*gaat op dak zitten van vouwwagen*
*kijkt om zich heen*
kijk nou de auto van mastvlag
*steelt auto en rijdt ermee naar de tenten winkel*
*maakt tenten kapot*
*haalt ook een vouwwagen*
*zet die even goed op slot als die van mastvlag*
*parkeert auto weer op dezelfde plek als eerst*
*stapt uit*
*gaat vouwwagen inrichten*
Zo nu heb ik ook een vouwwagen