Een meisje keek naar me, ik had alles zien gebeuren. Ze schuilde voor de conducteur, was ze haar kaartje vergeten? Zal ik? nee, nee, doe ik niet. Of? misschien, misschien...
misschien kon ze me niet helpen, maar niet geschoten is altijd mis. Ik stond op, liep door naar de ingang van de trein. Hij reed nog niet, de deur stond nog open. Er kwam toch niemand meer binnen? Ik liep even naar buiten en daar, vol verrassing zag ik een papiertje tussen het spoor steken. Ik raapte het op en bekeek het. Een kaartje van ene Lilly, zou dat dat meisje dan zijn?
Ik liep weer naar binnen, rechtstreeks naar haar toe. Ik hield het kaartje voor de gene die ik voor Lilly aanhield, want zij zat wanhopig onder de bank voor de conducteur, maar goed. Ik hield dat kaartje dus voor haar neus en vroeg: "is dit misschien van jou?"
-Piet-
