De eerste dag in het nieuwe hotel hebben Dylan en ik het hotel en de omgeving doorzocht. Samen met Avalon en Ray, die we tegen kwamen, zijn we naar buiten gegaan en hebben een wandeling door het bos gemaakt. Het was bijzonder om na zo'n lange tijd weer vogels te horen fluiten en natuur te ruiken. Het leek wel een andere wereld. Onderweg terug naar het hotel zag ik een man door het bos sluipen, maar ik heb niemand wat verteld.
"Heb jij die man ook gezien, Dyl?", vraag ik terwijl ik mijn haar borstel in de badkamer. De deur staat open en Dylan ligt op bed met zijn iPhone te klooien.
"Welke man?", vraagt hij op een ongeïnteresseerde toon. Ik leg mijn borstel op de wasbakrand en loop naar het bed.
"In het bos, vanmiddag. Volgens mij heb ik hem later ook nog in het hotel gezien."
"Nee, niks gezien", antwoord hij en legt zijn iPhone weg. "Doet het er toe wie die man is?"
"Nou, eigenlijk wa-", Dylan onderbreekt me met een kus en trekt me over zich heen. De rest van de avond vergeet ik de vreemde man en denk ik alleen nog maar een Dylan en mezelf.
'Lorna Baker.
