Hoofdstuk 9: Leven of dood
Na zeker een uur rijden kwamen we dan eindelijk aan bij de Klaterwaterval. Ik was er nog nooit geweest, maar ik had er wel over gehoord. Ik wilde er wel graag heen, maar het was altijd zo vreselijk lang rijden dat ik nooit de moeite ervoor nam om erheen te gaan. Maar er was niet alleen de waterval, er was ook een huis! Het was van bruine stenen gebouwd, had een zuilengalerij aan de voorkant en een balkon aan de achterkant.
‘Verassing!’ riep Connor en hij wees naar het huis. Ik snapte het niet, ik stond alles nog een beetje leip aan te staren. Dylan begon te lachen en trok aan mijn arm.
‘Mam, dit is ons nieuwe huis!' lachte hij. Meteen spurtte hij achter Connor achterna, richting de deur. Hij drukte zijn neus tegen het glas.
‘Het is mooi binnen!' klonk het.
‘Méén je dat? Geweldig!’, gilde ik blij.
Ik vloog Connor om de hals, hij heeft zoveel voor me gedaan! Dit was dan wel geen huis met paarse muren, het was prachtig! Ik was zelden zo ontzettend gelukkig geweest.
‘Omdat we gaan trouwen,’ fluisterde Connor in mijn oor.
‘Omdat we gaan trouwen,’ herhaalde ik.
Ik belde de school op om te vragen of Dylan een dagje vrij mocht, en dat mocht gelukkig. Het was immers al bijna zeven uur en Dylan had niet geslapen. De volgende ochtend was Dylan al vroeg op, want hij moest naar school. Mijn biologische klok was ontregeld, ik was nu wakker ’s nachts en moe overdag, door de verhuizing. Dylan had ook best wel wallen onder zijn ogen.
‘Morgen mam’, zei hij en hij plofte naast me bij de tv.
‘Nee, hup, naar school jij! Na school mag je tv kijken.’ Dylan mekkerde even en ging dan toch naar de schoolbus.
Djuna was uit zichzelf buiten gaan zitten, op het balkon. Ik kon haar niet vinden, en opeens zag ik haar met haar snoet door de spijlen gluren, ze wilde naar de waterval. Ze is toch ook zo’n buitenmens. Dat was wel te zien ja. Ik vind die waterval mooi hoor, maar al dat water is niets voor mij.
‘Djuna! Wel verdorie, kom hier!’ Ik heb haar opgepakt en naar beneden gedragen. Pfoe, ik moet wel beter op mijn kinderen gaan letten. Stel je voor als ze tussen de spijlen door kon kruipen... Brr..
Toen Connor thuis kwam, zette hij Djuna op het potje. Het was hoog tijd om haar eens te leren dat ze geen poepie in haar broek meer moet doen. Dat is zo vies, heel het huis gaat dan stinken. Ze vond het potje eerst maar een raar eng ding, maar toen ze er eenmaal op zat, leerde ze het gelukkig snel. Misschien vindt zij het ook vies als ze in haar broek poept.
Na school, zoals ik had beloofd, mocht Dylan tv kijken en ik keek mee, vloog de tv in brand! Woedend sprong ik op en griste de brandblusser van de muur, spoot de tv onder in een fractie van de seconde.
‘Wow mam!’ zei Dylan, die had staan kijken. ‘Jij bent wel cool zeg!’
Wat er die avond gebeurde, was niet zo cool. Het was erger dan de televisie. Voor mijn part mocht het hele huis afbranden in plaats van dit. Dylan wandelde naar de open haard om zich op te warmen bij het vuur. Voorzichtig sloot hij zijn ogen en genoot van de warmte, maar het werd opeens wel héél warm onder zijn voeten. De vlammen grepen om zich heen en algauw stonden Dylans broekspijpen in brand. Ik gilde het uit van schrik, sprong op uit de bank en stond trillend op mijn benen. Dylans gegil ging door merg en been, Connor kwam meteen met Djuna op zijn arm naar beneden gerend. Hij zag mij, hij zag Dylan, en hij liet Djuna bijna uit zijn handen vallen. Hij zette Djuna op de grond en rende naar mij toe. Djuna keek beduusd om zich heen met grote oogjes.
‘Doe iets! Bel de brandweer!’, riep Connor.
De vlammen hadden Dylan inmiddels al helemaal ingepakt, hij krijste van pijn, en ik wist, als ik niets zou doen, dat hij dit niet lang zou uithouden. Een brandend klein handje stak boven de vlammen uit, en ik hoorde hem schreeuwen:
‘Mammaaaa! Pappaaa!’
Connor sprong nog steeds op en neer, in paniek om zijn zoon in het vuur. Dylan krijste nog steeds hartverscheurend.
‘Bel de brandweer, snel!’ piepte Connor.
‘Dat heeft geen zin’, schreeuwde ik terug. ‘De brandweerwagen doet er zeker drie kwartier over om hier te komen! We wonen afgelegen! Als ze er zijn, is het.. is het..’
Ik schudde mijn hoofd en een traan droop over mijn wang naar beneden. Voor de eerste keer in mijn leven voelde ik dat ik van mijn kinderen hield. Ik haatte ze, maar ik kon niet zonder ze. Om zonder Dylan te moeten leven, dat kon ik me niet voorstellen.
Connor leek te verstenen en zijn ogen werden groot. Djuna kroop zo snel mogelijk naar de speelgoedkist, kroop erin en sloot het deksel. Dat deed ze vast tegen de hitte en de rook. Vlak voordat ze het deksel sloot, hoorde ik haar iets mompelen:
‘Broertje gaat dood.’
Lees nu verder!
-----------------------------------------
Wat denken jullie wat er gaat gebeuren?
Laatst gewijzigd door Krieltje op do 14 jun 2012, 14:35, 1 keer totaal gewijzigd.