Hoofdstuk 6
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~

Ik kijk het kamertje rond waar we de afgelopen maanden veel mee bezig zijn geweest: De babykamer. Op de echo hebben we het geslacht van het kindje gezien en vandaar de roze kamer. Het zal niet lang meer duren voordat hier ook iemand slaapt.

Eigelijk ben ik morgen uitgerekend, en zou ik dus veel moeten rusten. Maar ik ben eigenwijs en ben vanochtend nog gewoon een stukje wezen lopen. Niet zo heel slim, want mijn rug doet nu nog meer pijn dan eerst.

Die middag ben ik weer doodop en ga op bed liggen. Ik heb de hele dag al buikpijn, maar dat zal er wel bij horen. Ik lig nog even na te denken op bed over hoe alles zal gaan lopen. Zal ons kindje rustig doorslapen 's nachts, of moet ik elke nacht wakker worden om haar de fles te geven?

In de loop van de avond word ik wakker van buikpijn. Buiten begint het al te schemeren, en op het nachtkastje aan mijn kant van de kamer ligt een briefje. Charlie is een stuk joggen, hij moet aan zijn atletisch werken voor zijn baan. Ik verkreukel het briefje als er een pijnscheut door mijn buik schiet.

Meteen ga ik overeind zitten en grijp naar mijn buik. Ik voel hoe er weer een steek door mijn buik gaat en begin te puffen. 'Charlie, waar ben je toch als ik je nodig heb!' Kreun ik. Ik grijp naar mijn telefoon die ook op het nachtkastje ligt en bel een taxi.

Ik strompel voorzichtig het paadje van de voordeur naar de straat af en zie in de verte al een taxi aankomen. Ik blijf wachten op de stoep voordat deze gestopt is. De taxichauffeuse kijkt geschokt als ze in de gaten heeft waarom mijn gezichtsuitdrukking zo pijnlijk is en rijd zo snel ze kan richting het ziekenhuis.

Eenmaal in het ziekenhuis is het niet erg druk en word ik zodra ik een stap binnenzet met een rolstoel naar de juiste verdieping gebracht. Door een zuster aab de balie word Charlie op de hoogte gebracht, en binnen 5 minuten is hij er om zijn hand blauw te laten worden.

De volgende ochtend om 5 uur precies mag ik weer naar huis. Eindelijk zal er iemand in dat wiegje slapen, onze kleine Jade.