
Het was alweer een tijdje geleden dat Brandon bij me introk. Zijn zusje was ondertussen alweer terug naar huis. We hadden nog vaak met haar afgesproken toen ze hier was.

Op een zondagmiddag stond ik pas laat op. Toen ik de kamer in liep zag ik Brandon met een roos in zijn mond, hij stond in een hart omringt door kaarsjes. ‘Wat doe jij nou?’ Hij stapte uit het hart en kwam voor me staan.

Hij deed de roos in mijn haren en zakte op zijn knie en keek me met een grote glimlach aan, waardoor ik zelf ook begon te lachen. Hij haalde een klein zwart doosje uit zijn zak.

Langzaam opende hij het zwarte doosje, in het doosje zat een prachtige glinsterende ring. Ik sloeg mijn handen voor mijn mond en gaf een klein gilletje. ‘Wil je met me trouwen, lieve Nancy?’ ‘Wat denk je zelf? Ja natuurlijk!’

Hij pakte mijn hand vast en in de andere hand hield hij tussen twee vingers te prachtige ring. ‘Mag ik?’ Zei hij. Ik knikte met een grote glimlach. Langzaam schoof hij de ring om mijn vinger. Ik keek naar de prachtige ring, hij stond me goed.

Brandon stond op van de vloer en ik vloog hem om zijn nek. ‘Je bent fantastisch Brandon, ik hou van je.’ Fluisterde ik.

Dezelfde middag besloten Brandon en ik naar een salon te gaan. Ik was toe aan een nieuwe look, waar ik een zachtere uitstraling mee had.

Ik ging alvast voor een spiegel staan en bekeek mezelf. Wat wou ik met mezelf? Toen de stylist kwam vertelde ik wat ik wou en wat zeker niet. Ze vertelde me dat ze er wel iets leuks van zou maken. Daarna nam de stylist mij mee. ‘Als ik terug kom, ken je me niet meer.’ Zei ik tegen Brandon.

Met een hele grote glimlach kwam ik terug. Ik vond mezelf heel mooi. Brandons mond viel open toen hij me zag. Hij pakte me vast. ´Wat vind je.´ ´Ik vind je geweldig mooi.´ En zo voelde ik me ook.

Op een avond lagen Brandon en ik op bed, pratend over van alles. We kwamen ook bij het onderwerp ´kinderen´, daar bleven we op hangen. Brandon wist van mijn 10G, maar ik wist niet of hij wel echt kinderen wou en als hij ze wou wanneer. ´Schat, ik zat te denken. Ik zou eigenlijk wel willen beginnen aan kinderen.´ Zei Brandon tegen me. ´Ja, echt? Meen je dat?’ Zei ik verbaasd. Hij knikte. ‘Ik wil dat eigenlijk ook wel.’ We besloten dat we eraan gingen beginnen en dat met hulp deden van het ziekenhuis.

We deden veel pogingen. Vaker verraste ik Brandon nadat hij terugkwam van zijn werk, dan had hij meestal wel een opkikkertje nodig en was hij ook heel blij als ik klaar voor hem lag.

Uiteindelijk raakte ik zwanger. We waren echt heel blij. We begonnen direct met bedenken van namen en we keken naar zwangerschapsprogramma’s.

Ik ging vaak naar het ziekenhuis, meestal met Brandon, maar soms alleen als hij moest werken. De eerste keer dat we het hartje van de baby hoorde was heel speciaal.

Omdat ons gezin uit werd gebreid en we geen plek hadden voor een baby kwam er een verbouwing, er kwam een tweede etage bij. Er veranderde in hele boel in ons huis, maar de veranderingen waren goed, we waren er erg blij mee.

Op een dag dat ik samen met Brandon op de bank zat braken mijn vliezen. We reden snel naar het ziekenhuis. Al snel kon ik beginnen met puffen en persen. Tranen van blijdschap rolde over onze wangen toen we ons nieuwe leventje in onze armen hadden. Onze blijdschap kon niet op.