Hoofdstuk 1
We stonden voor ons nieuwe huis, helemaal aan de andere kant van de stad, met een uur rijden om in de binnenstad te komen, waar mijn vader woonde. Het was een klein huis, waar we met zijn vijven in moesten. Mijn moeder, mijn stiefvader, mijn kleine zusje Cassidy, die mijn moeder samen met mijn stiefvader had gekregen, mijn stiefzus Doret en ik. Doret en ik sliepen bij elkaar in een kamer, in een stapelbed. Cassidy had anders ook geen grote kamer, er stond alleen maar een wiegje in, zodat ze aan de nodige rust kon komen, maar voor de rest was de kamer leeg. Ik begreep niet waarom mijn moeder dit me aan kon doen. Een uur rijden en ik ben bij mijn vader, te lang. Maar ja, mijn moeder kon niet anders. De negatieve berichten die in de bladen stonden, daar moest ze voor vluchten. Maar waarom dan in zo'n klein huis? Dat was zeiden ze omdat ze geld wilden besparen, smoesjes vond ik het maar.
En de volgende ochtend moesten Doret en ik al van alles doen. Er waren strenge regels, die met name door mijn stiefvader waren verzonnen. Wij stonden die ochtend al om 5.00 op, ik maakte het eten klaar.
En Doret zorgde ervoor dat Cassidy ook weer mooi voor de dag kon komen. Het was best zwaar en die ochtend hadden we allebei last van stemmingswisselingen. En mijn moeder en stiefvader, die bleven nog lekker onder de dekens liggen, alsof het normaal was dat wij als slaafjes werden gebruikt.
Daar zaten we dan, samen te eten, met Cassidy in de kinderstoel. Voor Doret was het ook zeker niet makkelijk. Ze had nog een broer, die bij haar moeder woonde. Haar vader eiste dat hij een van de kinderen bij hem liet wonen, dat lukte en Doret moest mee. Ze miste haar moeder en broer ontzettend. ' Jeetje, is Cassidy nou nog niet aangekleed!' riep een harde stem. We keken allebei naar voren en daar zagen we mijn moeder, die met boze ogen keek. Ik zag dat Doret boos terug keek. En blijkbaar zag mijn moeder dat ook.
' Ja, meisje, je kan wel zo boos kijken, maar wij bepalen hier wat jullie moeten doen en wat er hier in huis gebeurt.'
Snel aten we ons bord leeg. Doret pakte de spullen voor Cassidy en ik zorgde voor Cassidy zelf. Maar dat was niet makkelijk. Ze huilde de hele tijd en natuurlijk had ik dan weer commentaar. ' Hou dat kind eens stil'!' hoorde ik de zware stem van mijn stiefvader zeggen. 'Stil nou maar meisje, het is al goed, ik zorg ervoor dat jij het naar je zin krijgt.' Nee hoor, hoe vaak ik dat ook deed, het gekrijs bleef.