Aan alle passagiers
"Zo, zijn jullie allemaal op het dek? Dat is mooi. Want zal ik eens wat vertellen, mijn lieve mensen.. De moordenaars staan in ons midden. Wat zeg ik? Ons? Juist ja. Ik sta er namelijk ook tussen, gek hè? Wij zijn geniaal, dat weten we. In herhaal het nog even voor de stommen onder ons: We staan tussen jullie, we zijn doelgericht. En waarom wil ik zeggen, wij zijn dorstig, we hielden ons gedeisd, maar nu slaan we terug!", en opnieuw breekt de paniek los, maar deze keer is het anders. Er wordt op al deze mensen gejaagd en niemand blijft op het dek staan. Op het dek zullen ze niet veilig zijn, ze zullen zich moeten verstoppen.
