"Lucas!" schreeuw ik wanhopig. "Lucas, Lucas!" ik probeer hem wakker te schudden, maar hij reageert niet. Dan zie ik een kogel in zijn...
Wie zou er daar nou schieten? Dat is belachelijk. Dan hoor ik wat Lia mompelt: sorry. Ik draai me om. Woedend nu.
"WAT HEB JE GEDAAN?" schreeuw ik woest. Lia begint te huilen. Wat een watje.
Snel draai ik met weer naar Lucas. "Het komt goed, we hebben genoeg, geplunderd." fluister ik.
"Help me hem te dragen." zeg ik tegen Lia. Samen tillen we hem richting het schip. Als hij in de hangmat ligt, stuur ik Lia weg. Laten we maar hopen dat er iemand hem kan verzorgen, dit ziet er niet al te best uit...
Dan opent Lucas zijn ogen.

~Eastred March

Oh nee! Lucas! Wat heb ik nou gedaan!
"Het spijt me zo!" snik ik. Dit was niet mijn bedoeling. Eastred was woest. Samen tilden we Lucas naar het schip en legden we hem op de hangmat
"Nu opdonderen," siste Eastred. Ik knikte trillerig. Maar net toen ik de deur uit was hoorde ik Lucas en ik holde terug.
"Oh het spijt me zo, zo erg Lucas! Ik kan niet met die dingen overweg en ik deed echt mijn best ik wilde je niet raken ik..."
"Lia," onderbrak Lucas me met een glimlach, "het is al goed. Ik weet heus dat dit niet expres ging."

*LIA*

Ik zat dus in een kelder, fijn. Ik voelde aan de muren of er niet een toorts was, mijn hand gleed rond het handvat.
"Mooi!" Riep ik. Ik stak de fakkel aan en ontdekte dat ik een een gang stond, een ondergrondse stenen gang. Ik liep de gang in, er hingen een hoop spinnenwebben en er lagen overal oude vaten. Ik ging nog eens de hoek om en zag licht naar beneden schijnen. Ik rende er naar toe.
"Een straatputje!" Mompelde ik. Ik zag boven piraten rennen. "Lucas! Jowl! Willow! Cwen! Eastred! Jane! Lia!" riep ik. Even kijken, wie nog meer? maar toen bleef er iemand staan.
"Help!" Riep ik.

~| Jack Beckeans |~

"Ga nou alsjeblieft weg." smeek ik Lia. Iets nats en warms rolt over mijn wang. Dat was niet de bedoeling, dat moest niet gebeuren. Na mijn gezicht gezien te hebben, loopt Lia snel weg.
Lucas lacht wrang. "M'n- uh- ogen zweten." gebruik ik als excuus. Lucas schudt zijn hoofd.
"Ik denk niet dat dat het is."
Ik draai met mijn ogen, en begin hem te verzorgen. Ik ben geen expert, en zal dus moeten wachten tot er iemand anders komt, maar op het moment wil ik hem gewoon helpen.
"Dankjewel" mompelt Lucas.
"Ga nu maar slapen," zeg ik snel. Dan loop ik het dek weer op, op zoek naar iemand die kan helpen.

~ Eastred March

Niet wetend wat ik nou moet doen loop ik verder totdat ik opeens onder me hoor: "Lucas! Jowl! Willow! Cwen! Eastred! Jane! Lia!" en kort daarna: "Help!" Ik kijk naar beneden. Er staat een man daar te schreeuwen om hulp! "Mijnheer, wat is er met U gebeurt?" vraag ik terwijl ik een touw pak dat vlakbij ligt en het naar beneden hang zodat hij erop naar boven kan klimmen.

~Ayme

"Dankje!" Riep ik blij. Ik pakte het touw vast. Het meisje boven maakte het touw vast aan een anker dat op de kade lag. Ik klom snel omhoog en sloopte de putdeksel eraf. Toen ik boven stond zag ik dat het Ayme was.
"Oh jij bent het!" Roep ik dankbaar. "Bedankt Ayme." Ik woelde haar haren door de war met mijn hand en loop daarna richting het schip.

~|Jack Beckeans|~

Ik lag te kreunen en hoorde dat buiten het gemeentehuis de britten me aan het zoeken waren ik dacht wat moet ik nou doen totdat ik op het idee kwam om mijn omslagdoek af te doen en m bij de vlag van het gemeentehuis te hangen die zou vanaf het kraaiennest wel te zien zijn
Ik stompelde naar boven hing de omslag doek bij de vlag en hees de vlag, daarna stortte ik weer in.

