Familie Groenewoud
De Duivel van één miljoen Simoleon

“Goedemorgen, mevrouw van Zomeren de Rozen. U bent er vroeg bij vandaag,” Olivier lachte vriendelijk en stapte opzij zodat Elisabeth binnen kon stappen. “Goedemorgen Olivier,” zei ze bij het naar binnengaan. “Kan ik uw tas en uw jas aannemen?” vroeg Olivier, nadat hij de deur had gesloten. “Nee, ik houd ze liever bij me. Ik ben niet van plan erg lang te blijven. Alleen wat afspraken te maken met Augusta.” Ze glimlachte. Olivier knikte met een vrolijk gezicht. “Goed, wilt u mij dan volgen?” hij liep langs haar en draaide zich weer om. “Augusta is boven, ze wacht al op u. In de Rozenkamer. Ze zei dat het wel een, passende locatie zou zijn.” Met een glimlach liep Olivier Elisabeth voor naar boven, bij de deur van de Rozenkamer liet hij haar alleen.

“Goedemorgen Dian,” Lodewijk keek op van de tv en zette zijn bordje met een half opgegeten broodje erop, op de salontafel. “Zo, eten we voortaan in de woonkamer, paps?” vroeg Dian lachend, terwijl ze met een blikje vissenvoer naar het aquarium liep. “Ik vroeg me af,” hij wierp een blik op de tv, waar de reclame was begonnen, en zette hem zachter. “Ik vroeg me af om te eten in een kamer die door je moeder was ingericht.” “Ja, de woonkamer is echt heel leuk geworden zo. Ik vind sowieso dat alles hier wel aan een opknapbeurt toe is. De parken en tuinen van ons huis zijn prachtig, maar het huis zelf is toch wel hopeloos verouderd, vind je niet papa?” Lodewijk glimlachte. “Nou, het gaat er niet zo om wat ik vind, maar je moeder is het totaal met je eens. Wat zou je er van vinden als we gingen verhuizen?” probeerde Lodewijk voorzichtig. Dian draaide zich om en deed haar mond open om te antwoorden.

“Oh, Julius is hier ook niet. Hebben jullie hem gezien?” Marjolein kwam de kamer binnen. Ze had Olivier op de gang gevraagd, nadat hij Elisabeth naar de Rozenkamer had gebracht, of hij wilde kijken of Julius nog sliep. In haar ooghoeken had ze Elisabeth gezien en Marjolein baalde ervan dat het goed was gegaan tussen Augusta en Elisabeth, want stiekem had ze gehoopt dat ze tijdens het diner gisteravond ruzie hadden gekregen. “Hij slaapt nog mama. Julius heeft de hele avond boven de wc gehangen, hij was niet lekker.” “Oh…” Marjolein keek naar Lodewijk, die haar aankeek van ‘ik was bezig met Dian, ga!’. “Dan ga ik school wel bellen. Ik zal jullie verder niet storen.” Marjolein verliet de kamer weer, maar zei, voordat ze de deur sloot: “Lodewijk, we hebben om half 1 de afspraak met de makelaar.” “Makelaar?” vroeg Dian toen Marjolein al weg was. Lodewijk knikte, “We hebben al een huis gevonden. Vanmiddag ga ik het zien. Je moeder is er lyrisch over.”

“Augusta,” Elisabeth was binnengekomen. De kamer was stil. Augusta stond roerloos voor het raam. “Elisabeth,” klonk het na een lange stilte. Augusta draaide zich om. “Ik ben blij dat je er bent,” zei ze, “Ik heb slecht geslapen vannacht. Ik realiseerde me dat dit niet alleen effect heeft op mij. Herman en Diana zullen ook hun mening hebben en ik weet niet of ik het kan verdragen als zij bezwaren hebben tegen jouw aanwezigheid. Ga zitten,” Augusta wees naar de bank en zijzelf ging in de stoel zitten. Elisabeth ging zitten. “Augusta, lieverd. Ik ben het helemaal met je eens. Herman en Diana mogen niet de dupe worden. Maar wij ook niet!” Augusta glimlachte. “Je hebt gelijk. Herman en Diana weten niet dat je er nu bent, maar ik zal ze toch moeten vertellen dat ik je weer spreek. Het is misschien wel beter, dat we dan buitenshuis afspreken. In de stad, bijvoorbeeld.” Elisabeth knikte. “Helemaal mee eens, dat wilde ik ook voorstellen.” Augusta stond op en lachte vrolijk, “Kopje thee?”

