Het vlammetje wordt even heel fel als het in aanraking komt met onze haren en bloed. Als een vallende ster.
Ik maak twee diepe buigingen. Mijn stem klink hol in de kamer.
"O hoeders van dit huis, help uzelf." Als een echo herhaalt Ryan wat ik zeg.
"Uw trotse woning wordt geteisterd door buitenstaanders. Er zal een beproeving op uw standvastigheid volgen, o grote hoeders." Het hout begint zachtjes te kreunen.
"Wees u alstublieft vergevingsgezind tegenover dezen. Zij zullen vernielen en verstoren. Hoede gij voor uzelf, dan hoede gij voor anderen."
Zo gaat het een tijdje door, terwijl het gekraak alsmaar erger wordt. Als onze benen lam worden van de harde vloer vind ik het wel genoeg geweest.
"Ik denk dat dit wel goed is. Nu kunnen we alleen nog maar hopen. Succes is nooit gegarandeerd, mar soms wil het wel helpen," zeg ik. Samen blazen we de kaarsen uit.
- Jade
