Hooii :3
Weer een nieuw dagboek ^^ Jaah, ik wil het dagboekschrijven een beetje goed afsluiten, en dat kan niet met een dagboek waar ik nooit meer aan verder schreef
Ik kan niets beloven zoals altijd, en mijn dagboekschrijf-kwaliteit is flink achteruit gegaan geloof ik, maar ja :3
Het is tenminste redelijk origineel, hoop ik
P.s. Behalve het begin, maar ach
‘Zorg goed voor papa en mama’ fluisterde mijn zus in mijn oor terwijl ze me stevig tegen zich aan drukte. Ik snoof de lucht van haar donkerrode lokken op, het naderende afscheid proberend zo lang mogelijk uit te stellen.
Ze maakte zich voorzichtig van me los en bekeek me van een afstandje.
‘Beloof je dat?’ vroeg ze ernstig.
‘Ga niet weg. Alsjeblieft Mel’ ik zakte in elkaar terwijl tientallen tranen over mijn wangen stroomden.
Melody hurkte voor me neer en pakte mijn hand vast. ‘Eva, luister nou. Over een jaartje ben ik terug. Dan kan ik geld voor ons verdienen. Tot die tijd zorg jij voor papa en mama, oké?’ ze tilde mijn kin omhoog zodat ik haar wel aan moest kijken.
‘Alsjeblieft Mel. Ga niet weg’ ruw veegde ik met mijn hand een traan die over mijn wang rolde weg.
Tevergeefs. De volgende verving hem al weer.
‘Kan je echt niet hier blijven, bij mij?’ herhaalde ik. Zacht begon ik te snikken. Mel mocht niet weg.
Ze moest bij mij blijven, tot dat we oude omaatjes zouden zijn. En zelfs dan mocht ze nog niet weg.
Glimlachend schudde Melody haar hoofd. Zij ging ook zitten, en ik legde mijn hoofd op haar schoot. Ze streelde over mijn voorhoofd.
‘Dat kan toch niet gekkie’ mompelde ze teder.
‘Alles kan, dat zeg jij ook altijd!’ riep ik opeens geestdriftig. Misschien bleef Mel wel hier. Hier, bij mij. Tot dat we oude omaatjes zouden zijn, en nog langer.
Ik wou het zo graag. Niets was belangrijker dan ervoor zorgen dat Melis bij mij bleef.
Hier.
‘Eva, het kan echt niet. Ik zou het liefst ook bij jou blijven’ ze wendde haar ogen af. Ik sloot mijn ogen en legde mijn hoofd op mijn knieën, gelovend dat zolang ik ze niet opendeed, Melody niet wegging.
Natuurlijk had ik het fout.
‘Eef. Alsjeblieft. Maak het niet nog moeilijker voor me’ zei ze verstikt.
‘Dat doe ik niet’ mompelde ik in de stof van haar spijkerbroek. Melody streelde zwijgend weer mijn haar.
‘Je gaat echt weg hè?’ vroeg ik zonder mijn ogen te openen. De stilte die daarop volgde was onverdraaglijk. En het vertelde meer dan genoeg. Uiteindelijk doorbrak Mel de stilte.
‘Ja. Sorry’
Laatst gewijzigd door marlinde op za 11 feb 2012, 17:33, 2 keer totaal gewijzigd.
Little Changes
Meteen vormde er een knoop in mijn maag, toen ik mijn wimpers opensloeg. In eerste instantie wist ik niet waar het vandaan kwam. Ik dacht dat ik het me allemaal verbeeldde.
Ik sloot mijn ogen en opende ze weer. Langzamerhand kwamen de beelden van de vorige avond in me terug. Door de war. Niet helemaal duidelijk. Maar duidelijk genoeg om de knoop nog wat strakker aan te trekken.
Mijn oog viel op de slaapzak. De slaapzak van Melody. Melody. Een zoute traan rolde over mijn wang, en viel neer op mijn slaapshirt. Ik lette niet op de natte plek die het achterliet.
Iemand anders had míj achtergelaten. Iemand. Melody. Er ging een steek door mijn hart.
De belofte die ik haar had moeten doen, zou zwaar zijn. Een jaar voor papa en mama zorgen.
Terwijl zij er niet was. Niet bij mij.
Lang staarde ik naar mijn kom cornflakes. Of wat het bruine goedje moest voorstellen. Mijn maag draaide zich om, maar ik deed geen moeite om op te staan. Ik kon me aankleden, naar de supermarkt gaan, van mijn weinige geld wat eten kopen.
Maar ik deed het niet. De plek, die oorspronkelijk van Melody was, was opgevuld door leegte.
Leegte, die me in alles belemmerde.
De stoelen die tegenover mij stonden en voor mijn papa en mama waren bedoeld, waren leeg. Ik registreerde het zonder er echt over na te denken.
