Een hele goedendag, mijn naam is Antoine McIntosh. Ik zit op de Sunset Valley Academy en ik vind school werkelijk waar één van de mooiste aspecten uit het leven.
Want zegt u nou zelf, wat doet u liever, schoolwerk maken of thuis naar het beeld van de televisie turen. Dat mag duidelijk zijn toch?
En nu het mooiste nieuws, ik heb een potentiële liefdeskandidaat. Ze is oogverblindend mooi en ze heet Marietje. Ondanks dat ik haar nog maar net heb leren kennen, is ze nu al een prachtig
exemplaar van de mens. Haar lange blonde haar, haar chique kledingsmaak, haar verlegen karakter... *zucht*
Ze houdt net zoveel van naar school gaan als ik, en we zitten dan ook 15 minuten van tevoren bij de alleraardigste mevrouw van Dikkenbuik, zodat we nog even ons schoolwerk tot ons kunnen nemen.
Er was eens, heel lang geleden, lang en lang voordat jij geboren was, een verschrikkelijke duivel. Alisa, zo heette ze.
Marlinda, zo heette ik in mijn vorige leven, dwaalde al eeuwen door de woestijn. Door een afbeelding op een ouderwetse grammafoonplaat werd ze opgezadeld met een missie: De eerste skelet kopen die ze zag.
Dat is moeilijker dan het klinkt, want Marlinda mocht geen graven of zo roven, dat was verboden. Bovendien mocht Marlinda geen echte skeletten meebrengen. Anders was ze verdoemd, ze zou een pijnlijke dood sterven en zou in haar volgende levens altijd met haar edele hersens blijven hangen bij de peutertijd.. Allemaal door Alisa.
Ze zocht en ze zocht, eeuwen lang zoals ik al zei. Toen, toen zag ze opeens een ouderwets en vervallen kraampje midden tussen twee cactussen.
Die cactussen waren niet zoals de andere die Marlinda in haar hele reis had gezien. Ze waren groter, vooral de stekels waren 10 keer zo groot dan de normale. Achter de kraam zat een meisje, niet ouder dan een jaar of 13.
Haar kleren leken gloednieuw, het zag er raar uit. Gewoon.. modern.
Enfin, Marlinda liep met snelle passen naar het kraampje. Toen ze er bijna was, haalde het vreemde meisje zonder wat te zeggen een skelet achter haar vandaan. Neb, schreef ze in een vaag handschrift op een bruingekleurd papiertje. Zonder wat te zeggen. Marlinda grijnste breed, ze had haar missie voltooid!
Twee weken deed ze erover om naar de afgesproken plek te reizen, als ze het skelet afleverde, zou ze rijk beloont worden.
Net toen ze het skelet uit haar enorme rugzak haalde, kwam Alisa op haar af. Met een Driepuntige stok in haar hand en rode duivelsoren.
De slimme Marlinda wist wat er was gebeurd. Achter het kraampje zat Elisa. Het skelet was echt. Ze was verdoemd.
Zwijgend ging ze op haar hurken zitten. En terwijl alles pikzwart om haar heen werd, hoorde ze telkens de kwaadaardige lach van Alisa, overal achter de zwarte muren van de verdoemdenis.