"Dylan! Gaat het? Dylan, alsjeblieft, zeg wat er is. Waar heb je pijn?", ik houd stevig zijn hand vast en zie hoe hij verkleumt van de pijn. De directeur heeft om een arts gevraagd en staat nu met die andere jongen te praten. Blijkbaar waren mijn tranen nog niet op, deze keer was het zelfs nog erger. "Mijn rug", mompelt Dylan. Ik schud mijn hoofd. "Dylan, mijn lieve Dylan, alsjeblieft. Laat zijn pijn stoppen", gil ik. Een aantal anderen staan om ons heen. En een aantal om de andere jongen. Niemand die iets doet. "Kan je je bewegen?", Dylan waagt een poging om op te staan. Maar tevergeefs. "Gebroken", mompelt hij. "Hij moet naar binnen! Ik weet niet hoe, maar zorg voor iets", ik help hem te gaan liggen. "Alsjeblieft Dylan."
Ik vloekte binnenmonds, waarom ging opeens iemand dood, in 2 jaar gaat hier niemand dood heel veilig en nu op eens 2 achter elkaar, Kevin was altijd al een rare jongen maar goed, maar Victoria? hoe kan dat nou? ze was altijd vriendelijk enzo. Ik zie Dylan vechten met een elite omdat hij van Lorna houdt, goed dat is juist de bedoeling. Hij wordt naar achter gesmeten tegen een muur aan en zakt in elkaar, niet dat weer. Wie is de volgende die dood gaat, dat weten we niet. Mischien ben ik het wel, of Wade, of Heath of iemand, maar waarom? wat lost moorden op, niks! helemaal niks!
Ik voelde me misselijk worden en rende weg, toen ik opeens besefte dat ik Chloe, vandaag helemaal niet had gezien,mischien moest ik het vragen aan Heath. Ik rende terug naar buiten en vond Heath. ik zei:
"Heath, heb jij Chloe vandaag gezien of nog gesproken, zelfs bij het avond eten zach ik haar niet, is er iets mis?"
Ik schudde mijn hoofd, we stonden nog alleen over het met sluimer spots belichte plein.
Aarzelend schoof ik met mijn voeten heen en weer. "Jerrel" er is iets dat ik je moet zeggen. Ik fronste verbaast zijn wenkbrauwen en sloeg zijn armen over zijn gespierde borstkas. Het verbaasde me dat hij niet allang een vriendin had. "Wat dan" zijn stem klonk zacht maar gespannen. "Onze ouders gaan trouwen" ik slikte, wachtend op reactie. Maar ontzet keek ik toe hoe Jerrel dubbel ging van het lachen. "Mìjn vader, meest befaamdste zakenman," hij veegde een traan van plezier weg"Met een kerkrat als jouw moeder". Mijn handen balden zich tot vuisten "Nou, zoek het zelf maar uit" sneerde ik en ik duwde hem opzij en liep naar mijn tent. Hoe zou ik in godsnaam onder een dak kunnen leven met zo'n rotjoch. Over mijn lijk, al zou ik dat best niet te luid zeggen.
Eindelijk, het is vrijdag. We hebben wiskunde vandaag van Ronald. Vorige jaren heb ik het altijd een vreselijk vak gevonden, totdat Ronald les kwam geven.
Ik ga op mijn gebruikelijke plekje zitten en babbel wat met Heath en Jacob over gisteravond. Victoria is dood en die uitwisselingsstudent, Dylan, is betrokken geraakt bij een gevecht. Bij dat laatste was ik al mijn tent ingekropen. Waarom heb ik nou zoiets moeten missen?!
Terwijl we praten laat ik mijn ogen de klas in gaan, en ik zie dat de jongens hetzelfde doen. Op vrijdag lijken alle meisjes net iets langer voor de spiegel gestaan te hebben, dat vind ik altijd grappig om te zien. De jongens daarintegen lijken ervan te genieten.
Dan komt Ronald binnen. Gelijk is het doodstil.
"Goedemorgen allemaal." Hij kijkt op zijn horloge. "We beginnen over twintig minuten, dus praat maar lekker verder." Hij gaat op zijn bureaustoel zitten en stalt wat mappen uit.