Wanneer waren ze voor het laatst wel bezet geweest wanneer ik ontbeet? Samen met Melody?
Er ontstond een brok in mijn keel.
En opeens, alsof ik werd wakker geschud uit een trance, besefte ik dat het onmogelijk was om het zo een jaar vol te houden als er niet iets veranderde. Drastisch veranderde.
Laatst gewijzigd door marlinde op ma 20 feb 2012, 16:54, 1 keer totaal gewijzigd.
Ik ben ook benieuwd naar die ouders o;
En ik vind het echt zielig voor Eva o;
En het is mooi geschreven, en het is awesome dat je weer een db hebt, en ja, ik reageer laat, maar ik ben vergeten te reageren
@Annemiek Dankje (: En tjaaa, dit is nog maar het begin. Straks wordt het nog zieliger
@Elisa Wat hebben jullie allebei met die ouders? Het was niet helemaal de bedoeling dat de ouders mysterieus werden ofzo, maar alsnog bedankt (:
En tjaa, kleine update en de foto's zijn bagger, maar ik voel me niet lekker, dus ^^
-
Hoofdstuk 3: Goodbye.
'Mama, papa?' vroeg ik zachtjes door de dichte deur. Zoals altijd kwam er geen antwoord. Het liefst wilde ik nu ze laten slapen, en omkeren. Maar dat kon ik niet maken.
Ondanks dat ze er de laatste tijd niet meer voor me waren, mocht ik dat niet doen. Ze bleven mijn ouders, wat er ook gebeurde. En vijf jaar geleden, toen alles nog goed was, waren ze er echt voor mij geweest. Dat zou altijd blijven meetellen. Ook nu.
Voorzichtig, zo min mogelijk geluid proberend te maken, duwde ik de deur naar de slaapkamer van mijn ouders open. Ik wist niet wat ik ging doen. Ze wakker maken? En dan wat? Ze zouden niet of amper reageren als ik zou zeggen dat Melody was vertrokken. Dat ik nu haar taak een jaar lang over zou nemen en dat ik daarvoor mijn best zou doen. Het zou geen verschil maken.
De keuze werd me uit handen genomen. Verbijsterd keek ik de kleine ruimte door. Ik was op van alles voorbereid, maar niet op dit. Niet op deze leegte.
Tegelijkertijd met Melody, hadden mijn ouders besloten om te vertrekken. Maar er was één verschil.
Ik wist honderd procent zeker dat mijn ouders niet na een jaar weer terug zouden komen.
Ik wist niet waar het aan lag. Het verscheen opeens in mijn gedachten, en wilde niet meer weg. Misschien omdat het bed was opgemaakt. Misschien omdat al het weinige geld dat we hadden, weg was. Ik kon niet boos op ze worden, zoals ik altijd was geweest op ze, vijf jaar lang. Terwijl er zoveel redenen voor waren. Ze hadden geen afscheid genomen, al het geld meegenomen. Ik wist niet waar ze waren. Maar ik voelde dat dit beter was. Voor ons allemaal.
Uit elkaar gaan, om elkaar waarschijnlijk nooit meer terug te zien.
Ik pakte mijn belangrijkste bezittingen. Mijn slaapzak, een broodje, en mijn teddybeer. Ik kleedde me zo snel als ik kon om. Het huis voelde leeg aan. Ik voelde me een inbreker in mijn eigen huis.
Huis. Dat was precies het goede woord. Het was voor mij geen thuis meer, voor niemand meer. Als Melody na een jaar zou terugkeren, als ze dat al zou doen, zou ze het ook ogenblikkelijk weten.
Na een paar minuten stond ik buiten. Klaar om weg te gaan. Weg van dit huis.
Klaar om mijn eigen pad te bewandelen.
heel zielig
ben benieuwd waar ze naar toe gaat, ze kan moeilijk als kind op straat gaan slapen. Ik hoop dat haar zus snel terugkeerd
en heel goed geschreven trouwens
super mooi geschreven! echt prachtig! maar wel lullig dat iedereen weg gaat... ben benieuwd wat het verhaal erachter is, dat is het mooie aan een goede schrijver!
@Loungefan Dankje Tjaa, wat ze gaat doen.. Voor jullie een vraag, voor mij een.. Tja, vraag
@Elisa Ik moet nog altijd wennen dat iemand uit mijn verhaal Eva heet, normaal noem ik ze nooit zo, heheh. Alsnog bedankt (:
@Dave Tjaaa, lullig.. Iedereen doet het om haar uiteindelijk een beter leven te geven. En bedankt, ik hoop alleen niet dat ik je teleurstel, haha
@Steefje Oh, oeps. Als ik hier voor schrijf, schrijf ik tussendoor ook nog voor een ander verhaal en daar heet een van de hoofdrolspelers Melody. Ik zal het wel aanpassen
@Annemiek Nu ;D Alleen later dan gepland, maar ach ja. Jullie zullen er misschien trouwens wel aan moeten wennen, ik schrijf een stuk minder nu door bepaalde redenen en dan ben ik bang dat dit dagboek niet helemaal bovenaan staat, en ik ga ook nog op vakantie. Dus, tja, sorry.
