Hoofdstuk 3 – deel 1
Ik wrijf over mijn inmiddels al wat dikkere buik terwijl ik op de bank zit. Leo is werken, hij heeft een mooie baan gevonden in het ziekenhuis. Ik kijk uit het raam en zie Simone met haar dikke buik buiten lopen, richting Anke. “Nog heel even, en dan krijg jij ook zo’n gelukkig gezin, hier ver vandaan.” Zeg ik terwijl ik glimlach. Desiree zit in haar tuin een boek te lezen, heerlijk in de zon. Ik sta op. “Het leven lijkt hier zo makkelijk, zo tijdloos…” zeg ik tegen mezelf.
Door de ogen van Simone
Ik duw het witte hekje van Anke’s prachtige bloementuin open. Altijd is Anke bezig haar bloemen op en top te verzorgen. Ik wrijf over mijn buik, nog heel even en dan ga ik bevallen, eindelijk krijg ik mijn kindje. Anke komt het trappetje van de veranda aflopen en omhelst me. “Ik ben zo gelukkig voor je!” zegt ze. Ik begin te lachen. "Ga je volgende week misschien mee baby meubels kopen?" vraag ik vriendelijk. Een grote glimlach verschijnt op Anke's gezicht, dat heeft ze namelijk in geen tijden meer gedaan, baby spullen kopen. "Natuurlijk! Heel graag zelfs!" zegt ze dolenthousiast. Ik vind het leuk om mensen een plezier te doen denk ik, terwijl ik een warm gevoel van binnen krijg.
Ik loop naar de keuken om een lekker glas met vruchtensap te pakken als de telefoon gaat. Het voorspelbare melodietje klinkt door het hele huis totdat ik de telefoon oppak. “Met Monique.” Zeg ik vrolijk. “Wacht maar, wacht maar…” zegt een hijgende stem op een lage, angstaanjagende toon. Mijn gezicht trekt bleek weg als het geluid van een opgehangen telefoon door de hoorn klinkt. Ik weet niet wat ik moet denken, ik sta perplex, en ben tegelijkertijd doodsbang, want dit betekent dat de dader mij volgt, of sterker nog, mij misschien zelfs kent... De hoorn knalt keihard op de houten vloer als ik hem laat vallen en naar buiten ren.
Door de ogen van Desiree
Ik zit rustig te lezen in de tuin als ik Monique aan zie komen rennen. Ze kijkt angstig en haar gezicht is helemaal wit. Ik sla mijn boek dicht en sta op. “Wat is er gebeurd?” vraag ik zo kalm mogelijk. Ze begint driftig te praten en tegelijkertijd op adem te komen met het gevolg dat ik er geen woord van versta. “Rustig, rustig!” zeg ik terwijl ik haar armen vast pak. “Ik, ik…”. “Ik sprak mijn verkrachter net geloof ik…” zegt ze vervolgens, er loopt een traan over haar wang.
Als je denkt dat alles voorbij is… Ik ben hier naar toe gekomen om in rust mijn zwangerschap te kunnen doorlopen, en misschien een nieuw leven op te bouwen, samen met Leo. Ik leg mijn handen op mijn buik. “Des te langer ik zwanger ben, hoe moeilijker het wordt om jou af te staan.” Zeg ik. Misschien is het maar beter om de baby te houden, ook al is het dan niet het kind van mij en Leo. Ik twijfel, ik zei vroeger altijd dat ik nooit kinderen wou, maar is dat nog steeds zo?
Mm, ja, ietwat kort inderdaad
Eigenlijk zag ie er groter uit dan ie daadwerkelijk is (de upp)... Ach, dan snel nog maar één, reactie's a.u.b
...