Hoofdstuk 4 - Picknick. D1

Terwijl ik aan het tekenen ben, denk ik de hele tijd aan Makkertje. Ik hou van hem, dat is duidelijk, en ik wil dit met hem delen. Want hij houdt ook van mij, dat weet ik wel, maar iets houd ons soms tegen. Ik weet niet precies wat, maar misschien komt het wel omdat we niet echt 'officieel' verbonden zijn met elkaar. Daar kan ik natuurlijk wat aan veranderen, maar zou ik dat durven?

Gisteren zat ik naar hem te staren toen hij met Saartje aan het spelen was. Het is een onwijs lief en braaf hondje, maar op de een of andere manier heb ik gewoon niets met dieren verzorgen. Toen ik klein was wou ik een konijn. Dat kwam er niet van omdat mijn ouders zeiden dat ik het hok toch nooit schoon zou maken. Ik mocht een weekje voor het konijn van een vriendin zorgen, en het hok schoon maken, dat had ik niet gedaan.

Makkertje is lief, en zorgzaam. Hij helpt met de was, niet dat dat automatisch mijn taak is, maar ze zeggen dat vrouwen meestal wat... Tja, hoe noem je dat. Nou goed, dat vrouwen vaker schoonmaken. Het is niet dat Makkertje zich uitslooft, eigenlijk vindt ik het wel prettig. Ik wil het liefste een schoonmaakster, maar dat wil Lana ook niet.

Ik ga een verassings maaltijd voor Makkertje klaarmaken, als hij vanmiddag uit zijn werk komt gaan we gezellig picknicken. Ik heb een beetje koken geleerd, ik heb veel met het kinderkeukentje vroeger gespeeld. Ik kon er echte cake's, cakejes, taarten en nog veel meer mee bakken. Later heeft mijn moeder me nog wat simpele gerechtjes geleerd. Handig, als je moeder kok is.

Ik kijk op de klok. 16.12. De basisschool is al lang uit, dat betekend dat Makkertje elk moment thuis kan komen. Snel stop ik de voorgebakken maaltijd in de magnetron, zodat die lekker warm is. Drie minuten op 360 graden moet voldoende zijn, toch... Piep zegt de magnetron, en meteen daarna hoor ik de garage opengaan.

Meteen ren ik naar de voordeur. 'Makkertje!' Ik pak zijn handen beet en kijk hem liefdevol aan. 'Ik heb je gemist.' 'Ik was maar een paar uren weg hoor.' Antwoord hij, eigenlijk was hij helemaal niet weg, want hij was de hele tijd in mijn gedachten. 'Ik heb een leuke verassing voor je.' 'Ik ook voor jou!'

'Jij eerst.' Zeg ik. 'Nee jij!' Makkertje lacht, hij omhelst me. Ik voel zijn warme adem en zijn koude handen in mijn nek. Hij ruikt lekker, hij ruikt naar... Naar hoe hij altijd ruikt. Ik kan het niet beschrijven. 'Oke, ik ga wel eerst.' Zegt hij dan. Ik had wel uren zo kunnen blijven staan. Helaas.

Makkertje trekt de deur open en fluit op zijn vingers. Meteen komt er net zo een klein hondje als Saartje binnenlopen. Een zwart hondje, met witte vlekjes, eentje op het oog, op de pootjes, op het oortje. 'Makkertje, was een hondje niet genoeg?' 'Maar hij keek zo lief, en dan heb ik toch een Blackie!'

Makkertje kijkt me met onschuldige ogen aan. Hier kan ik slecht tegen. Ik probeer niet naar zijn geweldige ogen te kijken, ze zijn grijs, maar voor mij veranderen ze altijd in een zacht romantisch kleurtje als hij lief naar me kijkt. 'Waar ben je geweest dan?' Vraag ik nieuwsgierig. 'Het dierenasiel.' Hij probeert zijn vrolijke humeur niet al te veel te laten zien. Ik vergeef het hem. 'Als jij er maar goed voor zorgt hè?' Blij als een klein kind drukt hij een kusje op mijn mond. Weer dat gelukkige gevoel.

'Nu mijn verassing.' Ik loop naar de keuken en pak de picknickmand waar ik het voedsel in heb gedaan. 'We gaan picknicken!' 'Maar het is koud buiten.' 'Klopt, maar het sneeuwt niet meer.' Makkertje kijkt niet heel blij, maar ik weet dat hij het leuk vindt. Tenminste, dat denk ik. 'Nou, oké dan. Maar niet te lang want dan krijg ik een koude bibs.' 'Tss, meneertje is bang dat zijn billen koud worden hè?' Lachend lopen we naar buiten.

'Ik moet je wat vertellen Makkertje.' Makkertje kijkt me serieus aan. Er schiet een zenuwscheut door mijn lichaam. Ik durf het, ik kan het, ik ga het doen. 'Eigenlijk was dit mijn verassing niet.' 'Oh' Antwoord Makkertje nerveus. Ik pak zijn hand beet en kijk naar de grond.

Dan kijk ik omhoog, naar zijn prachtige, perfecte en voor mij volmaakte gezicht. Zenuwscheuten gieren door mijn lichaam, vlinders vliegen door mijn buik. Zijn koude handen maken dat ik kippenvel krijg. Het is een prachtig moment, dat weet ik. Ik zie de liefde in zijn ogen, weer die romantische kleur, die eigenlijk gewoon grijs is.

Samen staan we op. 'Wacht even.' Zeg ik nerveus. Ik buk weer en zoek een zwart doosje in de picknickmand. Gelukkig had hij hem nog niet gezien. Zou hij ja zeggen? Natuurlijk zegt hij ja, dat moet wel, hij houdt van mij, en ik hou van hem. Gevonden, ik haal hem eruit en ik gloei weer helemaal op vanbinnen, ik merk niets van de kou, ik denk alleen maar aan Makkertje, mijn Makkertje.

'Makkertje, aller, aller, aller liefste Makkertje. Trouw met met!' Makkertje slaat zijn handen voor zijn mond.
_________________
Was dat nou een cliffhanger of niet?

Ik dacht, laat ik het gelijk maar een klein beetje spannend maken, niet zo spannend, maar toch. Wat denken jullie dat die gaat zeggen?

Oke, dit was deel een, want deel twee komt vandaag ook online, met het antwoord!