Hoofdstuk 1
Ik staarde naar het kraakje in het plafond. Vandaag zou ik naar haar gaan kijken. Het was eergisteren gebeurd. Op de een of andere manier kon ik het niet geloven dat ze er niet meer was. Alsof ze gewoon voor een paar dagen weg was voor haar werk en dan gewoon weer levend en wel zou terugkomen. Maar ik had op de een of andere manier het gevoel dat als ik haar zo levenloos op die ijzeren tafel zou zien liggen, dat het definitief zou zijn. Dat ze echt weg zou zijn.
Haar laatste nacht was ik weg - ik was bij een goede vriendin. Een sleepover. Ik was plezier aan het maken terwijl iemand een eind aan haar leven maakte. Hoe kon ik zo egoistisch geweest zijn? Heel de tijd spookten er verschrikkelijke vragen door mijn hoofd. Wat zou er gebeurd zijn als ik er wel was geweest? Zou ze nog leven? Of zou ik ook gedood zijn?
Ik kon er niet bij dat ik ooit gelukkig ben geweest. Dat ik ooit echt heb gelachen. De laatste jaren zijn er mensen doodgegaan die mijn leven betekenden. Mijn broertje. Mijn opa. Mijn moeder... Toen mijn broertje het leven gelaten had, was ik zeven geweest. Zeven, en toch al op de hoogte van de gruwelen van het leven. Hij was overleden aan kanker. Ik herinner me het moment dat mijn moeder het tegen me zei als de dag van gisteren - misschien omdat ik het elke dag terughaalde. Dat het steeds opdook in mijn dromen.
Ik was net wat aan het spelen met mijn pop toen mijn moeder kwam van het ziekenhuis. Haar ogen waren bloeddoorlopen. ‘Circe,’ zei ze, ‘ik moet je iets vertellen.’ Ze nam me stevig vast, en knuffelde me, alsof ze steun nodig had. ‘Je - je broertje, hij is weg.’ Ik weet nog dat ik me afvroeg wat ze daarmee bedoelde. Mijn eerste gedachte was iets met verstoppertje. ‘Hij is -’ Ze haalde even stokkend adem. ‘ergens anders nu.’ Ik keek haar aan en in mijn ogen vormden zich tranen. ‘Is hij naar de hemel?’ vroeg met mijn hoge stemmetje. Ze knikte. ‘Hij is nu bij de andere engelen.’
Ik wreef in mijn ogen. Maar er kwamen geen tranen. Die ene keer dat ik gehuild had, was ook mijn allereerste en laatste keer geweest. Ik had nooit kunnen huilen, alleen maar voor me uitstaren. Sindsdien was ik nooit meer de lachende, blije Circe geworden. Nee. Alleen de wanhopige, depressieve Circe bestond nog. Die pop had ik sinds die dag nooit meer aangeraakt. Die dag had ik mijn kindertijd achter me gelaten.
De laatste keer dat ik mijn opa had gezien, was ik twaalf geweest. Nou ja - niet dat hij echt nog levendig was. Hij was ooit eens verstrooid de straat overgestoken en toen was hij aangereden. De man had hem meteen naar het ziekenhuis gebracht, maar er was niet veel meer aan te doen geweest. Hij lag in een coma. Mijn opa, waar ik steeds zo’n goede band mee had gehad - die me elke keer getroost had wanneer ik bang was - lag in een coma. Ons afscheid was stil geweest. Ik wist dat dit de laatste keer was dat ik hem zag, hoewel niemand het me gezegd had. Ik had stilletjes ‘dankje’ gefluisterd in zijn oor en moest vertrekken. De dag erna was hij gestorven.
Ik was er nooit echt overheen gekomen. Steeds als ik weer overmand werd door het verdriet om m’n broertje, had hij me in zijn nog sterke armen genomen en verhalen verteld. Over het leven, de momenten van vreugde en de momenten van pijn. Steeds als ik bang was geweest over de dood, had hij me gesust. Nu hij daarboven was, voelde heel mijn leven leeg aan. Ik had dat gevoel van veiligheid dat ik steeds bij hem had nooit bij iemand anders gehad. Niemand had me ooit zo’n troost kunnen bieden als hij.
Nu - eergisteren, was mijn moeder gestorven. Niet echt gestorven eigenlijk, iemand had haar vermoord. Ik hoopte dat ze niet had geleden, dat ze meteen weggezakt was. Dat ze niet bang was geweest voor wat komen zou. Toch voelde iets in mij dat dat niet waar was. Iedereen voelde volgens mij zijn einde naderen.
‘Circe! Het is tijd! We moeten gaan naar - naar je moeder!’ hoorde ik mijn oma, twijfelend en schor van het huilen, roepen van beneden. Ik had bij haar gelogeerd sinds... Nou ja. Ik had niet de moed gehad om terug te gaan naar de plek waar het allemaal gebeurd was.
----
Als je het maar niets vindt, don't worry! Dit is maar de introductie. Het eigenlijke verhaal komt pas in het volgende hoofdstuk. Nou ja, ik hoop dat jullie het wat vinden.
Laatst gewijzigd door Luna op di 10 jan 2012, 17:24, 1 keer totaal gewijzigd.