Hoofdstuk 1
'Papa is een holbewoner'

'Wat een prachtig huis, niet waar? Bedoeld voor rijke mensen, zoals ik, een perfecte plaats om mannen naartoe te lokken en honderd baby's te baren. Wel jammer dat dit het huis van mijn buren is.'

'Helaas is dit mijn huis. Mijn tuinhuis in Bridgeport is nog groter. Maar nee, ik was zo slim om mijn vader te vertellen dat hij naar de maan kon vliegen en dat ik dit klusje zelf wel zou klaren. Recht in mijn gezicht lachte hij me uit en.. twee maanden later kocht hij een raket om mee naar de maan te vliegen, maar dat ter zijde. Ik ben diep beledigd dat niemand gelooft dat ik deze uitdaging aan kan, ik hoef toch alleen maar honderd baby's te baren? Met vier butlers en een paar schoonmaaksters komt dat gemakkelijk voor elkaar. Wacht, die zijn in Bridgeport. Ach ja, maar met papa's geld.. o nee, dat is ook in Bridgeport. Ik sta nu op eigen benen, op eigen benen in Barnacle Bay en woon in het meest afschuwelijke huis van land.'

'Gelukkig zet ik mij zelf altijd erg snel over tegenslagen heen. Tijd voor een lekker toastje met kaviaar! Toen ik de koelkast opende kreeg ik de schrik van mijn leven! Alleen maar blikken, heb ik dan ook een hond? Ik zag op de blikken staan dat ze heerlijk zijn voor iedereen die van goed voedsel houdt, niet voor honden dus, maar voor mij! Ik denk dat ik maar dag moet zeggen tegen mijn dagen als kaviaarspecialist.'

'Vanmiddag besloot ik naar de stad te gaan, of het dorp, of zeg maar het midden van deze oude troep. Want ik zeg altijd maar zo: van de wind wordt je niet zwanger! Ik kwam eerst een jonge man tegen met een leuk hoofd en een mooi lichaam en stapte op hem af. Amaley du Cardi, rijk en beroemd, zo stelde ik mezelf voor en weet je wat hij zei? Weet je wat hij letterlijk zei? ''Rijk? Beroemd? Je stelt hier niks voor, Amalama, je bent nog lager dan de bodem van de zee.'' Wat een holbewoner, ik hoef helemaal geen kind van zo'n graftak. Ik wil niet dat mijn kinderen, mijn genen straks kunnen zeggen: ''Mijn papa is een holbewoner.'' '

'Lang dacht ik niet na over de grote vergissing om op die druiloor af te stappen want ik zag iets prachtigs! Een protest! En volgens mij protesteerden deze mensen omdat zij ook geen kaviaar kregen! Groot gelijk geef ik ze, dus ik nam ook een bord en schreeuwde met de menigte mee.'

'Tussen al deze goede mensen stond een wel heel charmante, aantrekkelijke man. Ik stelde me natuurlijk gelijk voor, maar hij haalde zijn neus op en draaide zich om. Wie denken deze mensen wel niet dat ze zijn? Ik ben rijk, beroemd en aantrekkelijk, wat is hier nog meer belangrijk? Haar op je rug en een vislucht uit je mond of zo?'

Op de terugweg in de taxi, ja ik moet me hier echt verplaatsen in een taxi, want de auto staat natuurlijk nog in Bridgeport, zag ik een klein, armoedig huisje. Daar woonde vast iemand met een nog lagere status dan mij, perfect dus. En ik had gelijk, een man met een wat oudbollig overhemd en een bril op zijn grote neus, begroette mij en liet me zelfs naar binnen. We praatten wat en lachten wat en uiteindelijk besloot ik naar huis te gaan. Ik hoop dat hij de vader van mijn eerste kind gaat worden, ik ben alleen zijn naam vergeten. Oeps.'
Laatst gewijzigd door Mikese op di 09 aug 2011, 17:58, 1 keer totaal gewijzigd.