Hoofdstuk 4
Het was een verassing dat mijn moeder een keertje bij mij langs kwam. Normaal gesproken moet ik altijd naar haar toe gaan. Met de nadruk op MOET, want ik heb niks voor het zeggen. Had ik dat, dan zat ik hier nu niet. Dan lag ik lekker op de bank met een zak chips. Maar moeder had een leuke ‘voorstel’. ‘’Vanavond ga je uit met Upyi. We kunnen zijn geld makkelijk gebruiken.’’
‘’Moeder, alsjeblieft niet. De man, of jongentje eerder nog, spoort niet helemaal. Hij gedraagt zich als een klein kind en weet niet eens wat plezier inhoud’’. Moeder keek met haar strenge blik en dat was genoeg. Ik MOEST dus uit met Upyi.
Wat was het een leuke avond! Dat was dus echt sarcastisch bedoeld. Ik heb wel ooit een saaie avond gehad, maar dit is het toppunt. We zitten gewoon letterlijk te schaken. En raad is, ik weet niet hoe. Maar ik wil niet dom lijken dus ik doe maar wat. ‘’Ik zet dit pionnetje hier neer’’, zei ik twijfelt.
Upyi keek naar het schaakbord. ‘’Een goede zet Ava, maar dat had beter gekund’’, zei Upyi met een serieuze toon. Daarna begon hij nog door te praten over het schaken. Over hoe goed hij wel niet was, dat soort dingen. Ik had hier dus echt geen zin in. Ik stond op en rende weg, dit wil ik gewoon niet.
Ava rende opeens weg, hadden we het soms niet gezellig? Broedend ging ik op de grond zitten. In mijn ooghoeken zag ik Ava weg rennen, weg van mij. Blijkbaar zijn mijn schaak theorieën niet zo interessant. Het komt nog wel, dat ze me leuk gaat vinden. En anders zorg ik daar wel voor…….
Ik was naar het park toegerend. Het was een chaos in mijn hoofd, en wilde duidelijk even alleen zijn. Ik wil gewoon niet bij Upyi zijn, hij spoort niet. Helaas moet het van Moeder. Langzaam kwamen er kleine traantjes. Maar ik hoorde opeens voetstappen achter me, ik schrok.
‘’Niet schrikken’’, zei Epyo met een lach. Maar toen zag hij mijn kleine traantjes. ‘’Ava wat is er?’’, vroeg hij. En hij kwam daarna dichterbij. ‘’Ik weet het gewoon niet meer. Ik wil niet bij Upyi.’’ Epyo begreep me, zoals altijd. ‘’Kom, dan gaan we even zitten’’.
Ik begon gewoon alles te vertellen. Hoe ik me nu voelde. Bij Epyo kan ik me verhaal kwijt en dat vind ik erg fijn. Hij luistert goed mee en helpt me echt. ‘’Doe gewoon wat jij het liefste wil. Negeer de Geboorte Koningin en ga niet meer uit met Upyi’’. Ik werd er heel emotioneel van, daarom begon ik nog harder te huilen.
‘’Ava, kom hier’’. En Epyo legde zijn arm om mijn schouders. Het gaf een veilig gevoeld, een goed gevoel. ‘’Dankjewel’’, fluisterde ik in Epyo’s oor. Hij lachte: ‘’Ik wil jou gelukkig zien’’.
Hoofdstuk 3 <