Hoofdstuk 1
Ik was diep in dromenland, maar werd eruit gehaald door hard gekrijs. Ik deed mijn ogen open en zag dat Jord niet meer in bed lag. Het gekrijs bleef. Ik stond op om te kijken waar het vandaan kwam. Ik stapte uit bed en zag opeens Rosalie, met vochtige wangen, naast het bed zitten. 'Papa weg!' zei ze snikkend. Ik gaf geen antwoord, ik had nog wat tijd nodig om mijn zicht helder te maken. Ik voelde me zwaar misselijk. Zuchtend ging ik op het bed zitten en keek naar de lege plek. Mijn blik viel daarna op de wekker, die vier uur 's nachts aangaf. 'Jord!' riep ik. Geen gehoor. 'Jord!' riep ik nog harder. Weer geen gehoor. Alleen het geluid van een peuter die nog harder begon te huilen.
Met moeite tilde ik Rosalie op. 'Rustig maar, meisje.' Na een paar minuten was ze eindelijk rustig en bracht ik haar naar haar eigen kamer en legde haar in haar wiegje. 'Zo, we gaan weer lekker slapen.' Ik deed het licht uit en gaf haar een kus. 'Nee mama, Rosalie nie slape!' Opeens leek al mijn troostwerk voor niets te zijn geweest, want ze begon weer te huilen. 'Ssst...' Ik probeerde haar te sussen, maar het hielp niks. 'Rosalie, mama gaat naar bed.' zei ik na een tijdje. Ik probeerde haar te laten liggen, maar wat ik ook deed, ze bleef zitten. Ik zuchtte. Wat moet ik hier nou mee, dacht ik. Uiteindelijk tilde ik haar op en samen gingen we naar de woonkamer.
Ik zette haar in de schommelstoel en pakte de telefoon. Ik toetste het nummer van Jord in. Voicemail. Ik had geen zin om hem in te spreken. Ik had geen zin om er verder energie in te steken. Maar na drie keer bellen, sprak ik toch maar iets in. 'Ja, met mij.' zei ik geiïriteerd. 'Waar zit je?!' 'Is het soms normaal om midden in de nacht weg te zijn?' 'En trouwens, je dochter was net helemaal overstuur.' Ik legde de hoorn neer. Ik ging op de bank liggen en zag Rosalie aandachtig naar het rustigevende liedje luisteren. Als ze zo maar gaat slapen, dacht ik.
Het was zeven uur 's ochtends en ik werd wakker van harde voetstappen. Jord. Ik wreef in mijn ogen en keek naar Rosalie, die gelukkig lag te slapen. De bank sliep niet echt comfortabel, maar in ieder geval had ik het gevoel dat ik de dag weer aankon. De voetstappen kwamen richting de woonkamer en ik besloot om er op af te stappen.
Ik zag het gezicht van Jord en werd meteen kwaad. Hij keek om en schrok blijkbaar van me. 'Jezus June, je laat me schrikken.' zei hij. 'Jezus Jord.' deed ik hem na. 'Waar was je nou!' Ik probeerde niet te hard te schreeuwen, anders werd Rosalie wakker. 'Mens, ik was gewoon even op kantoor.' Ik keek hem verbaasd aan. 'Volgens mij is er echt wat met jou hoor.' antwoordde ik geiïriteerd. 'Nee June, er is wat met jou.' 'Ja inderdaad, ik ben ontzettend misselijk, al dagen!' 'Ik heb toch al gezegd, dan moet je naar de dokter gaan!' zei hij. 'Jord, laat me niet lachen.' 'Ik weet niet hoe vaak ik die test al heb gedaan, maar hij blijft positief en jij wil het nog geen eens geloven!' Dat was blijkbaar iets te luid gezegd, want Rosalie begon weer eens te huilen. 'Je kind huilt.' zei Jord geeuwend. 'Jouw kind?!' 'Ons kind zul je bedoelen!' 'Nu mag jij het opknappen, want als jij niet weg was geweest had ik niet vanaf vier uur 's nachts opgeweest!' 'Jij hebt echt geen begrip voor me hè!' 'Ik werk, zodat jij kleding enzo kunt betalen!' antwoordde hij kwaad. Alsof hij niet wist wat ik een stukje van de nacht had meegemaakt.
'Rosalie, kijk eens, wat is dit voor dier?' 'Schap.' 'Heb jij trouwens nog een keer die test gedaan?' hoorde ik opeens vanuit de keuken. Verbaasd keek ik op. 'Mama, kijke.' 'Even wachten, schat.' 'Ik liep naar hem toe. 'Geloof je het nou nog steeds niet?' 'Ach naja, ik dacht, misschien kan je er nog eentje doen, voor de zekerheid. Ik glimlachte. Dat was de Jord die ik gewend was. De Jord die in zulk soort dingen geïnteresseerd was. Ik liep naar de badkamer. 'Mama!' schreeuwde Rosalie. 'Mama komt zo weer.' Ik sloot de deur van de badkamer. Eigenlijk had het niet zoveel zin, ik wist de uitslag toch al.
Voor de zoveelste keer zag ik dat de uitslag positief was. Snel rende ik naar de keuken. 'Jord, schat, ik ben zwanger.' zei ik enthousiast. 'O, leuk.' zei hij nukkig. De moed zakte in mijn schoenen en mijn blijheid veranderde in verdriet. 'Nou, ook leuk dat je het zo leuk vindt.' zei ik boos. Hij merkte mijn boosheid. Hij draaide zich om en hield me vast. 'Natuurlijk, ik vind het heel leuk, maar ik zit nu even in een drukke fase met mijn werk.' Hij voelde over mijn buik. 'Dit kindje gaan we, net zoals bij Rosalie samen op een leuke manier opvoeden.' Er verscheen een glimlach op mijn gezicht. Allebei waren we de ruzie van die ochtend vergeten, maar nog steeds zat het me dwars. Maar toen hij me zo lief aankeek, toen hij zei dat we samen het kindje op een leuke manier gingen opvoeden, kon het me niks meer schelen.
Laatst gewijzigd door Elien98 op zo 15 jan 2012, 19:27, 1 keer totaal gewijzigd.