oke ik schaam me diep, ik vind het super leuk om dagboeken te schrijven en screens te maken noem zo maar op. Ik kan alleen totaal niet met tijd omgaan en doe het liefst 3 maanden over één hoofdstuk tot ik hem helemaal perfect vind. Hoe dan ook ga ik nu maar gewoon door met hoofdstuk 6, vanavond sims ik nog even door dus misschien dit weekend meteen ook hoofdstuk 7. De moeilijkste stukken heb ik inmiddels gehad met al die verschillende reizen (en dus verschillende werelden -> lange laadtijden -> geen zin -> geen nieuw hoofdstuk). Dus vanaf nu probeer ik het zo snel mogelijk af te ronden, maar dan wel op de juiste manier!
Hoofdstuk 6 -
Kendal zuchtte toen zijn telefoon ging, weg rust. Hij schreef nog gauw de laatste zin af van zijn verslag over wintersport in Hidden Springs en griste toen zijn telefoon tussen de stapel papieren vandaan. Zodra hij het nummer herkende keek hij niet meer geërgerd, maar verbaasd en toen angstig. Hij nam snel op.
‘Evely, wat is er aan de hand?’ vroeg hij geschrokken. Evely paste op Stijn, wanneer Kendal op reis was. Dit was de eerste keer dat ze dit zo probeerden, aangezien het geen optie leek om Stijn mee te nemen. ‘Kendal, het is Stijn’ zuchtte ze, op de achtergrond klonk gehuil. ‘Hij blijft maar huilen, geloof me, ik heb alles geprobeerd maar het is hopeloos. Het is een zegen als ie slaapt, maar zodra zijn oogjes opengaan, gaat ook zijn mond open. Hij kon wel een trauma hebben ..’
Die laatste zin kwam er terloops uit, maar deed Kendal des te meer beseffen dat zijn kleine jongen toch wel iets had meegekregen van het plotselinge afscheid van zijn moeder, Ally ... Hij zuchtte, dit werkte zo niet. ‘Ik neem vanavond de eerste nachttrein wel, dan ben ik morgenvroeg rond een uur of 5 daar. Red je het tot dan?’ Ze antwoordde bevestigend en na een rap afscheid werd de verbinding verbroken.
Vanaf dat moment moest alles is high-speed tempo. Kendal had zijn verslag net afgetypt, moest nog enkele foto’s van de pistes maken, snowboardcursus en om vijf uur had hij een afspraak met de boswachter, die hem de speciale plekjes van Hidden Springs zou laten zien. Dan naar het hotel, spullen pakken en wat eten en om 10 uur op het station zijn. Toen hij die avond eindelijk bij de herberg kwam, na een doodsaai gesprek met de boswachter maar wel met een extra paar mooie foto’s, stond er een vrouw met een kort jurkje bij zijn deur te wachten. Shit, vergeten.
‘Je zou me toch niet in de kou laten staan?’ vroeg ze uitdagend. ‘Ik moet gaan, naar huis weet je, ik ..’ natuurlijk had hij haar niets verteld over zijn zoon. Ze lachte ‘dan ga ik toch gewoon met je mee, je hebt vast een heel spannend huis’ Ze vleide haar lichaam tegen het zijne. Kendal kon zich wel voor zijn kop slaan, waarom begrepen vrouwen de definitie ‘one-night-stand’ niet?. ‘Ik moet echt gaan, ik heb een trein te halen. Ik ... ik bel je nog.’ dat was lang geleden, sinds hij dat had gezegd. Snel trok hij de deur van zijn kamer achter zich dicht. ‘Klootzak’ siste ze hem na.
Nadat hij zijn koffers had gepakt, maakte hij het zich nog even gemakkelijk in zijn stoel. Hij zuchtte en keek door de ietwat oudbollige kamer. De eigenaresse van de herberg was een oud vrouwtje dat erg gesteld op hem was. Ze waste zijn kleren en vroeg altijd of hij wel had gegeten. Ze was vast zo zorgzaam omdat ze zelf geen kinderen had. Hij glimlachte toen hij aan zijn eigen moeder dacht, maar werd toen weer ernstig. Wat moest hij doen om zijn eigen zoon gelukkig te maken?
Het was nog vroeg in de ochtend toen hij vermoeid en stijf van de lange zit thuis kwam. Evelyn was nog op, ze had haar weekendtas al op haar schouder en de koffie was al gezet. ‘Het spijt me echt, Kendal, maar hij wil alleen jou.’ Hij knikte, omhelsde haar en zei haar toen gedag. Het was alsof Stijn wist dat zijn vader weer thuis was, want voor Kendal nog maar goed en wel in zijn kamer stond, begon hij al te kraaien. ‘Je maakt het me wel moeilijk hè, jochie?’ zuchtte Kendal voordat hij hem uit zijn wiegje tilde.
Die week besloot Kendal dat te doen, wat hij al had moeten doen sinds hij Ally ontmoette. Hij reduceerde zijn reizen tot ongeveer 1 of 2 per jaar, de tijd die hij nu overhad besteedde hij aan columns schrijven. Hij kreeg zijn eigen bureau in het hoofdkantoor van het blad waar hij voor werkte. Voor het eerste maakte hij werkdagen van 8 tot 4, geen uitzonderingen, en vrije weekenden. overdag bracht hij Stijn naar de crèche.
Nooit zou Kendal hebben gedacht dat hij een kantoorbaan zou krijgen, met vaste werkdagen en een zoon die thuis op hem wachtte. Het was het tegengestelde van wat hij ooit van zijn leven had gedacht. Maar er was een knop omgedraaid, Kendal vond het wel prima. Hij genoot van zijn zoon en deed dubbel zo veel leuke dingen met hem als andere vaders deden. Al was dat deels ook om te voorkomen dat Stijn zich alleen ging voelen en naar zijn moeder zou vragen. want Kendal kon nog steeds niet over Ally praten, hij wist niet eens waar ze was.
’s avonds, enkele jaren later
‘Pardon? Hoe noemde je me?’ De vrouw stond kwaad op ‘Ally?! Wie in de godsvrede mag dat zijn?’ ze zette haar glas met een klap op tafel. Kendal sloot zijn ogen, stom. Hij had weer eens een vrouw uitgenodigd, dat kon mooi ’s avonds wanneer Stijn al sliep, maar tussen de ‘bedrijven’ door moest hij haar per ongeluk Ally hebben genoemd. Slechte move.
De verassing moest nog komen toen hij plots een brandende pijn op zijn wang voelde. De klap kwam hard aan. Toen stampte ze het huis uit. Waarom noemde hij haar eigenlijk Ally? Met haar blonde haren leek ze misschien wel een beetje op haar. Maar het was niet hetzelfde, niemand was hetzelfde.
Hij liep loom naar de keuken en pakte een biertje uit de koelkast, hij leunde vermoeid tegen het aanrecht. Vroeger zou zoiets hem nooit overkomen zijn, toen waren zijn versiertrucs onfeilbaar. Maar nu was hij uit vorm, hij werd ouder. Zijn 33ste verjaardag zat eraan te komen en Stijn was inmiddels 4. Maar een vaste vrouw had hij vooralsnog niet gevonden. Geen enkele potentiële blijver werd door Stijn geaccepteerd. En Stijn kwam op de eerste plaats, geen uitzonderingen.
En zo verstreken de jaren. Het bleef enkel Kendal en Stijn. Stijn werd 5, 6 en 7. De jaren kropen voorbij.
Tot de bewuste dag kwam dat Stijn vragen ging stellen, over zijn moeder ..