-Darsell-

Ik denk diep na. Wat wil ik nog meer? Dan valt mijn oog op de kroeg.
Gelijk verschijnt er een brede grijns op mijn gezicht.

Ik beuk de deur in.
"Laat eens zien hoeveel drank je in één minuut kunt serveren. roep ik de barman toe.
Ik kijk op het zakhorloge dat ik bij me gehouden heb.
"Komt er nog wat van?!" brul ik als ik zie dat de barman naar mijn sabels zit te staren.
Snel begint hij te schenken.

xx- Jane de Belleville -xx

Ik ren snel achter de lopende Jack aan. "Dus..." zeg ik. "...hoe kwam U daar?" vervolg ik. "Tja, uhm..." stottert hij. Ik kijk Jack vragend aan en zet een pruillipje op.

~Ayme

Waarom wilde Eastred me daar weg hebben?! Ik wist hoe ik mensen moest genezen! Boos trapte ik tegen de reling. Daar kwam Eastred. Ik liep naar haar toe.
"Easted! Waarom wil je me verdomme bij Lucas vandaan hebben? Je had toch een dokter nodig! Kijk dan beter. Voor je neus staat er één! Maar als je liever wil dat hij een infectie krijg moet je het zelf maar weten."
Ik wachtte niet op antwoord en stormde langs Eastred heen. Ze deed zo dramatisch. Ik ging zonder te kloppen naar binnen. Lucas lag half te slapen.
"Lucas," fluisterde ik. "Ben je misselijk? Op andere plekken pijn? Een branderig gevoel?"

*LIA*

Ik rende door het dorpje heen en kwam langs een kroeg ik zag Jane staan en een man die als een tirelier rum zat te schenken, ik rende naar binnen "Jane!" riep ik, ze reageerde niet
"we moeten weg !, de Britten lopen overal rond ! Pak een kist vol rum en weg hier!!" schreeuwde ik tegen haar "oke,oke ik kom al !" zei ze boos , we rende richting het schip, Cwen liep hier ook al rond maar ze zocht iemand maar wie?

Jowl Saggins --

"Goed dan." mopper ik. Ik heb zo'n zin in rum, maar helaas kan dat nu niet.
We laden het schip vol met de gestolen spullen en wachten op de anderen.

xx- jane de Belleville -xx

Langzaam opent Lucas zijn ogen en ik kniel naast hem neer.
"Nee," fluistert hij, "ik heb geen pijn." Ik wist wel beter.
"Lucas je móét eerlijk zijn. Want als je een infectie hebt moet ik die weghalen. Dat kan levensgevaarlijk zijn."
"Lia ik heb geen pijn. Echt niet."
Ik knikte. Het werd drukker op het schip.
"Mag ik de wond eens zien?"
Lucas knikte. Voorzichtig controleerde ik zijn dij. Het zag er niet geïnfecteerd uit. Gelukkig maar! Maar die kogel moest er nog wel uit...
"Oké Lucas. De wond moet er nog wel uit. Ik ga spullen halen. Niet lopen!"
Ik zag de bemanning weer aan boord klimmen.
"Cwen, ik moet nog instrumenten hebben!"
"Kan niet Lia. Er zijn meer mensen in dat dorp dan we gepland hadden."

*LIA*

Wat een heisha om een stomme wond dacht ik, Eastred liep de deur uit en ik probeerde recht te komen en mijn balans te vinden. Dat leek een grote fout want ik zakte meteen weer in, met gekreun probeerde ik weer overheind te komen maar ook dat liep fout, verwoed en gefrustreerd stampte ik tegen een paal. De deur sloeg weer open en Lia kwam binnen gehold. Ze hielp me met moeite overheind en zette me weer neer. Ik vroeg waar Eastred was maar ze ontweek de vraag en begon me te onderzoeken. " dit kan even pijn doen" hoorde ik Lia zeggen, ik beet op mijn lip tegen de pijn maar des was ondragelijk, snel zette ik mijn tanden in mijn kussen en scheeuwde het uit. Bezorgd kwam Eastred binnen hollen maar ik wees haar de deur, ze moest in de stad nog naar gewonden zoeken. Ook Lia verliet de kamer, op zoek naar hulpmiddelen om de kogel te verwijderen