Waarom zag iedereen er zo mooi uit vandaag? Moesten we schoolfoto's laten maken ofzo?
"Jacob?" Fluisterd Tiffany.
"Wat is er?" Antwoord ik.
"Weet jij het antwoord op vraag 18?" Vraagt ze. Ik haal mijn schouder op.
"Nee, ik ben echt slecht in wiskunde sorry." Antwoord ik. Grijzend pakt ze mijn schrift.
"Waarom staan er allemaal hartjes in je schrift?" Vraagt ze zachtjes lachend.
"Dat weet je best." Zeg ik geef haar een kus.
"Jacob! Doe dat op de gang." Zegt Ronald.
"Als het mag." Antwoord ik.
"Nee, werken nu." Lacht Ronald.
Ik staar naar voren en tik met mijn pen op tafel.
Ronald legt een paar dingen uit. Ik kijk naar mijn boek.
Ik kan mijn hoofd er niet bij houden. Snel kijk ik naar rechts. Ray staart voor zich uit.
Voorzichtig pak ik een papiertje uit mijn tas. Verveel je je?? Krabbel ik er snel op.
Snel schuif ik het naar Ray. Hij pakt het aan. Twee tellen later krijg ik het terug. Klein beetje.. Ik rol met mijn ogen. Kan je vanavond naar mijn tent komen? Ik heb nog veel te vertellen...
Ik leunde verveeld achterover. Ashi zat achter me.
Snel griste ik naar een blaadje. Hoi Krabbelde ik neer. Snel legde ik het neer op haar tafel.
Ik draaide me om en knipoogde kort naar Ashi. "Kan je het zien Finn?" Vroeg Ronald ineens.
"Ja meneer ik heb een geweldig uitzicht." Grijnsde ik onschuldig. "Bekijk je geweldige uitzicht maar als je buiten bent." Lachte Ronald. "Zal ik doen." Ik draaide me weer om.
Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat Ray met Sophia briefjes aan het uitwisselen is. Meteen voel ik een pijnlijke steek van jaloezie. Het was niet dat ik Ray niet vertrouwde maar hij is erg knap en zo zal Sophia ook wel van hem denken. Aan de andere kant... Wie zegt dat Ray en ik iets hebben? Oke, we hebben gezoend en ik heb een klief sms'je van hem gekregen, maar het is niet echt officieel ofzo.
Dan staat Ronals voor me.
"Avalon, bij de les blijven! Nog tien minuten en dan zijn we klaar." zegt hij.
"Ja meneer." mompel ik zachtjes en focus me op het boek.
Ik zit in de wiskundeles - mijn persoonlijke hel op aarde. Plotseling krijg ik van Finn een briefje met daarop in jongenshandschrift iets geschreven. Terwijl ik het probeer te ontcijferen, draait hij zich om en knipoogt. Ik lach even vrolijk naar hem, en zie dan dat er hoi op het briefje staat. Haii, schrijf ik er klein onder, en ik gooi het over Finns schouder op zn tafel. Als ik weer recht ga zitten, zie ik dat Ronald, de leraar, me wat veelbetekenend aankijkt en ik ga met een rood hoofd weer aan mijn werk.
nog maar 10 minuten duurde de les, ik keek naar de klok tik tak tik tak. Ronald legde iets uit en ik lette totaal niet op en hoorde allen maar tik tak tik tak. Ik had al geslapen deze les, zou ik het nog een keer kunen doen? ik leunde achter over, en deed mijn ogen dicht. Zonder dat ik het merkte kwam Ronald naar me toe en pakte me vast en hij zij:
"zo zo, Jerrel, voor de 2e keer slapen, jij komt maar even na." wat nakomen maar?
"maar..."
"geen gemaar jij komt gewoon na voor 2 uur"
2 uur dat kan toch niet
"2 uur meneer? maar....."
"moet ik er 3 van maken!"
"nee meneer echt niet, maar....."
"dat zijn dus 3 uurtjes"
en hij liep weg. 3 uur nakomen! Wat! dat kan toch niet, en de les duurde nog maar 5 minuten wat heb ik gedaan?"
