(Sorry voor pp)
Het stuk komt uit het boek 'pijnstillers' van Carry Slee. (een klein beetje bewerkt)
Het gaat over Casper die muzikant wil worden. Hij wordt verliefd op Anouk en krijgt verkering met haar, maar dan ontdekt hij dat zijn moeder kanker heeft. Tante Inge komt naar hem toe om op hem te passen tot zijn moeder beter wordt. Maar ze wordt niet meer beter.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opeens verliest Casper alle hoop. Hij voelt dat hij zijn moeder kwijtraakt. Het huis is doordrongen van de geur van morfine en de dokter komt steeds vaker, ook s'nachts.
Mevrouw Tijo oefent met klas 3b de onregelmatige werkwoorden. Casper probeert mee te doen, maar halverwege de les overvalt hem een angstig gevoel. Hij denkt dat het afgelopen is met zijn moeder.
'ik moet naar haar toe,' zegt hij.

En nog voordat mevrouw Tijo iets kan vragen zit hij al op zijn fiets. Zo hard als hij kan racet hij naar huis, terwijl zijn angstige gevoel steeds erger wordt.

Paniekerig doet hij de voordeur open en rent naar de keuken. Wat nou als hij ernaast zat?

Maar als hij het gezicht van tante Inge ziet, weet hij dast hij niet te laat is. Zijn moeder is er nog.

Casper wordt iets rustigen. Hij kijkt op zijn horloge. Over een half uur hebben ze hun aardrijkskundeproefwerk. Als hij nu weggaat, redt hij het nog. Maar Casper wil niet terug naar school. Hij durft niet meer bij zijn moeder vandaan.

De hele dag zit hij bij zijn moeder. Aan het eind van de dag legt hij voor zichzelf een luchtbed in de kamer, zodat hij er vannacht meteen bij is als het zover is. Die nacht verandert er niks en de dag erna ook niet. Casper zit al voor de derde dag naast het bed van zijn moeder. Hij kijkt naar haar. Ze ligt met haar ogen dicht.

Ineens weet hij niet of ze nog leeft. Gespannen kijkt hij of ze nog ademt. Hij vraagt zich af hoe het zal zijn als het dekbed niet meer beweegt, maar die gedachte duwt hij gauw weg.

Casper zucht. Anouk zou voor de lunch langskomen, het is al half een, zou ze de afspraak vergeten zijn? Nog geen tien minuten later hoort hij de achterdeur. Casper is blij als Anouk binnenstapt, met haar erbij lijkt het allemaal wat minder erg.

Ze zitten met z'n drieën naast het bed. Casper, Anouk en tante Inge. Tante Inge vertelt zachtjes over vroeger toen zij en haar zuster nog met Caspers opa en oma in Rotterdam woonden.

Midden in het verhaal begint Caspers moeder zachtjes te hoesten, ze heeft het benauwd. Alledrie kijken ze naar haar. Casper voelt zich machteloos. Kon hij maar iets voor haar doen, kon hij haar sterven maar verlichtten.

Hij staat op en gaat achter zijn keyboard zitten. Zal ze het nog kunnen horen? Zal de muziek nog tot haar doordringen? Hij houdt zijn vingers boven de toetsen, maar hij durft niet te spelen.
Het is zo stil in de kamer, hij weet niet of hij die stilte mag doorbreken. Onzeker kijkt hij Anouks kant op.
http://i50.tinypic.com/25i44dd.jpg
'Toe maar,' fluistert ze.
Casper begint te spelen. Vol spanning kijkt hij naar zijn moeder. Haar ogen gaan open en er komt een lach op haar gezicht. Zo wil je het, denkt Casper en hij speelt door, op z'n allermooist. Dat zijn vingers moe worden kan hem niks schelen. Hij is niet van plan te stoppen al moet het dagen duren. Maar zoveel kracht heeft zijn moeder niet meer.

Hij ziet het aan tante Inge en aan Anouks verschrikte gezicht. Casper stopt en rent naar het bed.

Hij pakt zijn moeders hand. Hij weet niet hoe lang hij daar zit, de hand van zijn moeder strelend die steeds kouder wordt.

Opeens springt hij overeind. Hij rent door de kamer en bonkt met zijn vuisten tegen de muur. 'Ze is dood...' schreeuwt hij. 'Mijn moeder is dood...' Casper hapt naar adem Het lijkt of tegelijk met zijn moeder alle zuurstof uit de ruimte is verdwenen. Hij loopt naar de keuken.

Casper gooit het raam open en laat de frisse lucht over zijn gezicht stromen. Terwijl hij langzaam rustig wordt, kijkt hij naar buiten, naar de postbode die ergens aanbeld met een pakketje, naar de buurvrouw die een zware boodschappentas haar huis insleept, naar de kinderen die tikkertje spelen. Hoe kan dat? denkt Casper. Hoe kan alles gewoon doorgaan terwijl zijn moeder net is overleden?