Op een dag, in de woestijn, kwam er bij de lokale legerbasis een melding binnen. Vele mensen hadden de nachten voorgaand aangifte gedaan over vreemde schaduwen vlakbij hun huis. Ze dachten eerst dat het een dier was, maar één iemand beweerde dat het op benen liep. De politie dacht dat het gewoon een inbreker was, maar nooit werd iets gestolen..
Het leger besluit, uit verveling, deze melding serieus te nemen en er werd een helikopter gestuurd.
Omdat dit geen serieuze kwestie bevatte, werden er 3 soldaten en een aanvoerder gestuurd. Lange tijd vlogen ze rond, op zoek naar iets verdachts, tot ze aankwamen bij een kleine oase. Ze hadden besloten bij elke oase even te stoppen, omdat dit de meest logische plek was voor een levend wezen om zich te verstoppen.
Na even gepicknickt te hebben - dit was natuurlijk niet echt een serieuze missie - gingen ze voor de goede orde het terrein onderzoeken. Hier en daar vonden ze voetsporen, maar bij een oase was dit niet ongebruikelijk. Iedereen die door de woestijn reisde moest ze aandoen. Onoplettend en ontspannen pratend alsof dit een uitje was, liepen ze verder, zich er niet van bewust dat ze werden bekeken.
De mannen zagen haar voor het eerst toen ze naar beneden sprong, gracieus als een leeuwin. Geen der mannen dacht eraan dat zij het wezen was dat zij zochten, want zij was een vrouw. Een vrouw aanvallen? Dat kwam niet bij hen op.
De vrouw echter zag hen als een bedreiging voor haar directe omgeving. Men weet niet wat er in haar omging, of waar ze vandaan kwam, maar zij was duidelijk wild. Met een sprong die gezien kon worden als een danspas, evenwel als de sprong van een roofdier op zijn prooi, schakelde zij de eerste man uit alsof het niets was - ze glimlachte er zelfs bij.
De andere man maakte een verbaasd geluid, maar hij dacht er nogsteeds niet aan om aan te vallen. De vrouw maakte daar gebruik van door hem buiten bewustzijn te schoppen met een soort saltoschop.
De 3e soldaat was genoeg herstelt om te kunnen schreeuwen van angst, toen de vrouw op hem afschoot. Dit keer besloot ze haar vuisten te gebruiken, met een klap die getuigde van sterke armen. De soldaat zuchtte en zachte ineen.
Ondertussen probeerde de aanvoerder weg te sluipen; dit was een gevecht dat hij niet kon winnen. De vrouw echter merkte hem op en ging hem achterna, om hem van achteren te besluipen. En weer glimlachte ze...