Ik pakte me schrift en tekende Ronald die in mijn tekening gemarteld werd. Ik tekende het best mooi, besefte ik.
De bel ging. Ik greep Ray's hand,Drukte zijn tas in zijn handen,pakte mijn tas en rende weg.
"Soph." Hijgde Ray toen we bij mijn tent aankwamen. "Wat is er?"
Ik keek snel om me heen en duwde Ray de tent in. Ik ging op de grond zitten en sloeg mijn armen om mijn benen. Ik begroef mijn gezicht in mijn handen. "Soph?" Herhaalde Ray.
"Je houd van haar is het niet?" Vroeg ik zacht. "Van wie?" Vroeg Ray verbaasd.
"Avalon." Fluisterde ik. Stilte. "Ik Hou namelijk wel van jou." Fluisterde ik zacht.
De Stilte drukte nu pijnlijk tegen mijn oren. "Maar het heeft geen zin. Ik kan net zo goed toch naar Scott gaan." Mompelde ik schor. Ineens klemde Ray's hand zich strak om mijn arm.
"Dat doe je al helemaal niet." Siste hij. "Waarom niet? Je weet maar het halve verhaal." Snikte ik.
"vertel de rest dan." Mopperde Ray. Ik zuchtte en veegde mijn ogen af. "Steeds vaker ging ik naar Scott. Hij hielp me vaak. Steeds vaker als ik overstuur was ging ik naar Scott. Hij was er voor me.
Ik had niemand. Iedereen vond me raar. Maar hij was er. Toen ik weer naar hem toe ging zaten we samen in zijn lokaal. Ineens kwam er iemand binnen. Chloe's vader. Wat hij daar deed weet ik niet meer. Wat ik nog wel weet is dat hij Scott de huid vol had gescholden. Ik mocht niet meer bij hem in de buurt komen. Ik stortte me nog meer op schoolwerk. En toen een jaar later. Nu. Zette ik me open voor mensen. Je leek me echt een geweldig iemand Ray. Ik dacht dat je een vriend kon zijn. Jij dacht dat ook denk ik. Voor mij is het verder gegaan. Ik hou van je." Vertelde ik.
Ray keek me aan. Snel kruip ik op zijn schoot. "Geef me een kans." Fluisterde ik.
Voorzichtig drukte ik mijn lippen tegen die van Ray.
Stil liep ik naar mijn kamer. Tja, Victoria sliep er nu niet meer.
Ik had geen behoefte aan gezelschap, zelfs niet aan Jacob.
Ik liet me op mijn bed vallen, en keek stil naar het bed tegenover me.
Langzaam gleed er een traan over mijn wang.
Ineens veranderde mijn verdriet in woede, en kwam alle frustratie van
de afgelopen dagen eruit.
Ik rukte een klein schilderij'tje van de muur, en smeet het tegen de deur aan.
Door het glas zat er een aardig diepe snee in mijn hand, die bloedde.
Maar nu maakte me het geen barst meer uit.
Jacob en ik zaten op een bankje op het plein. "Tiffany is behoorlijk over stuur" begon hij bezorgd. LEt een half oor luisterend knikte ik maar dwaas op en neer. terwijl Jacob over zijn frustraties bleef ratelen liet ik mijn blik langs de lokalen. Door een dun glas zag ik Jerrel vlijtig zijn strafwerk schrijven, mijn mondhoeken trokken afkeurend naar beneden. Moest zo'n elite mijn stiefbroer worden, geen sprake van. " Heat ... ?" Jacob stompte me op mijn schouder en ik kwam weer tot realiteit. "Jaja, wat" gefrustreerd schudde hij zijn hoofd, "Je was niet aan het luisteren, he" ik grijnsde schaapachtig en liet mijn hoofd wat hangen. "Waar zit jij dan mee" vroeg hij, aarzelend krabde ik in mijn nek, ik kon Jake de waarheid wel vertellen. Dus dat deed ik ook ...
pfffff..... wat was dit vervelend, ik keek naar Ronald om een een mogelijkheid tot wegkomen te vinden maar hij blijf me nouwlettend in de gaten houden, ik moest eerst 200 keer opschrijven:
"ik mag niet slapen tijdens de les en de leraar niet tegenspreken" toen ik klaar was zei ik:
"meneer ik ben klaar" Ronald liep naar me toe en las het: "goedzo dat is de eerste straf en nu euuhhh....... begin maar nu gewoon met werken. En omdat je je goed gedragen hebt mag je hier tot 5 uur blijven"
ik maakte het gewone huiswerk dus maar, pffff.... wat saai. Ik had maar 1 gedachte: hoe kan mijn vader nou weer met de moeder van Heath gaan? en dan krijg ik het niet eens vanuit de eerste hand.
