Hoofdstuk 7

Het was alweer een tijdje geleden, de bevalling van onze tweede engel en de tweede engel was een prachtig jongetje.

We noemde hem James. James was een stille, maar blije baby. Hij sliep als die moest slapen en dronk als die moest drinken. Maar dat was al weer een hele tijd geleden.

James was namelijk alweer een peuter geworden. Een blije peuter, die veel speelde, vooral met de blokken.

Zijn kamertje was bijna helemaal groen. Overal waar je keek zag je speelgoed, hij speelde even met een ding en liet het dan weer op de grond liggen.

Mercedes was ook alweer jarig geweest. Samen met Megan had ze de kaarsjes uitgeblazen en ik was de trots klappende vader.

Ze was een prachtig klein meisje geworden, met korte golvende haren. Mercedes had een goed gevoel voor humor. Je kon altijd met haar lachen.

Haar kamer hadden we natuurlijk ook een make-over gegeven. Het was nu een volwassenere kamer, maar toch nog een beetje speels.

Mercedes was nog steeds erg gesteld op d’r pop. Ze speelde er elke dag mee, zong liedjes voor hem en noemde het haar beste vriend.

We waren ook al bezig met het leren praten en lopen van James. Het leren praten ging lastig, veel lastiger al bij Mercedes, maar toen het eenmaal lukte, ging het heel snel.

Het leren lopen ging veel sneller, hij kon goed zijn evenwicht houden en liep zo in mijn armen. Ik was dan zo trots.

Die paar uurtjes dat ik thuis was probeerde ik zoveel mogelijk nog te besteden aan de kinderen, omdat ze nog zo jong zijn. Binnenkort ging Megan ook weer meer werken, ook omdat zij ook hogerop begon te komen, net zoals ik. Dan zouden ze weer meer alleen zijn. Maar dat is niet zo erg als ze er oud genoeg voor zijn. Daar zouden ze wel aan wennen.