"Oma, hoe ging het verder met Lauranne? Ik ben zo benieuwd!"
"Dat ga ik je nu vertellen, lieve kind. Lauranne verliet de heks, Sayra, die haar had opgevoed nadat haar ouders vermoordt waren door een verrader. Sayra had uitgelegd dat Lauranne de troon moest opeisen."
Een wacht op de muur schrok plotseling uit zijn dagdromen toen hij een verschijning zag. Een jonge vrouw bij de poort. Er kwamen niet veel jonge vrouwen hier, bedacht de wacht zich, niet nadat heer Agiron de troon had opgeëist.
"Hallo?" riep de jonge vrouw. "Is daar iemand?" Ze rammelde aan de muurpoort.
De wacht rende snel weg om zijn Heer te waarschuwen. "Wacht!" riep Lauranne achter hem aan. "Ik ben de dochter van Koning Taegon en Koningin Maera!"
Plotseling ging de poort open voor Lauranne, zonder dat ze iemand zag die hem bediend zou kunnen hebben. Een naar gevoel bekroop haar, alsof er hier iets mis was.
Plotseling kwam een man door de poorten van het kasteel. Hij keek vriendelijk, bedacht Lauranne zich, dus hij was vast betrouwbaar.
De man slaakte een verbaasd gilletje. "Lauranne! Ben jij het echt?" Hij liep naar haar toe en omhelsde haar familiair.
"Ja, ik denk het," zei Lauranne verlegen.
"Ik ben Agiron, ik heb jouw ouders opgevolgd na hun tragische dood." Hij zuchtte.
Lauranne aarzelde. Was deze man nou te vertrouwen, of was hij de verrader waar Sayra over had gesproken?
"Ik.. Ik kom de troon opeisen. Het is- het is mijn geboorterecht."
"Natúúrlijk," zei de man met een vriendelijke glimlach. "Kom maar met me mee, lieve kind, dan regelen we alles meteen even."
Dat was makkelijk. Lauranne glimlachte terug en liep achter Agiron aan.
Hij loodste haar door het kasteel. Ze gingen zoveel gangen door dat Lauranne niet meer wist waar ze was. Het werd steeds donkerder, tot ze uiteindelijk niets meer dan de zachte gloed van de fakkels kon onderscheiden.
"We zijn er." Agiron maakte de deur van een kerker open. Lauranne keek hem verward aan.
"Wat-?" Voor ze uitgesproken was pakte Agiron haar hardhandig bij haar arm en gooide haar de cel in. Voordat ze goed en wel overeind was gekomen, was de deur alweer dicht en op slot.
"Waarom doet U dit?" vroeg Lauranne, die haar tranen met moeite binnen hield.
"Stom wicht!" lachte Agiron kwaadaardig. "Dacht je nou echt dat ik mijn kroon zomaar op zou geven? Je bent al net zo dom als je ouders waren."
Zijn voetstappen verwijderden zich langzaam, tot Lauranne ze niet meer kon horen. Pas toen gaf ze zich over aan haar emoties en ze begon te huilen.
Ze raakte langzamerhand het besef van tijd kwijt, de arme Lauranne. Ze sliep als ze moe was, hoewel ze geen bed had, maar er kwam hier geen daglicht om te kunnen zien wanneer het nacht was.
Daarom wist ze ook niet precies hoe lang ze hier al was, toen de verschijning verscheen. Ze lag destijds te slapen, maar werd wakker van het geluid van haar naam.
"Lauranne," klonk een onmenselijke stem.
Lauranne kwam overeind en schrok. Het was een geestverschijning, hier in haar kerker. Ze had van Sayra geleerd over alle magische wezens, maar als Heks had Sayra het niet zo op de krachten van de Doden. Lauranne had, zoals alle kinderen, de ideeën van haar verzorgster overgenomen.
"Vrees mij niet, geliefde Lauranne," vertelde de verschijning. Het klonk hol, alsof de stem er niet echt was, en tegelijk meerstemmig, alsof er twintig van waren. Het was angstaanjagend.
"Ik weet niet meer wie ik moet vrezen, en wie niet," zei Lauranne daarom terughoudend.
