Generatie 3 - Hoofdstuk 1
De klok tikt verder terwijl ik niet beweeg, tijd vergaat en de toekomst nadert, maar ik ben bang om op te groeien. Ik staar naar de televisie die nog niet werkt, sinds de verhuizing is er veel mis gegaan. Al het geld is op gemaakt door mijn hatelijke broer en omdat mijn ouders niet meer voor hun kind kunnen zorgen moest Annelore bij mij intrekken.
Ik ijsbeer door de woonkamer heen en weer, ideeën om het huis mooier te maken komen boven, maar het geld is er gewoon nog niet. “Daar moet nog een plant komen, en daar een leuk tafeltje.”. Zuchtend ga ik zitten, morgen begint het echte leven, dan moet ik beginnen met werken.
Een poosje denk ik na, alles op een rijtje zetten is lastig af en toe, maar wel het beste. Alles in het huis werkt amper, we hebben geen televisiekanalen, en de stroom werkt ook nog niet in de meeste kamers. De klok slaat zes uur, en ik sta op van mijn stoel om eten te gaan maken.
In het donker pak ik alle spullen die ik nodig heb. Brood, boter en jam. Op de achtergrond hoor ik het geluid van Annelore, ze speelt met haar speelgoed, omdat er niks anders te doen is. “Arm meisje, wat moet dit een vreselijke ervaring zijn.”.
In enkele minuten maak ik twee boterhammen. “Annelore, eten!” roep ik door het huis. Het getik van voetstappen galmt door elke kamer. Ik leg de overgebleven spullen weg en loop met de twee borden de woonkamer in. “Kijk eens.” zeg ik als ik het bord voor haar neus neer zet.
Onder het genot van stilte eten we beide onze boterham op. “Morgen ben ik later thuis hè lieverd. Dat weet je?”. Ze knikt terwijl ze verder eet. Zonder het te laten merken eet ik slecht een hap van mijn boterham. Ook al heb ik honger, ik wil niet eten.

“Hoezo dan?” vraagt ze, en propt nog een stuk brood in haar mond. “Nou, ik moet werken lieverd. Maar je hebt een sleutel, dus je kan naar binnen toch?”. Ik krijg geen antwoord, maar ga ervan uit dat het zo is.
Nog voor ik de kans krijg het zelf te doen of iets te vragen staat Annelore met de borden in haar hand. Ze loopt de keuken in en wast ze af. Met open mond kijk ik toe hoe goed ze eigenlijk is opgevoed. “Heeft ma het toch bij iemand erin gekregen.” lach ik.
“Nez? Mag ik in jouw bed slapen vannacht. Ik ben bang?” vraagt Annelore trillerig. Ik draai me om, kijk haar aan. De angst in haar ogen is echt te zien. “Waar ben je bang voor dan?” vraag ik, verwachtend dat ik geen reactie terug ga krijgen.
“Nou, er zitten monsters onder mijn bed.”. Ik moet mijn best doen niet te lachen, wat hebben kinderen toch altijd met monsters.. “Echt, monsters!?” speel ik mee. Ze knikt bang. “Dat meen je niet?” ga ik er nog verder op in.
Ze doet een paar passen, en als ze naast het bed staan begint begint ze weer. “Ja, daarom wil ik graag in jouw bed slapen!” roept ze, en wijst met haar vingers naar het bed. Ik kan niet anders dan toegeven, bovendien kan een nachtje vast geen kwaad.
“Vooruit dan, alleen deze nacht. Dan jaag ik de monsters even weg zo!” lach ik. Zo snel als ze kan kruipt ze onder de wollen dekens. Haar kleine lichaam vormt een bal in bed en met lippen die op springen staan kijkt ze me aan. “Wat is er nog meer?” lach ik.
“Een verhaaltje, Anthony las mij dat altijd voor.”. Bij het denken aan Anthony speelt de woede in mijn lichaam weer op. Anthony, die vieze klootzak, er zomaar vandoor gaan met al het geld dat er was. Zijn twee zusjes achter latend. “Tuurlijk.” zeg ik en probeer weer een lach op te zetten. Ik ga naast haar zitten, en pak het boek van onder het bed vandaan. “Er was eens..” begin ik.
Die avond, als Annelore in slaap gevallen is, maak ik wat beslissingen in mijn leven. Ik ga geen kinderen nemen, niet vrijwillig in ieder geval. Mijn baan wordt mijn alles, ook al is deze wat gevaarlijk. Vanaf morgen begint een nieuw leven; mijn eerste werkdag bij Queenstown Police.
Ja, het is zondag, dat klopt. Ik moet morgenochtend heel erg vroeg weg vandaar dat de update een dagje eerder online staat. Volgende up donderdag dus
! En wat vinden jullie
?