'Hey', zeg ik tegen de vreemde man. Hij ziet er betrouwbaar uit met zijn zakenlook. 'Ik ben Bernard', zegt hij en steekt zijn hand naar me uit. 'Anouk', zeg ik terwijl ik zijn hand schud. 'Anouk Mooij? Die muzikante? Leuk je te ontmoeten', zegt Bernard vriendelijk. Edward schraapt zijn keel om ook aandacht te krijgen. 'Ik ben Edward', zegt hij. 'Wil je bij ons zitten?', vraag ik.
"Wat gaan we nu doen?", vraag ik. Cindy is gestopt met huilen en drink een glas water.
"We kunnen gaan kijken naar die camera's. Dat zal wel beheerd worden in de kajuit?", stelt René voor en kijkt mij vragend aan. Ik haal mijn schouders op, maar ik weet dat daar geen beelden te zien zijn van verborgen camera's. Ik wil gewoon dat René bij me blijft.
"Goed, dan gaan we daar maar eens kijken. Wie gaat er mee?", roept René. Ik steek gelijk mijn hand op en glimlach naar hem. Dick lijkt te twijfelen.
"Ik ga maar eens in het restaurant kijken of ik ook nog wat moet bereiden, nu de..", Cindy stopt haar zin en staat zonder nog wat te zeggen op. Ze rent de keuken uit en geen van ons lijkt aanstalten te maken om achter haar aan te gaan.
"Dick, ga je mee?"
"Nee, ik kijk wel even wat ik ga doen", antwoord hij en zo blijven René en ik alleen over. Zwijgend lopen we naar de kajuit.
Geschrokken deins ik achteruit mijn mijn handen voor me. 'Je kan hier toch niemand vertrouwen!', schreeuw ik naar Jeroen. Hij staart me woedend aan, zijn armen beven.
Ik draai mijn hoofd weg en begin zachtjes tot 10 te tellen. '1...2...3...4......9.....10', ik haal diep adem om mezelf wat te kalmeren, en het werkt daadwerkelijk nog ook. Ik kijk Jeroen aan en haal verontschuldigend mijn schouders op. 'Sorry, en sorry dat ik laatst zo gemeen tegen me deed toen je mijn BlackBerry terug gaf, heb last van stemmingswisselingen', en met dat gezegd te hebben draai ik me om en loop weg. Misschien had Jeroen het zelf niet gezien, maar dat hij tegen me begon te schreeuwen had me wat gekwetst.
Snel loop ik terug naar mijn hut en laat me op het bed vallen, ik ga op mijn buik liggen en houd het kussen vast alsof het mijn kind is. Hoe het komt, geen idee, maar er vallen wat tranen op het matras.
'Ja hoor' ik haal mijn schouders op. Maar meteen als ik ga zitten, vuur ik een vraag op ze. De vraag die ervoor zorgde dat ik nu bij hun zat.
'Jullie horen toevallig niet bij het zakenleven?'
'nee, ik ben momenteel werkloos en mijn vriendin is gitsrist en tourt over de wereld. waarom die interesse als ik vragen mag?' En geef hem tegelijkertijd een kopje koffie om goed de dag te beginnen. 'Melk en suiker?' Vraag ik. Hij geeft antwoord.
Ik zat in het restaurant van een bakje koffie te genieten. Vannacht had ik niet geslapen, en nu was ik zó moe dat ik amper mijn ogen open kon houden. Iedere keer dat ik knipperde zakte ik een klein beetje weg, en schrok weer wakker. Ik keerde uiteindelijk terug naar mijn kamer en waagde nog een poging om te slapen.
Mijn misselijkheid begint gelukkig de laatste uren weg te zakken. Het gaat zo goed, dat ik heb besloten om maar eens naar buiten te gaan, waar ik het laatste nieuws op heb weten te vangen.
Danny?! Die aardige Danny... Waarom hij, hij heeft niets misdaan...
Verschillende vragen razen door mijn hoofd, helaas niet vergezeld met een antwoord.
Aangekomen in de kajuit was het nogsteeds stil. Er waren helemaal geenn camerabeeldschermen... Helen moest dat vast geweten hebben.
