Ik opende de deur.
"Waar ga je naar toe!?" Riep iemand uit het huisje.
"Ergens waar jullie me niet kunnen volgen!" Riep ik mysterieus terug, zonder me om te draaien of om te kijken rende ik het bos in. Katrien was al veel te lang weg geweest, ik was bang dat er iets gebeurd was.
Na een tijdje roepen en zoeken gaf ik het op. Ik slenterde door het bos en knielde neer bij een een paar mooie bloemen aan de voet van een boom.
Ik snoof eraan, ze herinnerden me aan Katrien, die geur, die heerlijk zoete geur.
Ik laat een traan, waarom weet ik niet. Mijn voorgevoel is slecht.
"Ik kan hier niet blijven, ik moet zoeken!" Riep ik tegen mezelf. Uit de boom kwam een groep kraaien die schrokken van mijn geschreeuw. Ik hoorde iets kraken verderop, dat waren mannen!
Ik draaide me om en liep er van weg, tot ik bij een boom kwam die werd gebruikt als doel voor boogschieters. Ik bedacht me, trok 2 ijzeren pijlen uit de boom en ging op de mannen af. Ik knielde neer in een bosje zo'n 3 meter van ze af.
"Nachtelven." Fluisterde ik. Ze brachten een zak mee, de grootste elf scheurde hem open en rolde de inhoud op de grond, naast een soort kuil.
"KATRIEN!" Schreeuwde ik. Nog nooit van mijn leven was ik zo boos, verdrietig en levensmoe als nu. Ik stormde de bosjes uit en gooide 1 pijl in het hoofd van de ene elf. De ander kwam krijsend op me af maar ik ontweek zijn aanval en stak de pijl in zijn nek.
Terwijl de elven lagen dood te bloeden keek ik naar mijn liefde. De enige persoon op deze wereld waar ik zo veel van hield, dat ik dood zou gaan als ze er niet meer voor me was. Ik knielde neer en huilde, en niet een beetje maar golven zelfs zeeën vol.
Ik besloot dat ik haar moest begraven, het graf was er immers al.
Dit was het meest hartverscheurende wat ik ooit heb mee gemaakt. Ik kervde haar naam in een stuk hout en stak dat in de grond aan de voet van het graf.
"Dag schat, ik zal altijd van je houden..." Ik snikte en draaide om en nam de pijlen mee. Zonder na te denken liep ik de heuvel op aan de rand van het bos. Aan mijn voeten lag een meer dan 200 meter diep ravijn, en ik was niet bang.
"Ik doe dit niet voor mezelf, dit is voor Katrien!" Riep ik. Net voordat ik wilde springen voelde ik een hand op mijn schouder.
"Xander." Zei de man. Ik draaide me om, en keek in de ogen van mijn broer. Net op het moment dat ik dacht dat het niet erger kon staat hij daar. Ik was woedend, deze man heeft mijn halve leven verpest.
"OPFLIKKEREN!" Riep ik. Mijn gedachten sloegen op tilt.
"Zo praat je niet tegen je broer." Lachte hij gemeen. "Ik wil je je laatste zetje wel geven..."
Ik handelde in een reflex. Ik doorboorde zijn hart met 1 pijl en doorkliefde zijn keel met de andere. Het levenloze lichaam van mijn broer lag stil aan de rand van het ravijn. Ik nam een aanloop, en grijnzend schopt ik zijn lichaam in het ravijn.
"Je bent een verrader, crimineel, moordenaar en een zwarte kap!" Riep ik. Ik ijsbeerde langs de rand, ik zag een groepje rotsen. Ik wurmde me door 2 rotsen heen en zag een kleine open plek.
Daar stond een tafel met een bord erop.
"Wat krijgen we nou." Zei ik verrast. Ik liep naar de tafel, op het bord lag een lekkere taart en een banaan. "Lekker, ik heb honger." Ik peuzelde de banaan op en gooide de schil achteloos naar achteren.
Daarna begon ik aan de taart, het was een lekkere taart met aardbei en slagroom. Ik duwde 3 stukken taart naar binnen, tot het bleef hangen. Het was in het verkeerde gat geschoten. Ik kuchte en proestte. Ik voelde mijn adem zwakker worden. Ik rende paniekerig in het rond, tot mijn voet op de bananenschil ging staan. Ik gleed uit en vloog voorover het ravijn in...
{ Het einde van Xander Loon }
en trouwens ook de langste post hier
Laatst gewijzigd door Jozz op zo 26 dec 2010, 23:24, 1 keer totaal gewijzigd.