Hoofdstuk 2

'Dais!' Hoorde ik Daniël roepen. 'Kun je even naar onder komen?' 'Kom al!' Riep ik. Ik zag mijn moeder, Daniël en Katelijne met Lisa op de bank zitten. 'Wat is er?' Vroeg ik. 'Pak een stoel.' Zei mijn moeder. 'Lieverd, ik wil gaan verhuizen. Ik wil je niet meer tot last zijn.' 'En wij willen ook gaan verhuizen. Lisa begint al groot te worden.' Zei Daniël. 'Dan blijf jij hier dus alleen...' Voegde mijn moeder eraan toe. 'Is dat goed voor jou, kun je je dan redden?'

Ik knikte. 'Als jullie willen verhuizen houd ik jullie niet tegen. Wie ben ik om te zeggen dat dat niet mag. Ik red me heus wel.' 'Goed dan schat.' Zei mijn moeder. 'Morgen zijn we weg. 'Morgen al?' Dacht ik. Dat was snel.

En ja hoor, de volgende dag waren ze direct weg. Het was stil in huis, heel raar. Ik kende zo'n enge stilte nog niet. Nu ze weg waren kon ik wel doen wat ik wilde. Als ik wou hoefde ik me niet eens aan te kleden na een douche. En ik kon keihard door het huis zingen. Niet dat ik daar behoefte aan had, maar toch.

Ik voelde me best eenzaam. Ik had geen idee wat ik moest doen naast mijn werk en TV kijken. Ik wou iets of iemand om mee te knuffelen. Wat kon je dan beter kopen als een kat?

Ik dacht geen minuut langer na en belde naar het dierenadoptie bureau. 'Met dierenadoptie bureau Queenstown. Wat kan ik voor u doen?' 'Hallo, ik wil graag een kat adopteren.' 'Wilt u een oudere, volwassene of kitten.' 'Een kitten.' 'U heeft geluk mevrouw, er is nog één kitten. Het is een jongetje, genaamd Tommy.' 'Oké, helemaal geweldig.' 'Wilt u hem nog eerst zien, voordat u hem krijgt?' 'Nee, breng hem maar.' 'Oké, we komen hem om vier uur afleveren. Heel erg bedankt voor het adopteren.' 'Bedankt!' Helemaal blij legde op. Ik ging snel naar de winkel om spulletjes te kopen voor mijn nieuwe kitten.

Ik kocht een mandje, kattenbak, voederbak en vele speeltjes. Ik was helemaal klaar voor mijn nieuwe vriendje.

Iets na vieren kwam de bus van het adoptiebureau met daarin mijn kitten. Tommy was een klein fluffig katje, die super schattig was. Al snel was hij mijn beste vriendje en lag die de hele tijd op mijn schoot.

Op een zonnige middag liep ik over het paadje tegenover mijn huis met Tommy. Terwijl Tommy vrolijk rondhuppelde, liep ik met mijn gezicht in de zon. Er kwamen vele mensen voorbij gewandeld. Een man liep er nogal verdwaald bij en ik had gelijk. 'Mevrouw, mag ik u iets vragen.' Zei hij toen ik voorbij liep. Ik draaide me om. 'Natuurlijk.'

'Dit is toch de Koningsstraat?' 'Nee, die is daarachter ergens.' 'Ow, oeps foutje. Zou je me kunnen wijzen waar dat is? Ik ben al te laat voor een verjaardag.' 'Haha, tuurlijk. Loop rechtdoor, tot de tweede afslag links en dan ben je al in de koningsstraat.' 'Heel erg bedankt.' 'Als je het niet vind kom je maar terug en dan bel je bij mijn huis aan.' Ik wees naar mijn huis aan de overkant. 'Is goed.' Lachte de man. 'Doei uhh... Ik weet je naam nog niet eens.' 'Daisy. En jij bent?' 'Levi. Haha. Doei Daisy!' 'Doei Levi.'

Dezelfde dag ging de bel. Het was al donker. 'Hee, ik dacht ik kom nog even langs. Heb je wel tijd?' Levi bloosde. 'Natuurlijk, kom binnen.' Zei ik met een grote lach.

'Leuk huisje.' Zei Levi. 'Ik zie dat je een kat hebt.' 'Ja, een kitten. Daarmee was ik ook aan het wandelen.' Tommy kwam uit de keuken gelopen. 'Wat een schatje.' Zei Levi.

We gingen op de bank zitten. 'Wil je koffie?' Vroeg ik. 'Nee dankje?' 'Iets anders?' 'Nee, ik hoef echt niks.' 'Oké dan. Haha. Hoe was de verjaardag.' 'Wel gezellig hoor, niet anders dan andere verjaardagen. Wat kletsen met familie en dat is het. Ik hou er eigenlijk niet zo van.' 'Ik hou ook niet zo van verjaardagen. Altijd hetzelfde.' 'Klopt.' We lachtten

Op een begeven moment viel er een stilte. Levi begon een beetje nerveus te bewegen. Opeens legde hij voorzichtig zijn arm om me heen. 'Eindelijk.' Dacht ik. Ik kroop dichter tegen hem aan. 'Ik vond je direct al leuk.' Zei hij. 'Ik jou ook.'

We keken elkaar aan. Levi's hoofd kwam dichter bij. Onze lippen raakte elkaar teder. Met onze ogen dicht bleven we dicht met onze lippen bij elkaar, maar we kusten niet. Het was heel romantisch.

'Het wordt al laat.' Zei Levi en stond op. Hij sloeg zijn armen om me heen en gaf me een kus op mijn wang. 'Ik zie je hopelijk snel weer.' 'Ja, hoop ik ook.' Ik bracht hem naar de deur en gaf 'm nog een zoen. Ik keek hoe hij weg ging. Met een fijn gevoel ging ik slapen. Dus zo voelt het om verliefd te zijn.