'En nu?' vraag ik.
Ze loopt naar de bedieningspaneel en staat met haar rug naar mij toe.
'Weetje...' begint ze. Ze draait zich om. Er staat een speelse blik op haar gezicht. Ik loop dichter naar haar toe. Zo dichtbij, dat ze omhoog moet kijken om mij te kunnen zien.
'Dat onbereikbare van jou vond ik altijd zo sexy.' zegt ze terwijl ze me aankijkt. Ik probeer niet te blozen, aangezien dat totaal niet mannelijk is.
'Helen... Ik weet niet of...' Ik probeerde iets te zeggen, maar haar lippen zaten al op de mijne. Het voelde... Oke... Ofzo... Ik wist het niet zo goed, het was anders. Ik tilde haar op en zette haar op de bedieningstafel. Ze giechelde een beetje.
Ik sloeg mijn armen om zijn nek. Hij wist zich duidelijk geen raad met deze situatie.
"Dit hadden we veel eerder moeten doen", zei ik en drukte een kus op zijn lippen. Hij zoende me terug en keek me toen aan. Mijn hoofd heel dicht bij de zijne.
"Maar ik hield me..", ik legde mijn vinger op zijn lippen.
"We praten later wel", fluisterde ik en streelde met mijn hand over zijn rug. Ik voelde dat hij rilde en kippenvel op zijn armen kreeg. Ik drukte weer een kus op zijn mond en omhelsde hem. Nu zou niemand ons komen storen. Eindelijk wist René wat ik voelde. En eindelijk had ik geen geheim meer. ~ Hele Wane.
Ik liep nog steeds te struinen over de boot. Rot boot, Helen was in geen velden en wegen te bekennen, en Eva ook niet. Het kan me allemaal geen barst meer schelen. Laat iedereen maar stikken. "Weten jullie waar Eva, of Helen is?" Zei ik tegen vreemden, ik had echt wat met vreemden vandaag. Ze schudde nee. "Oke, laat ook maar weetje." En boos liep ik verder, ik ga lekker slapen.
Uitgerust opende ik mijn ogen en tuurde slaapdronken naar de wekker. Half tien, mooie tijd voor het ontbijt. Ik schoot onder de douche door en liep naar het restaurant. Ik haalde bij het buffet een paar warme broodjes en ging aan een tafeltje zitten. Ik merkte dat er verderop aan een tafeltje een man zat. Ik keek naar hem, tot hij plots naar mij keek. Hij glimlachte en stond op, liep naar mijn tafeltje en bleef staan. Verbaasd keek ik op.
'Hoi, mag ik hier zitten?' Hij wees naar de stoel tegenover me. Ik knikte en mompelde 'ja'.
De man vroeg ons waar Eva en Helen waren, maar omdat ik hun niet kende, schudde ik van nee. James en ik zetten onze reis naar zijn kamer voort, en eindelijk waren we er. Hij stak een sleutel in de deur, die krakend openging.
Toen Amy en ik eindelijk bij mijn kamer waren ging Amy meteen zitten en keek wat rond. Ik keek in al mijn kastjes om een foto van Carina te vinden maar nergens kon ik die foto meer vinden. Dan maar een foto op mijn laptop laten zien. Ik liep naar de plek waar mijn laptop lag (ergens onderin de kast) een deed de lade open. Mijn laptop lag er niet meer in, maar wel iets heel anders...
'Ik hoef geen koffie' zei ik terwijl ik meteen weer opstond. Geen zakenman of vrouw. Helaas.
Zonder antwoord te geven op de vraag waarom ik het hem gevraagd had, vertrok ik weer.
-Bernard.
De laatste paar dagen waren helemaal aan me voorbij gegaan. Ik weet niet wat er met me aan de hand was, maar het was een grote zooi in mijn hoofd. Ik was maar naar de keuken gegaan om het eten voor te bereiden. Nu Dennis er niet meer was, moest toch iemand het doen.
