Hoofdstuk 9
Tina sliep die nacht niet. Ze kon het gewoon niet. Heel de nacht was ze bij Peter gebleven, met de hoop dat hij helemaal niet dood was, maar gewoon aan het slapen was. Maar hij werd niet wakker. Tina stond op en liep de tuin in, een plaats waar ze helemaal tot rust kon komen. Vroeger, toen het huis net nieuw was, zat ze hier vaak samen met Peter, bij de fontein. Ze zoenden en fantaseerden over de toekomst. Maar een toekomst had Peter niet meer. Weer stroomden de tranen over Tina’s wangen. Eerst was haar dochter plotseling verdwenen en nu haar man overleden…
Rond 11 uur kwamen Roos en Mark, de zus en schoonbroer van Peter. Ze omhelsden Tina en toen Mark even wat dingen ging regelen, sprak Roos met haar schoonzus.
‘Ik vind het zo vreselijk, weten ze al wat er is gebeurd?’
Tina knikt. ‘Ja, de dokter belde mij net. Het is een hartaanval geweest. Peter zou al langer met hartproblemen hebben gelopen, maar dat wisten wij niet.’
‘Dat is echt verschrikkelijk. Ik leef zo met jou en de kinderen mee.’ Roos klopte op Tina’s schouder.
‘Maar voor jou is het ook erg,’ zei Tina, ‘het is wel jouw broer.’
Na het gesprek met Roos ging ze kijken bij Mark. Hij was wat dingen voor de begrafenis van Peter aan het zoeken. Hij keek op toen Tina binnenstapte.
‘Kom eens hier, meid,’ zei hij en opende zijn armen voor een knuffel. Tina legde haar hoofd op zijn schouder en huilde.
‘Dit verwacht je niet, het is zo erg. Ik heb er gewoon geen woorden voor.’
Tina zei niks en keek met roodomrande ogen naar buiten. Even dacht ze Jade te zien, maar nadat ze knipperde was het leeg op straat.
Een paar dagen later was de begrafenis. Joyce en Jillian hadden van hun moeder mogen shoppen, maar beide hadden ze daar totaal geen zin in. Daarom opende Joyce die middag haar kledingkast en zocht wat neutrale kleren uit. Het werd een grijs shirtje en zwarte, wijde broek. Ook Jillian koos nette kleren uit, een zwarte rok met een nette blazer. Tina had een lange jurk aan, die ze vorig jaar had gekregen van Peter. Ze vond hem prachtig en had hem maar één keer eerder gedragen.
Het formele deel was geweest. Om 3 uur stonden Tina, Joyce en Jillian nog even bij het graf van hun man en vader te kijken.
‘Ik denk dat papa de begrafenis wel heel mooi vond,’ zucht Joyce tussen haar tranen door.
Een aantal familieleden, waaronder Mark, Roos en Dylan, waren gekomen en met z’n allen hadden ze afscheid van Peter genomen. Het was niet groot, maar dat had Peter zelf ook nooit gewild.
‘Ik denk het ook, meis,’ huilde Tina.
Jillian zei niks, maar de tranen stroomden wel over haar wangen. Haar lieve papa, haar beste maat, de hardwerkende man, hij was er niet meer. Ze had wel eens een boek gelezen over iemand die geen vader meer had, maar dat was toch heel anders dan in het echt. Ze had het zich nooit kunnen voorstellen, maar ze mist hem echt verschrikkelijk.
‘Kom, we gaan naar huis,’ hoorde ze haar moeder zeggen. Terwijl ze wegliepen, keek ze nog een keer achterom. Dag, lieve papa, ik kom je snel weer bezoeken.
Toen ze thuiskwamen stond er een groot bord salade op tafel.
‘Voor mijn lieve schoonzus, Jillian en Joyce. Ik heb een lekkere salade gemaakt, dat kunnen jullie wel gebruiken. Kus, Roos.’
‘Wat lief,’ zuchtte Tina, en ze kreeg bijna weer tranen in haar ogen. Vanuit de keuken pakte ze drie borden en even later zaten ze lekker te eten.
‘Ik krijg bijna geen hap door mijn keel, maar de salade is wel heerlijk,’ zei Joyce.
Na het eten vertrokken ze alle drie naar een andere kamer. Iedereen wilde even alleen zijn. Tina deed de deur van de kamer van Jade open. De deur begon al een beetje te kraken, hij was al een hele tijd niet meer gebruikt. Alles stond er roerloos bij, het bed, de tv, de kledingkast en ook de wc. Voor de zoveelste keer die dag moest Tina huilen. Om haar leven. Het liefste wilde ze niet meer leven, maar omdat ze nog twee andere dochters had bleef ze. En misschien zou Jade nog eens terugkomen, maar Tina had die moed al opgegeven.
Jillian was moe, het was een drukke en emotionele dag. Van haar vrienden van school had ze allemaal sms’jes ontvangen met daarin sterkte gewenst. Ze vond het erg aardig, maar op dit moment wilde ze er even niet meer aan denken. Ze trok haar kleren uit en stapte in bed. Eerst maar eens slapen, als dat lukte.
Bij Joyce lukt dat niet, ze stond al vroeg in de ochtend naast haar bed en trok haar pantoffels aan. Ze besloot om naar beneden te gaan en een stukte te wandelen in de tuin. Even later kwam ze bij het tuinhuisje. Hier had haar vader vroeger veel gezeten, had Tina haar verteld. Hij schilderde wel eens iets, niet dat hij erg creatief was. Joyce kreeg opeens ook zin om te schilderen, net alsof haar vader riep dat ze het moest doen. Ze liep naar de ezel en smeerde wat kleuren op het doek.