“Nee, geen sprake van!” de deur van de kamer klapte plotseling open en Augusta schrok, waardoor de theepot wiebelde en ze thee spilde op het hout. “Herman!” zei ze geschrokken, terwijl ze met een trillende hand de theepot op de salontafel zette. “Ik wil dat..” hij leek moeite te hebben met het uitspreken van zijn woorden, “dat mens verdwijnt! En wel direct! Zij wist hier van, Augusta, zij wist dondersgoed wat Christiaan van plan was!” Elisbeth stond op. “Herman, dat is niet waar! Ik ben nu van…” Diana kwam achter Herman de kamer binnen. “Wat doet dat mens hier! Augusta wat haal je je in je hoofd! Olivier!”riep ze. “Diana! Herman! Kalmeer!” Augusta liep langs Elisabeth en zei tegen haar: “Ga zitten, lieverd.”

“Het is ook niet om de hoek,” zei Lodewijk, terwijl ze in de auto naar het huis reden dat ze gingen bekijken. “Dat zei ik toch, het is aan de andere kant van de stad, maar het is het zeker waard. Het ligt eigenlijk net buiten Zomeren, maar alles is nog best dichtbij, hoor.” Lodewijk keek naar buiten, aangezien Marjolein wist waar ze heen gingen, zat zij achter het stuur. “Mariëtte de Boer wacht al op ons, ze zal ons rondleiden,” vertelde Marjolein. “De Boer? Van Smid & de Boer makelaar? Dat is dan alvast een voordeel, ik ken Mariëtte nog van vroeger.” Marjolein reed wat langzamer de weg omhoog. “Kijk naar voren, dan zie je het zo verschijnen.” Lodewijk keek verwachtingsvol door de voorruit. Uiteindelijk stopte ze, ze waren beide stilgevallen door het zicht van het huis. Mariëtte stond al te wachten. “Lodewijk! Wat leuk je te zien!” ze kwam meteen vrolijk op hen afgestapt. “Wat een eer jullie rond te leiden.” Ze schudde Marjoleins hand. “Jij moet Marjolein zijn! Geweldig! Nou volg mij, het is echt een prachthuis!” Lodewijk keek Marjolein met een scheve glimlach aan.

“Dit huis is gebouwd rond het jaar 1850, de precieze datum is niet bekend, maar de fundering is al erg oud. Het is gebouwd door de familie Duivendrecht, je weet wel, die grotendeels nu in de familie van Zomeren de Rozen is verwikkeld. Er is nog één tak die ook daadwerkelijk Duivendrecht heet, maar de Baron van Duivendrecht woont nu in de stad, dus in Zomeren zul je ze niet vinden.” Ze liep om de fontein heen. Op dit moment is het in het bezit van De Kalmenbos Groep, waaronder ook Hotel Kalmenbos valt. Paul Kalmenbos wilde hier eigenlijk z’n eigen huis van maken, maar nadat het grondig was opgeknapt, was zijn oog al gevallen op een ander huis.” Ze liep het trappetje op naar het gangetje waar de voordeur was. “Dit is heel karakteristiek, geen enkel huis in Zomeren heeft zo’n ingang, terwijl dat in de 18de en 19de eeuw wel heel gewoon was. Nou, volg mij dan gaan we naar binnen.” Marjolein keek omhoog, het huis was prachtig, het was hoog en zo enorm imposant. Hier wilde ze wonen.

“Bemoei je niet met mijn zaken, Herman. En jij ook niet Diana! Wat zie je er trouwens chique uit.” Haar oog viel op de zwarte jurk die ze droeg, en op haar haren die netjes gekruld waren. “Ja, ik heb vanavond een diner met de baron. Hij wil investeren in een nieuwe bedrijfstak en dicht met ons samenwerken. Je zou mee gaan, weet je nog,” Diana keek naar Augusta. Augusta zuchtte, “Ja, dat is waar. Je kunt het goed alleen af, daarom laat ik je ook alleen gaan.” Diana knikte: “Dat weet ik heel goed ja. Elisabeth, ik vraag je om met me mee te komen. Dan laat ik je uit.” Elisabeth keek Augusta aan. “Goed, ik bel je nog wel op, later.” Elisabeth stond op, “Dat is goed,” zei ze, “Tot later.” Ze liep achter Diana de kamer uit. “Herman…” zei Augusta. Herman liep naar de openhaard toe, zwijgend.

“Het huis is fantastisch!” zei Lodewijk, hij deed nu de onderhandelingen, terwijl Marjolein al wegdroomde bij de ideeën voor de inrichting. Ze had leuke ideeën. “Ja, inderdaad,” lachte Mariëtte, “Maar lieg ik ooit? De tuin, het zwembad, alles wat nu in het huis staat neem je mee over, of tenminste, het zit in de prijs inbegrepen. Wat je er mee doet is iets dat je zelf moet weten.” Lodewijk keek de tuin nog even rond. Hij glimlachte toen hij Marjolein zag. “Iemand heeft hier al gekozen,” zei hij. “Nou, maar ik ook. De verdiepingen zijn geweldig, Dian en Julius zullen het leuk vinden dat ze een eigen badkamer hebben. En wij onze eigen verdieping is helemaal te gek natuurlijk. Beneden is er genoeg ruimte verder en de garage is ook perfect. Eigenlijk is het huis gewoon precies wat we zoeken. We leveren niets in! Wat is de prijs?”

