Hoofdstuk 2, Deel 2: Licht in de duisternis?

"Nee." Louise klonk vastbesloten en het stelde me op de één of andere manier gerust. Dan was er tenminste één iemand op de wereld die wist dat ik mijn verstand niet verloren was. Voor zover dat waar was dan.
"Hm," reageerde ik wat kortaf.
"Maak je er niet zo'n zorgen om, iedereen gaat toch wel een keer buiten de lijntjes?" Behalve zijzelf dan, maar dat zei ze er niet bij. Ze kon het zich alleen simpelweg niet permitteren.

"Ja, maar...-" wilde ik tegen haar in gaan, maar ze kapte me al snel af.
"Ik weet wat je wil zeggen. Zeg het nou maar gewoon niet. Hoeveel mensen weten het nou? Bovendien je was niet gestoord of zo, we hadden allemaal iets op - nou ja, de meesten dan - maar laat het nou maar gewoon varen. Het komt wel goed en wat er is gebeurd komt of wel boven water of niet. Wat misschien beter is?" dat laatste zei ze twijfelend maar ik moest er breed om lachen. Eigenlijk had ze gewoon gelijk, het was de perfecte manier om alles nooit gebeurd te laten lijken.

"Ja, ik vertrouw voor eens maar op je advies dan." Het was nog donker buiten omdat de grote flats in de stad de opkomende zon tegenhielden.
"Weet ik. En dat is helemaal niet de eerste keer, je lijkt Cherry wel, alsof je te goed bent om je fouten toe te geven!" Ze vloekte hardop en ik schoot in de lach.
"Shit, shit, zo bedoelde ik het niet!" riep ze om zich te verontschuldigen.
"Daar kan ze wel tegen hoor," zei ik nog altijd met een glimlach. Ik hing op en bedankte haar, vertelde dat ik een dagje vrij nam van school - alles om mijn verhaal geloofwaardiger te kunnen maken - en vertrok naar mijn werk.

Ik stond voor de winkeldeur te dubben wat ik zou gaan zeggen tegen mevrouw Greens, want als ik de waarheid zou vertellen zou ze me nog persoonlijk linea recta naar school toe brengen. Zo was ze dan ook wel weer. Nee, ik kon beter zeggen dat er een studiedag was voor de leraren en dat ik vrij had en had besloten wat extra te komen werken. Daar nam ze vast wel genoegen mee.

Ze begroette me vanachter de kassa waar ze zat, zodra ze me binnen zag lopen.
"Studiedag?" ze scande een paar producten en ik knikte, de dankbaarheid die op mijn gezicht stond verbergend - ik kon niet zo goed tegen haar liegen.
"Verstandige keuze. We hebben bij het brood nog iemand nodig dus daar kun je aan de slag." Ze hield een paar klanten en ik knikte instemmend. Weer een val overleeft.

Eenmaal thuis gekomen voelde ik hoe de energie langzaam van mijn vingertoppen tot naar mijn tenen zakte en me totaal uitputte. Nog altijd geen spoor van mijn moeder, wat inhield dat ik nog even de tijd voor mezelf had. Normaal had ik mijn vriendinnen uitgenodigd maar ik voelde me zo uitgeteld dat ik daar de puf niet meer voor had. Ik liet de lauwwarme stralen van de douche over mijn lichaam glijden en ontspande een beetje.

Nog steeds dansten er onbeantwoorde vragen in mijn hoofd. Er was ook een vraag die al dagen probeerde mijn hersenen over te nemen maar die ik steeds weg bleef drukken omdat ik er niet geconfronteerd mee wilde worden. Louise zou het me hoe dan ook nog wel vragen, dus waarom zou ik me er dan nu al druk om maken? Stemmetjes in mijn hoofd druisten tegen elkaar in en maakte me duizelig, vlug stapte ik uit de douche.

Ik haalde alle foundation en troep van mijn gezicht na wat flink boenen met de make-up remover. Dikke wallen kwamen te voorschijn en mijn lippen waren eigenlijk maar schraal, mijn ogen maar een vreemde kleur blauw en ik had maar korte wimpers zonder mascara. Ik besteedde er niet veel aandacht meer aan en vlocht mijn haar in een losse vlecht.

Daarna keek ik naar het meisje in de spiegel. Wie was dat? Was ik dat echt? De lege ogen, de emotieloze uitdrukking, dat slappe haar, die mond waar geen lachje vanaf kon? Ja, ik was het echt. Ik wist niet of ik gesloopt was door de gebeurtenissen van afgelopen dagen of gewoon omdat het allemaal een beetje moe was: het gedoe met mijn moeder, het toneelspel en alle maskers die daarbij hoorden, de rol op school, de verwachtingen.

Ik haalde een nieuw pyjamahemdje uit de kast en graaide de broek onder mijn kussen vandaan. Mijn hoofd was leeg, het was net alsof ik niet meer kon denken. Wanneer was ik eigenlijk voor het laatst gelukkig geweest? Wanneer had ik gelachen als een meisje dat genoot van haar leven, dat blij was met haar bestaan?

De onhebbelijke vragen begonnen rondjes te draaien in mijn hoofd, ze leken wel een wervelwind van woorden die me totaal in de war brachten. Morgen had ik school en morgen kon ik met Louise afspreken, dat was het enige waar ik nog houvast aan had. De zinnen begonnen weer te dansen en ik probeerde aan morgen te denken en daarbij te glimlachen. Glimlachend in slaap vallen was immers altijd goed voor je humeur de volgende dag. Maar de letters zwierden weer voor mijn ogen en ik lachte als een boer met kiespijn: afgepeigerd viel ik in slaap.
Laatst gewijzigd door Leonie op ma 20 jun 2011, 18:18, 1 keer totaal gewijzigd.