Ik wordt weer is vergeten net als vroeger, daarom gaf mijn moeder me als troost een hond.
Zuchtend trek ik mezelf uit mijn stoel en raap mijn spullen bij elkaar.
Ik buk voorover en pak verveeld mijn tas. "Hoi Finn." Lacht Ashi achter me.
Snel kom ik overeind en stoot mijn hoofd tegen de tafel.
"Ahw." Kreun ik. "Gaat het?" Vraagt Ashi snel. Snel knik ik.
"Loop je mee?" Vraag ik snel.
Ik lach naar Finn. "Tuurlijk. Weet je zeker dat je geen hersenschudding hebt opgelopen?" Ik kijk grijnzend naar Finns hoofd.
Finn grijnst terug. "Ik zal het wel overleven," belooft hij.
"Mooi. Laten we gaan." Ik pak mijn tas en loop met Finn het lokaal uit.
Ik loop snel naar het penthuis. Wat ben ik blij dat we klaar zijn met de les.
Ik plof op mijn bed neer en kijk naar mijn buik. Wat ben ik toch dik.
Ik pak mijn laptop en zoek naar afvallen in korte tijd. Ik krijg een scherm vol met allemaal website's ik klik de eerste aan. Wilt u zo snel mogelijk afvallen?
Dat doet u zo!
Geen vettige dingen eten!
Als u heeft gegeten na 10 minuten het al weer uit braken!
Pillen slikken is ook een mogelijkheid!
Ik zucht. Hier heb ik ook niet veel aan! Ik eet al bijna niks en kots het ook meteen weer uit.
Die pillen moet ik ook maar eens proberen.
Ik zit op het muurtje op het schoolplein. Mijn voeten wiebelen heen en weer.
Wat betekende dat toch net, tijdens de les? Wacht, ik mag nu niet jaloers gaan worden. Straks hebben we niet eens wat...
Bij die gedachte zakken mijn mondhoeken flink naar beneden. Hadden we dan maar iets.
Op dat moment komt Ray het plein op stormen.
"Ray, wacht!" klinkt de stem van Sophia. Zij komt nu ook naar buiten en grijpt zijn arm vast.
"Laat het me alsjeblieft uitleggen!" huilt ze.
"Dat heb je al gedaan. Het spijt me." Ray rukt zijn arm los en gaat zijn tent in. Snel ritst hij het zeil achter zich dicht. Met neergeslagen ogen loopt Sophia het gebouw weer in.
Ik zit er maar een beetje machteloos bij. Moet ik naar hem toegaan? Of niet?
Ik spring van het muurtje af en loop naar zijn tent.
"Ray, mag ik binnenkomen?"
Ik loop levenloos terug. Mijn benen leidden me naar een lokaal. Ik deed de deur open en liep naar binnen.
Scott staat midden in het lokaal over een boek gebogen. Hij kijkt op. "Sophia." Lacht hij naar me.
"Scott." Mompel ik. "Ik zie je de laatste tijd een stuk minder." Lacht hij.
"Ik was bij.." Ik wou zijn naam niet zeggen. Hij kwam niet over mijn lippen.
Maar elke keer dat ik er aan dacht was een klap in mijn gezicht. Scott legde zijn boek neer.
Ik legde mijn handen in zijn nek. Ik drukte mijn lippen tegen die van hem.
Ik hoor geschreeuw buiten. Maar dat boeit me niet ik ben even bezig met mijn planten.
Ik pak mijn Ipod en zet de Beatles op Here comes the sun tudododu.
Ik hoor ze al praten "Haha moet je die Daniel eens zien! Hij luistert naar de Beatles.