Hoofdstuk 4. The last day as kid.
Zwijgend luisterde ik naar het geluid van golven die zacht tegen het strand aan beukten. Ik was hier al minstens twee uur, en al die tijd had ik naar de golven lopen staren.
Mijn ogen in ieder geval, mijn gedachten waren ergens anders. Ik probeerde mijn gelukkigste herinneringen weer op te halen.
In de hoop dat ze ooit weer werkelijkheid zouden worden.
Ik was niet dom. Ik was niet achterlijk. Ik hoopte alleen van harte dat het over zou gaan. Over, voordat het nacht zou worden. Voordat de zon, die haar warme stralen boven op me liet schijnen, noodgedwongen plaats zou moeten maken voor de maan.
Maar waar zou ik die uren door moeten brengen, tot dat de zon me weer zou verwelkomen?
Met langzame stappen liep ik naar beneden, naar het strand. Ik kon niet eeuwig hier blijven, ik kon hier niet overnachten. Ik kon nergens overnachten.
Ooit zouden mensen me ontdekten, meenemen, me onderbrengen bij vreemde mensen. Dat was niet erg.
Maar wel dat ik dan niet op de afgesproken plek was, als Melody thuis kwam.
Terwijl ik me op het zand neer liet zakken, begonnen mijn vingers bijna automatisch door het zand te woelen. Met alle macht probeerde ik me te concntreren op het zand voor me.
Ik probeerde een zandkasteel te bouwen. Te genieten van de laatste dag als kind.
Want dat ik het hierna nog zou zijn, geloofde ik niet. Ik had nooit geloofd in sprookjes.
Ik hoorde heel zachtjes voetstappen naast me. Ik keek niet op. Als een volwassene me hir zag, zou die denken dat ik een heel normaal schoolkind was.
School. Ooit zouden ze het merken, als ik de hele tijd niet op zou komen dagen. Heel snel ook, waarschijnlijk. Mijn klasgenoten, mijn vrienden. Wat moest ik hun vertellen? Moest ik ze wel wát vertellen?
Wat nats gleed over mijn wangen. Ik deed geen moeite om mijn tranen weg te vegen. Ik had er al te veel gehad sinds vanochtend om er nog aandacht aan te besteden.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik wat grijs, waarschijnlijk datgene die de voetstappen had veroorzaakt. Ik draaide mijn hoofd een heel klein beetje, en schrok.
Snel stond ik op. Natuurlijk had ik ooit een paard gezien, een klasgenoot had er een. Maar altijd als ik ze zag, liepen ze in de verte of stond er een hek tussen ons in.
Nu niet. Het veulen stond misschien op een meter afstand van mij. En daartussen zweefde alleen maar de warme namiddag lucht.
Het veulen schrok net zo erg van mij als ik van hem. Hij wierp zijn voorbenen met een krachtige zwiep de lucht in, terwijl hij hard hinnikte.
Als betoverend keek ik naar zijn benen, die zoveel kracht leken te bevatten. Die me in een keer leken te kunnen vermorzelen, als een lastige vlieg.
Met nog een laatste hinnik rende hij weg, weg van mij, die hij als een bedreiging zag. Nu pas deed ik een stap achter uit. De betovering was verbroken.
Ik keek hem na, zonder te knipperen. Ik wendde pas mijn hoofd af toen hij uit het zicht was verdwenen, en mijn ogen traanden. Alleen was het nu niet van verdriet.
Mijn gil vulde de warme lucht. Hij verbrak de stilte, net als het gehinnik van het paard had gedaan.
Maar mijn gil was niet van onmacht of angst. Van onmacht, van woede.
En toch misschien een beetje angst. Angst voor wat er morgen komen ging. Angst voor wat de nacht brengen zou.
Mijn voeten stampten op het bouwsel dat ik zojuist nog had gemaakt. Al mijn woede kwam eruit, verpulverde het zand. Minuten stond ik erop te springen, tot dat zelfs het kleinste ophoginkje plat was gestampt.
En al mijn woede was opgebrand, en plaats had gemaakt voor vermoeidheid.
Met benen als lood begon ik langs de kust te lopen. Ik wist niet waar ik heen kon, ik kende geen plek zonder mensen.
Ik kende geen plek waar een meisje zoals ik kon overleven zonder mensen die voor haar zorgde.
Misschien moest ik het erop wagen.
Vertrekken naar een plek die ik niet kende. Waar de wet alleen op papier bestond.