Gisteren middag begon het plotseling keihard te stormen. Iedereen was wanhopig naar elkaar toegerend en samen hebben we een schuilplek geprobeerd te bouwen. De bomen leken bijna wel te breken en ik vreesde voor mijn dood, alsof ik dat daarvoor nog niet deed.. We zaten met zijn allen op een paar grote rotsblokken, beschut onder de bomen. Maar zo op een kluitje zitten waren we al weken niet meer gewend, dus werd er meteen ruzie gemaakt door Sandy en Jill. Dave en ik hielden ons een beetje afzijdig.
Inmiddels is hun ruzie een beetje afgezwakt, in tegendeel tot de storm. Niemand van ons heeft echt goed kunnen slapen. Het is angstaanjagend, al die geluiden. Voor het eerst hoor je ook echt dieren geluid maken, die vluchten voor dit onheilspellende weer. Ik lig met mijn hoofd op Dave's schouder te kijken naar de andere drie overige groepsleden.
"Raar om te bedenken dat we eerst met zijn twintigen waren. We hebben er al vijftien verloren."
"Plus de reisleider," voegt Dave eraan toe. Ik zie Jill voorzichtig richting onze kant over de stenen lopen. Het mos dat erop groeit maakt het erg glad. "Oh, Jill komt ons vergezelschappen."
"Hey Helen en Dave. Hebben jullie een plan?', vraagt ze zodra ze naast ons zit.
- Helen Clarkson.