Hoofdstuk 8
Ik was getrouwd met Doug, alleen hij en ik, geen poespas. Ik was helemaal opgedoft, prachtige jurk, make-up en ik had zelfs extensions in mijn haar. Het was prachtig, met uitzicht over de verlichte stad.
Mijn kleine jongetjes werden natuurlijk ook ouder. Ze begonnen de wereld te ontdekken en ze konden zich al goed vermaken met z’n tweetjes.
Ik was weer aan het werk en dan zaten Nathan en Charley vaak tussen de andere kinderen, dat was echt een pluspunt van een kinderopvang, ik kan tegelijk op mijn kinderen letten en werken, makkelijker kan het gewoon niet.
Met Doug ging het als maar beter op het werk sinds we getrouwd waren, zelfs zo goed dat hij vaak moest overwerken en hij zijn werk mee naar huis bracht. Werk was zijn leven, het zat altijd wel in zijn gedachten. Ik wist dat hij het graag deed, maar ik wou dat hij meer tijd door bracht met de kinderen, dat als hij thuis was hij ook echt thuis was en niet met zijn gedachten bij zijn werk.
Op een avond barste de bom. Het begon met een simpele vraag.
‘Wat eten we?’ Vroeg Doug terwijl hij onderuit zakte op een stoel.
‘Iets, wat dacht je ervan om mee te helpen?’ Zei ik geïrriteerd.
‘Hoezo? Jij kookt altijd.’
‘Dat bedoel ik! Jij komt thuis en denkt dat ik al het andere doe wat hier moet gebeuren! Ik ben niet je slaafje, ik ben ook belangrijk, net zo belangrijk als je werk!’
Hij liep naar me toe en pakte mijn pols vast.
‘Ik werk niet alleen voor mij, ik werk ook voor ons gezin. Je hebt niet het recht om boos op me te zijn om mijn werk.’ Zei hij met een doordringende blik. Ik schrok.
‘Het spijt me.’ Zei ik gauw. Hij gaf een kus op mijn wang.
‘Nou, dus wat eten we?’