De eerste moord
Cluedo
‘Ik denk dat alle gasten er zijn,’ zegt Dr. Swart terwijl hij voor de groep mensen gaat staan. Iedereen is stil en wacht op de woorden van Dr. Swart. ‘Goedemiddag, luitjes!’ klinkt ineens een overenthousiaste stem. Een stevige vrouw met gekleurde, maar vooral oranje kledij komt aangesneld. ‘Oh, dag Avora,’ zegt Dr. Swart die onaangenaam verrast lijkt. ‘Begin met je speech, Alex,’ zegt Elanoire, de ex-vrouw van Dr. Swart. ‘Jullie vragen je vast af waarom ik jullie op deze zonnige dag allemaal uitgenodigd heb op slot Swaenesteyn. De reden is dat ik vanaf vandaag opnieuw ga beginnen. De zaak is verkocht en dit wordt vanaf nu mijn woning. Mijn focus ligt niet meer op geld en macht, maar op de belangrijkste zaken in mijn leven. Jullie.’ Iedereen begon te klappen. Mandy liep naar binnen en Lieve volgde haar snel. ‘Wat prachtig hoe je vader dat doet zeg, hij is zo goed in wat hij doet!’ ‘Geweldig,’ antwoordt Mandy sarcastisch. ‘Na al die jaren wordt hij ineens de perfecte vader. Een beetje laat, nietwaar?’
Die avond is het diner. Na een zonnige dag brak er een vreselijke storm uit. Mevrouw Blaauw van Draat gilde het uit. ‘Hou je rustig, mens,’ snauwde haar man, Kolonel van Geelen, haar toe. Van Dr. Swart kreeg ze stiekem een knipoog die haar weer gerust stelde. ‘Gelukkig hebben jullie je koffers allemaal mee genomen om hier mijn eerste nacht op het slot door te brengen.’ Iedereen knikte vriendelijk, behalve Saskia. Ze kende deze mensen niet. Ze had een jaartje stage gelopen in zijn bedrijf, maar kende Dr. Swart helemaal niet goed en nu moest ze hier slapen. Even liep er een man voorbij de eetkamer, hij leek er niets te zoeken te hebben. Het was Rex, de tuinman van Dr. Swart. Hij sliep in het personeelsverblijf met mevrouw de Wit en Pientje, de huishoudsters van Slot Swaenesteyn. ‘Laten we het glas heffen,’ zei Hélène, ‘op deze geweldige man, mijn broer, Alexander Swart!’ Mandy en mevrouw Fuchsia keken elkaar aan. Ze moesten dat mens niet en dat hadden ze ook nooit gedaan.
De avond begon en de storm hield niet op. Hélène, Rosa, mevrouw Fuchsia en Mandy bleven in de eetkamer om gezellig te tafelen, maar gezellig was het niet echt. Hélène en Rosa deden vreselijk nep tegen elkaar, ze waren duidelijk niet elkaars type mens, maar ze deden alsof ze al jaren vriendinnen waren. Mevrouw Fuchsia en Mandy hadden beiden niets met de twee dames dus kletsten met elkaar. In de muziekkamer zat mevrouw Blaauw van Draat een beetje met een viool te prutsen. Jaren had ze dit op professioneel niveau gedaan. Dr. Swart was samen met Kolonel van Geelen, Dominee Groenewoud en Professor Pimpel naar de zitkamer gegaan. Ze namen een stevige borrel, maar Professor Pimpel voelde zich helemaal niet op zijn gemak tussen de grootspraak van de mannen. Saskia en inspecteur Grauw zaten in de serre. Ze genoten van de storm. ‘Vertel me eens, mevrouw Lavendel..’ ‘Zeg maar Saskia.’ ‘Vertel me eens, Saskia, hoe ken jij deze vreselijke man.’ Saskia zuchtte. ‘Vertel het me maar. Ik heb geen idee. Ik zit te kijken naar al zijn goede vrienden en zijn familie, ik hoor hier niet tussen. Ik ken die man amper. Jij?’ ‘Ik heb veel onderzoek gedaan naar Dr. Swart. Er kleeft bloed aan zijn handen, ik weet het zeker, maar ik heb hem nog nooit te pakken gekregen.’ ‘Waarom heeft hij je uitgenodigd?’ ‘Om me te laten zien dat hij niet meer de oude Dr. Swart is,’ antwoordde de inspecteur. Saskia lachte. ‘Spannend..’ ‘Rex was in de hal waar alle koffers stonden van de gasten. Hij had de opdracht gekregen om alles naar de juiste kamer te brengen. Hij had Sandra en Avora al naar boven zien lopen. Lieve dwaalde wat door het huis en bewonderde alle spullen van Dr. Swart, haar idool. Zelfs de kleinste vezel merkte ze nog op. Ze fluisterde teksten als: ‘Wauw, hier heeft hij gelopen.’ Of : ‘Deze muur heeft hij aangeraakt.’ Pientje en mevrouw de Wit waren aan het afwassen in de keuken. Pientje vertelde weer hele verhalen als altijd, maar mevrouw de Wit ergerde zich ontzettend aan de jonge huishoudster.
De storm bleef aanhouden, zelfs toen iedereen al in bed lag. Op meerdere kamers brandde nog licht. Mevrouw Fuchsia sliep op één kamer met haar dochter, Mandy en diens vriendin, Lieve. Opeens viel de stroom uit en Lieve begon te gillen, net als mevrouw Blaauw van Draat verderop in de gang deed. ‘Rustig, kind,’ zei mevrouw Fuchsia. Een half uur later was de stroom nog niet aan. Sommigen gingen niet slapen voordat ze weer licht hadden en anderen gingen in hun bed liggen. Niemand kon elkaar zien en ze hoorden alleen voetstappen en gepraat van mensen die over de hele bovenverdieping liepen. Opeens klonk er een vreselijke gil door het hele huis. Het was Pientje, het kwam van beneden! ‘Help! Help!’ Vlak daarna ging het licht weer aan.
Pientje stond met een nog brandende kaars in de studeerkamer. In die studeerkamer bungelde het lichaam van Dr. Swart aan het touw met daarnaast een bebloede kandelaar. In het lichaam stak een mes en een kogel uit een revolver had zijn hart doorboord. Inspecteur Grauw was als eerst bij hen. Hij knielde naast Dr. Swart die nog wat probeerde te zeggen. ‘Vier..’ zei hij. ‘Wat zeg je, Alexander?’ vroeg de inspecteur. ‘Vier.. ‘ ‘Vier, wat?!’ Mevrouw de Wit snelde naar binnen. ‘Hoe laat komen ze,’ vroeg ze aan Pientje. Pientje keek haar niet begrijpend aan. ‘De ambulance? Je hebt gebeld toch?!’ Pientje schudde haar hoofd en mevrouw de Wit liep geïrriteerd naar de telefoon. ‘Ze waren met z’n vieren,’ zei Dr. Swart waarna hij zijn laatste beetje lucht uit ademde. Inspecteur Grauw voelde aan zijn pols. ‘Hij is dood.’
Inspecteur Grauw zorgde dat iedereen bij elkaar kwam en dat deden ze. Ze verzamelden zich om hem heen in de hal. Sommigen hadden hun koffer al bij zich. ‘Het spijt me dat ik dit mee moet delen, maar Dr. Swart is vermoord. En de dader, of liever gezegd daders bevinden zich onder jullie, dat is zeker. Het huis was afgesloten en er zijn geen sporen van inbraak. Vier van jullie hebben Dr. Swart om het leven gebracht en jullie blijven allemaal hier totdat de daders gepakt zijn.’
Laatst gewijzigd door Mikese op wo 31 jul 2013, 00:59, 2 keer totaal gewijzigd.