
Christiaan keek naar het tafereel alsof hij er geen onderdeel van was. Iedereen was zo vrolijk; zijn vader was druk in gesprek met dokter Jacobs over medicijnen, en Jenkins feliciteerde zijn moeder uitbundig. Eigenlijk zou hij zijn ouders ook moeten feliciteren dacht hij, met enige tegenzin.

Christiaan liep stilletjes naar zijn vader, maar Gustaaf was druk in gesprek met de dokter.
“Vergeet niet dat uw vrouw keurig haar medicijnen neemt, op haar leeftijd is een zwangerschap wat risicovoller dan gemiddeld.” zei de dokter serieus. “En ik raad jullie aan om wat eerder aan zwangerschapsgym te beginnen; zo heeft ze wat meer de tijd om zich voor te bereiden op de grote dag. Uiteraard brengt dit wel extra kosten met zich mee..” zei dokter Jacobs twijfelend. Gustaaf knikte heftig. “Alles voor mijn nieuwe kleine ventje!” Christiaan zuchtte. Zijn vader had het veel te druk. Dan zou hij zijn moeder wel feliciteren.

“Kantjes! Ja dat wil ik! Zou dat niet énig zijn? Ik zie het nu al voor me; kleine zwarte jurkjes met strikjes en kantjes!” zijn moeder glunderde. “Wat zal haar dat gewéldig staan!” Ze keek naar een verwarde Jenkins. “Wat?” vroeg ze. Christiaan voelde zich hier ook al niet gewenst. Stilletjes sloop hij naar zijn kamer.

Christiaan ging op zijn bed zitten om na te denken. De baby. Alles draait vanaf nu alleen nog maar om de baby. Nu kijken papa en mama vast niet meer naar mij om… stilletjes liep er een traan over zijn wang. Zachtjes werd er op de deur geklopt.

Zijn moeder kwam binnen. “Christiaan? Waarom zit je hier?” Christiaan reageerde niet. Zuchtend ging Cornelia naast haar zoontje zitten.

“Ga je me nog vertellen wat je dwarszit?” vroeg ze vriendelijk. Christiaan stotterde. “N- nu h-houden papa en j-jij meer v-van die baby dan v-van m-mij.”

Cornelia schrok. “Hoe kan je dat nou denken Christiaan? We houden net zo veel van jou als dat we van je nieuwe zusje gaan houden.”

Christiaan verschoof. “Zusje?” vroeg hij. “Eh.. of broertje natuurlijk.” Zei Cornelia snel. Christiaan dacht na. “Beloof je dat?” vroeg hij. “Erewoord!” zei Cornelia. "Hmm.. oke dan." Zei Christiaan toen. Misschien was een broertje of zusje toch niet zo slecht, bedacht hij.

“Ik denk dat het tijd is voor het eten, want ik hoor je maag hier knorren.” Zei Cornelia. Ze gaf Christiaan een bemoedigend klopje op zijn rug.

Ze liepen samen naar de deur, totdat Cornelia zich omdraaide. “maar je gaat niet aan tafel met die tranen op je gezicht!” zei ze lachend. Ze veegde zijn gezicht af en gaf een kus op zijn voorhoofd. “Zo.” Christiaan trok een gezicht. “Máááám!” zei hij geërgerd, want hij was nu al een grote jongen. maar stiekem, heel stiekem vond hij het wel fijn.