Paulo Micedi was goedgemutst deze namiddag en hij had zin om te koken. “Ambrosia, als je het niet erg vindt. Ik voel me nogal zwak de laatste tijd en morgen komt Doortje weer thuis. Ik wil het graag nog meemaken.” Paulo glimlachte en opende de koelkast, “Maar natuurlijk meneer.” Zijn goede humeur was verdwenen. Ambrosia, alsof hij tijd had al die ingrediënten te halen. Misschien lagen ze nog in de kelder. “Ah lieverd, hoe is het daar?” Paulo hoorde de stem van zijn baas en keek opzij. Geweldig, een telefoongesprek. Als er iets was wat Paulo meer haatte dan laat in de middag nog de ingrediënten van een ingewikkeld recept bij elkaar sprokkelen, dan was het wel het aanhoren van zo’n telefoongesprek. “Fijn, ik ben blij jou en mama morgen weer te zien. Hoe laat landen jullie ongeveer?”(…)”Prima, moet ik Hector sturen?”(…)”Dat is ook prima, tot morgen lieverd, slaap lekker daar.” Het viel mee vandaag. Paulo zette de benodigdheden uit de koelkast op het aanrecht. Zakelijke gesprekken waren 10 keer erger.
“Ah, meneer. Uw..” Hector draaide zich om toen hij zijn baas de hal in hoorde lopen. “Ik zie wie het is, dank je Hector. Alexis, wat doe jij hier?” William Sims was in geen enkel opzicht vriendelijk tegen zijn dochter. “Papa, ik ben ook blij je weer te zien. Hoe gaat het met je?” “Als je daarvoor komt kun je weer vertrekken. Ik heb je de afgelopen vier jaar niet gezien en niet gemist, wat mij betreft plakken we er nog eens vier jaar aan. Fijne dag nog, Alexis.” William draaide zich van Hector en Alexis weg en liep naar de deuren van zijn bibliotheek. “Ik vertrek niet, voordat ik een eerlijke kans heb gekregen.” William bleef staan, dacht even na en knikte doen. “Een half uur, niet meer. Daarna vertrek je voorgoed.” “Dat zien we dan wel,” nog voor Hector of William een weerwoord kon geven stapte ze op de kamer af.
Alexis plofte meteen neer op de leren bank. "Hè hè, eindelijk een fatsoenlijke zitplaats. Zo’n taxi zit ook voor geen meter, net als het vliegtuig trouwens. Geef mij maar de limousine” "Is dat waarom je hier bent? Als het me een limousine kost om je weer naar Setra te krijgen, ga je gang." William stapte met langzame stappen naar de boekenkast, "Maar dan, je kunt er gemakkelijk zelf een kopen. Of wil je beweren dat de spaarrekening al leeg is in vier jaar?” Alexis legde ongemakkelijk haar benen over elkaar. "Nee,” ze pauzeerde even, “Van de twee miljoen is nog niet veel op.” Er viel een stilte, waarin Alexis zenuwachtig over haar jurk streek en William rustig de titels bekeek in de boekenkast. Hij merkte de zenuwen van zijn vroeger meestal zo geraffineerde dochter. “Alexis,” zei hij langzaam, “Wat doe je hier in Zomeren?”
Nu was het moment. Alexis herstelde zich en verdrong haar zenuwen. Ze was een krachtige, zelfstandige vrouw. Een mantra die ze in haar hoofd bleef herhalen. “Ik kom terug, naar Zomeren. Setra was niets, een illusie. Ik had carrière gemaakt, maar die heb ik al opgezegd. Ik neem mijn intrek weer waar ik thuis hoor.” Ze stond op. “En dat is hier, papa. Met jou en mama.” Williams hand bleef hangen bij een titel. Niet om hem aandachtiger te bestuderen, maar meer uit shock. Hij was even stil, maar pakte snel de draad op voor Alexis het gesprek zou overnemen. “Pardon? Weet jij wat je vier jaar geleden hebt gedaan jongedame? Hoe moet ik het tegenover Maartje verantwoorden? Nou?!” Alexis antwoordde niet. Het schuldgevoel groeide. “Ik zorg dat dat goed komt, papa. Ik weet dat jij en mama niet liever hebben dan een hechte familie. Die kan er weer komen, dat beloof ik.” Er klonk wat smekends in haar stem, maar dat was onderdeel van de manipulatie. William was weer stil en hij liep naar zijn dochter. “Je krijgt één kans. Als er ook maar één protest komt, sta je op straat, begrepen?”
De geluiden van vogels in de avond, het ontwaken van een aantal krekels. William hield van zijn tuin en voornamelijk van de gazebo bij het water. "Oh, jij bent het," een beetje geschrokken keek hij om en zag hij Hector uit de achterkamer komen met een dienblad en daarop thee en een plakje Ambrosia. "Voelt U zich niet goed?" vroeg Hector, terwijl hij het dienblad op de salontafel zette en thee inschonk. "Nee. Alexis' komst maakt het niet beter.” Hector knikte met een begrijpende blik. “Uw dochter is nu op haar kamer, ze wilde rusten. Wat wilt U morgen ondernemen, meneer?” William nam tijd voor zijn thee en Ambrosia. "Doortje komt weer thuis. Ik wil dat het huis spik en span is, dus José moet wat harder haar best doen. Morgenavond wil ik een diner denk ik, maar ik twijfel voor wie. Ik ga pas na het weekend weer naar de zaak. Even rustig de privézaken bekijken.”
Haar koffers stonden bij de kast. Ze had zich voorgenomen de tijd te nemen ze uit te pakken. Ze was hier wel even, ze ging niet snel weg. Haar hakken zette ze naast de kast. Het voelde heerlijk even geen schoenen aan te hebben. Eindelijk kon ze zo lekker een fris en goed bed induiken. Voor het zover was, moest ze het telefoontje beantwoorden. Haar telefoon rinkelde. Ze liep naar de kaptafel en drukte het groene tekentje in. “Alexis Sims,” zei ze op een vriendelijke, maar gemaakte toon. “Lieverd, met mij. Alles goed?” Alexis ging breed glimlachend zitten op haar bed. Het was zo heerlijk die stem weer te horen. Het gesprek duurde lang en eindigde na twaalven. Ze legde haar telefoon naast haar op bed. Geen tijd meer voor de koffers nu. Eerst slapen, morgen weer een dag. Morgen, ze glimlachte, morgen kwamen ze al. Het was een briljant plan, en het kwam goed. “Het komt goed lieverd,” echode de woorden van de man na.