"Dat kan ik je vertellen. Het is Agiron, die je moet vrezen. Hij heeft mij gedood en me daarmee veranderd in dit vervloekte wezen. Ik kan het kasteel niet verlaten zo lang hij op de troon zit. Mijn naam is Maera, ik ben jouw moeder."
"Moeder?" vroeg Lauranne verrast.
De geest van Koningin Maera hield haar armen uitgestrekt, en zonder dat ze er zeggenschap op had, omhelsde Lauranne haar. Ook dit voelde raar. Maera voelde substantief, maar alsof de randen wazig waren.
"Kom, we gaan hier weg," zei Koningin Maera. "We moeten Agiron verslaan, ik zal je helpen. Neem mijn hand, dan kunnen we door de tralies van deze cel heen."
Lauranne nam de wazige hand van haar moeder en samen verlieten ze de kerkers.
Koningin Maera leidde Lauranne door het kasteel naar de troonzaal, waar volgens haar Agiron zou zijn. "Ik zal achterom gaan. Ik kom helpen," beloofde Maera, toen ze zag dat haar dochter bang was. "We zullen Agiron verslaan."
Lauranne liep naar binnen en zag, zoals Koningin Maera had voorspeld, Agiron op de troon zitten. Toen hij haar waarnam, stond hij op. "JIJ!" riep hij. "Hoe ben je ontsnapt?"
"Ik heb hulp gehad," glimlachte Lauranne, rustiger lijkend dan ze vanbinnen was, terwijl ze naar de moordenaar van haar ouders liep.
Op dat moment zweefde Koningin Maera door de muur heen.
"Hulp van MIJ, haar moeder," zei ze, mogelijk nog met een schrikaanjagender stem dan eerder.
Agiron keek haar geschokt aan. "Maera.. Maar.. nee, dat is onmogelijk!"
"Dat is niet onmogelijk, Agiron. JIJ hebt me vermoordt! En daar zul je voor boeten!"
Terwijl ze die woorden sprak, werd Agiron plots op de grond geworpen als door een onzichtbare kracht. Koningin Maera lachte wreed. "Geef je over, Agiron, anders wacht jou het lot dat ik had."
Agiron kreunde dat hij zich overgaf, maar toen Koningin Maera hem vrij liet, rende hij weg. Lauranne probeerde hem, nog wat verdwaasd, tegen te houden, maar hij duwde haar opzij.
Koningin Maera zweefde naar Lauranne. Na een korte stilte beseften ze dat zij hadden gewonnen, hoewel ze Agiron niet hadden gedood.
Samen juichten ze uit overwinning.
"Bedankt, Lauranne," zei Maera. "Je hebt me bevrijdt van de vloek, nu zal ik kunnen gaan in rust."
"Je gaat alweer?" vroeg Lauranne geschokt.
"Het spijt me, ik heb geen andere keuze."
Lauranne veegde haar tranen weg. "Ik wil U niet kwijt, moeder.. Ik heb U nooit gekend, we hebben zoveel om over te praten!"
"Het spijt me zo, Lauranne, dat we er niet voor je waren elke keer dat je ons nodig had, je vader en mij. Maar ik moet nu echt gaan."
"Ik begrijp het," snifte Lauranne. "Ik zal U missen..."
"Ik jou ook, lieve dochter, maar ik zal altijd bij je zijn, oké?" Ze omhelsde haar dochter weer.
"Dag, Koningin Lauranne," glimlachte ze. Het moment later was ze verdwenen.
Vanaf die tijd was Lauranne koningin. Ze herstelde het koninkrijk, zorgde ervoor dat haar onderdanen tevreden en rijk waren en dat de relatie met de andere landen optimaal was.
"Wat is Lauranne dapper," zei Melanie slaperig.
"Ik weet het, lieverd. Maar onthoud, de vriendelijken zijn soms niet te vertrouwen, dus kijk altijd uit."
Ja, of roodkapje, maar misschien kun je die beter doen als BN uit is gekomen, kan je een weerwolf gebruiken, dus ik denk voor nu, rapunzel of repelsteeltje
@Annika; jaa dat is Maartens kasteel ;3 Looks pretty right? Voor iedereen die het wil downloaden; Maarten's pagina Er staan nog wat andere mooie huizen op zijn pagina, zeker het downloaden waard! ;D