- Lucas Folcalor-

Ik beende zenuwachtig heen en weer. Ik greep Jane bij haar schouders en schudde haar door elkaar. "Heb je Ayme gezien?" Vroeg ik angstig. "Ne-e-e-e-e-eee" Hakkelde ze.
Ik liet haar los en beende verder. Ik klom het schip weer op en ging bij lucas kijken.
Lia kwam al naar me toe. "Cwen ik heb meer instrumenten nodig." Ik schudde mijn hoofd. "Teveel mensen. Ik heb Hector al een bericht gezonden. Hij is hier over vijf minuten. Daarna kunnen we kijken of we nog wat te pakken kunnen krijgen." Ik hoorde het geplens van voeten in het water en draaide me om.
"Hector!" Brulde ik. "Cwen!" Joelde hij terug. We omhelsde elkaar. "Altijd fijn om jou te zien." Ik glimlachte. "Zo waar zijn je mannen." Hector draaide zich om en knikte in de richting van een schip dat aan kwam varen. Er sprongen verscheidene piraten af. De mannen van Hector waren veel heftiger om te zien. "Zo. We waren bezig dit dorp te plunderen. En je snapt me. Groot dorp meer crew nodig." Hector knikte en rende ervandoor met zijn mannen schreeuwend achter zich aan.

~Cwen

De jongen had ik vermoord, had hij maar niet aan me moeten zitten. Langzaam
loop ik uit het gemeente huis. Ik hoor mannen schreeuwen, snel trek ik
mijn dolk. "Die hoort bij Cwen!" Bulderde een man toen sommige op je af stormden, alle mannen stopten abrupt. Sommige keken me aan. Ik duwde een paar mannen opzij en strompelde naarhet schip.
Ik was gelukkig niet ver verwijderd van het schip. Ik klim langzaam aan poort, mijn dij stak een beetje. Ik ging weer naar de zee staren. De zee, die mijn leven meerdere malen geeft gered en in gevaar gebracht.


~Willow Smidweed~

Wat hoorde ik nou kwamen er mensen langzaam tilde ik me op en riep: ''help!!! ik ben het Darsell!!! help!!!''

-Darsell-

Ik ging in het water liggen. Hector hing ineens boven me. "Tut Tut Cwen is nog even gestoord als altijd."
Ik lachte Hector's perfecte gezicht toe. Ik kende hem al van kinds af aan. We gingen beide met onze ouders mee. Edelmannen Bleh. Op een dag werden we overvallen door piraten. Ze namen ons mee en voedde ons op. Vijftien jaar later kaapte ik mijn eerste schip en hernoemde het The Black Rose.
Hector had zo zijn eigen zaken. Twee jaar later kwam ik Eastred tegen. Ze voegde zich bij ons.
Er kwamen steeds meer mensen bij. Sommige ontvoerd Sommige vrijwillig. Jarenlange sterke vriendschappen werden opgebouwd. Hector had zijn eigen Crew bij elkaar gescharreld.
Ik dacht aan de tijd dat ik iets met hem had. We hadden het eigenlijk nooit beëindigd. We waren beide onze eigen weg gegaan. Ik ging staan. Ik legde mijn hand in die van hector. "Kom eens." Ik sleurde hem mee naar mijn kajuit. "Zo mooi schip heb je." Lachte Hector. "Dankje." Ik plofte neer op de houten stoel. Hector ging op mijn bed zitten. "Hoe gaat het na al die lange tijd met mijn allerliefste vriendinnetje." Grinnikte Hector. Hij stond weer op. Ik ook. "Goed." Grapte ik. "Hoewel het met sommige leden minder goed gaat." Ik deed een stap naar hem toe. Hector schuifelde dichterbij.
We stonden nu neus aan neus. Ik was een beetje kleiner dan hem.

~Cwen

Ik hoor in de verte iemand paniekerig roepen. Ik kijk naar de ru=ichting waar het geluid vandaan komt en ik zie daar Darnell bij het gemeentehuis.
"Blijf hier en hou de wacht. Geen domme dingen." sis ik tegen Jowl, bang voor wat hij zonder mij in de buurt aan kan richten.
Ik ren naar Darnell toe.
"Wat is er aan de hand, waarom kom je niet naar hets chip toe? Weet je wel niet hoe lang we al zitten te wach.."
Tot mijn grote schrik zie ik dat zijn gezicht helemaal bebloed is. Dat ik dat niet eerder heb gezien!
"Kom mee." zeg ik dan maar en sla zijn arm om mijn nek. Samen lopen we naar het schip.

xx- Jane de Belleville -xx

Ik liep samen met Jane terug naar het schip gelukkig dat iemand me gevonden had ik zei: ''Jane hoe kan ik je bedanken?'' Gelukkig kreeg ik eenmal bij het schip aangekomen wel wat hulp

-Darsell-