“Ja… Meneer Kalmenbos wilde dat ik erbij zei dat hij quitte wil spelen. Hij wil geen winst maken,” vertelde Mariëtte. “Ja, nou. Nu heb je het verteld. Wat is de prijs?” “Meneer Kalmenbos vraagt 1 miljoen Simoleons, inclusief de tuinaankleding.” Het was even stil. Marjolein zweeg en staarde naar het zwembad. Zij wist de prijs wel en ze wist dat Lodewijk dat te veel vond, zeker in deze tijden. “Nee, nee nee nee nee, nee absoluut nee.” Met wilde gebaren stond Lodewijk op. “Marjolein, we gaan, we gaan meteen.” “Ga maar vast naar de auto, lieverd,” Marjolein stond op, terwijl Lodewijk weg liep. Ze keek Mariëtte aan. “Ik wil dit huis. Ik haal hem wel over. Ik haal hem over, dat beloof ik je Mariëtte.” Mariëtte glimlachte, “Ik gun jullie dit huis. Paul heeft geen haast, dus ik zorg dat er nog niemand een bod uit brengt.” “Dankjewel, ik bel je!” Marjolein zwaaide nog even naar Mariëtte, toen ze naar boven liep, waar Lodewijk al in de auto zat

“Herman,” Augusta liep naar hem toe, om de salon tafel heen. “Herman…” ze praatte zachtjes. Herman keek op. Hij had een trieste emotie op z’n gezicht. “Augusta het spijt me. Ik kan geen van Zomeren de Rozen in de ogen kijken zonder aan de afgelopen jaren te denken. Ik heb liever niet dat je omgaat met zo iemand, maar je bent mijn vrouw niet meer. Hoewel ik wel weer levend ben verklaard, zijn we niet meer voor de wet getrouwd. Dat betreur ik heel erg, Augusta, ik houd nog erg veel van je.” “Oh Herman… Ik vind het ook erg jammer allemaal, ons leven is niet gelopen zoals het moest lopen. Ik…” Herman pakte haar hand vast. “Laten we vanavond uit eten gaan. Laten we vanavond even vergeten wat er is gebeurt en kijken… kijken wat onze relatie nu nog in houd.” Augusta keek in Hermans ogen en zag dat hij het meende. “Ja, laten we dat doen,” fluisterde ze.

“Nou, tot nooit maar weer hé! Het was gezellig, maar kom nooit meer terug!” Diana duwde Elisabeth richting de voordeur. “U riep me?” Olivier kwam aangelopen vanuit de huiskamer, waar hij net had opgeruimd. “Te laat Olivier, maar dat geeft niet. Ik laat net dit stuk secreet uit.” Olivier liep naar hen toe en Elisabeth stapte van Diana weg. “Ik weet zelf erg goed de deur te vinden, dankjewel” ze veegde haar schouder schoon. “Ha! Dat mocht je willen! Jij raakt hier niets meer aan! Ik gooi je der uit! Eruit zeg ik je! Je komt nooit meer terug! Duivel die je bent!” gilde Diana met wilde gebaren, “Ga! En kom nooit meer terug! Je hebt mijn familie verwoest, kapot gemaakt! Verdwijn!” Elisabeth stapte achteruit. “U kunt beter gaan,” Olivier liep naar de deur, terwijl Diana Elisabeth natierde, terwijl ze snel over het pad het landgoed af liep.

Julius staarde naar buiten. Hij had veel geschreeuw gehoord, waardoor hij wakker was geworden. Hij had barstende koppijn en kon er niet over uit of hij nou had gedroomd, of dat het echt was gebeurd. Hij keek op zijn telefoon, 12 gemiste oproepen, zijn lievelingsgetal. Allemaal van Romeo. Hij had ook 12 berichten. Allemaal hadden ze dezelfde betekenis. ‘Ik mis je, ik begrijp het niet, praat met me.’ Het was echt gebeurt. Hij had de liefde van z’n leven gedumpt, vanwege zijn gestoordheid. Vanwege het feit dat zijn hersens overuren maakten om te bepalen dat hij niet goed genoeg was voor Romeo. Julius realiseerde zich dat hij een verkeerde beslissing had gemaakt. Hij had nu nog twee keuzes. Of hij zorgde dat het goed kwam, of hij zorgde dat Romeo verder kon met z’n leven. Julius had niet lang nodig, hij maakte zijn beslissing en liep naar de spiegel. Hij keek naar zichzelf, er rolde een traan over zijn wang.