Ik kan dit niet.. Ik kan niet niks blijven doen en alleen een beetje paniekerig zijn als er weer iemand dood is en vervolgens wachten tot de volgende. Vandaag ga ik naar Helen, ik wil iets doen. 'Zullen we gaan lunchen?', vraagt Edward aan me. Ik wil niet zeggen dat ik nu naar Helen ga want dan wil hij zeker ook mee. 'Uh, nee ik wil even verder werken aan mijn nieuwe liedje. Ga jij maar', verzin ik. 'Oké', zegt hij. Hij kijkt me twijfelend aan maar dat negeer ik voor de rest. Zodra hij weg is ga ik opzoek naar Helen.
'Één biertje graag' zei ik tegen de barman. Ik keek om me heen. Het was erg rustig in het restaurant. Wat zullen René en Helen nu aan het doen zijn? vroeg ik me af. Hopelijk hebben ze het leuk samen.
'Hier is uw biertje meneer' zei de barman
'Dank u'
Ik pakte het biertje aan en nam een slok. Ik ben benieuwd, hoe het er aan toe ging. Zouden ze gezoend hebben?
Ik stap uit de douche, nadenkend over gisteravond. Het was fijn. Helen was echt een lief meisje. Na een tijdje hadden we besloten om allebei naar bed te gaan. Apart. We besloten het even rustig aan te doen, aangezien we nog wel een tijdje zitten op deze boot.
Morgen zal ik maar eens met Helen kijken of we dit ding weer eens kunnen laten varen, zodat we zo snel mogelijk weer aan land zijn. Opzich vind ik het niet erg dat we hier vastzitten. Natuurlijk ben ik ook bang voor die moordenaar, maar wie zegt dat het er één is? Op dit moment maakte ik me daar niet zo heel erg druk om. Ik besloot nadat ik was omgekleed naar het café te gaan. Dick zal daar vast wel zitten.
'René!' riep Dick uit toen hij mij zag aankomen lopen. Ik begon een beetje ongemakkelijk te lachen.
'Hahahaha leuk gehad zeker gister?' zegt Dick terwijl hij op mijn schouder slaat. 'Heb je mijn goede adviezen nog gevolgt?' grapt hij.
Ik glimlach en bestel ook een biertje. 'Man, je zou jezelf eens moeten zien nu. Je bent helemaal in love.'
'Ach schei toch uit, Dick. Dat is helemaal niet waar.' lach ik. 'Zullen we straks samen eten in het restaurant? Dat gaat over een half uurtje open toch?' Ik probeer een ander onderwerp.
'Aha, zodat je Helen ongemerkt kan zien,' grapt Dick alweer.
'Dick, ik denk dat het tijd is dat ik jóu biertjes opdrink, want je begint allemaal onzin uit te kramen.' Dick begint hard te lachen. Zo zitten we een tijdje te praten en lachen, todat er opeens een meisje naar ons toekomt.
'Hoi ik ben....'**
René Smith.
**WIEEEEE?
Laatst gewijzigd door Nona op ma 13 feb 2012, 19:04, 1 keer totaal gewijzigd.
Het lijkt alsof de ziekte de energie uit mij heeft gezogen. De vraag of mijn schilderij een meesterwerk zou worden, lijkt steeds verder in de schaduw te vallen.
Ik moet gewoon eventjes rust nemen, dat is het. Nu is het nog te beslissen in welke vorm dit gaat gebeuren. In de eerste instantie denk ik aan Jinzo, maar uiteindelijk schieten mijn gedachten naar die jongen van laatst. Hoewel hij me wel de rekeningen liet betalen, was het wel erg gezellig. Als we maar geen geldvretende dingen gaan ondernemen, komt het wel goed. Nu moet ik hem nog zien te vinden.
Waar is die Helen? Ik ben al een tijdje aan het zoeken maar ik kan haar niet vinden.
Ik ga maar naar de bar even wat drinken misschien is ze daar wel. 'Een Cola alstublieft', zeg ik tegen de barkeeper. Ik kijk naast me en zie dat er twee mannen naast me zitten. Ze komen me bekend voor.. Ik heb alleen geen idee waarvan. Misschien weten hun waar Helen is.
'Hoi ik ben Anouk', zeg ik.