Hoofdstuk 5
‘Durf jij nog terug te gaan, de tombe in?’ vroeg Juliëtte aan mij.
Het was een paar dagen nadat we terug waren gekomen uit de tombe en we zaten gezellig te kletsen.
‘Nou, ik denk het niet. En jij, Stephan?’
‘Ik wel hoor,’ antwoordde Stephan. ‘Hé kijk daar eens!’
Meteen draaide ik mijn hoofd om – zou het de mummie zijn?
In plaats van de mummie stond er een knap meisje met haar armen over elkaar geslagen.
‘En wie ben jij?’ vroeg Juliëtte met een arrogant toontje in haar stem.
‘Ik ben Christina-Lena, nieuw hier op deze school. En jullie zijn?’
Ik zat nog steeds met mijn mond open te staren naar het meisje. Ze was erg knap met haar blonde haren en leren legging.
‘Ik ben Juliëtte, dit is Stephan en dat is Finn,’ zei Juliëtte en ze wees ons aan.
Christina-Lena knikte.
‘Zou iemand mij even naar de directeur kunnen brengen, ik weet de weg nog niet.’
‘Ik wijs je wel even de weg,’ zei ik meteen. Ik had Stephan al zien kijken naar haar, maar dit meisje voelde echt speciaal voor mij.
Samen liepen we door de school heen. Ik vroeg haar waarom ze hier was.
‘Waarschijnlijk om dezelfde reden als jij hier zit. Mijn ouders hebben hier opnames voor hun nieuwe film en ik moest mee. Zit je hier al lang?’
‘Nee,’ antwoordde ik, ‘nog maar twee weken. Ik moet ook nog een beetje wennen, iedereen hier is zo apart.’
We kwamen aan bij de directeur en hij gebaarde dat ik weer weg kon gaan.
Ik liep een eindje terug, maar mijn gevoel zei dat ik niet weg moest gaan. Vanachter een boom keek ik toe hoe de directeur en Christina-Lena het wel erg gezellig hadden samen. Ze lachten en praatten erg luid, ik kon precies verstaan wat ze zeiden.
Ik zag de directeur steeds dichter bij Christina-Lena gaan zitten.
‘Gadver,’ ontsnapte er uit mijn mond.
Verschrikt liep ik snel weg en ik hoopte dat ze mij niet gezien hadden.
‘Serieus? Gadverdamme, ik wist niet dat onze directeur zo was. Wat vinden jullie eigenlijk van die nieuwe?’
‘Och, ze is wel aardig. Ze heeft een leuk koppie,’ antwoordde Stephan. Ik merkte aan zijn stem dat hij wel meer van haar vond.
‘Ze is inderdaad wel aardig,’ zei ik net zo oppervlakking.
Nog nooit had ik een meisje gelijk zo leuk gevonden en ik wilde er ook werk van maken. Alleen dat van die directeur zat mij dwars, had ik het maar niet gezien…