Het spijt me echt, maar er is -blijkbaar- iets fout gegaan met de screens.
De screens die ik al had heb ik overtnieuw gedaan, en de andere overgeslagen..
Ik maak nu snel nog de screens die ik nodig heb

Edit: Klaar. Het is een slappe update en het laatste plaatje klopt niet helemaal ( + de screens zijn niet mooi), maar hopelijk gebeurd er later wat spannends.. ( 'k weet al wat

)
---
Hoofdstuk 1.1.
Ik ben ik

Zuchtend keek ik naar het huis. Wat een verschrikkelijk huisje, maar meer geld heb ik nu niet.
Ik kijk er nu al tegen op. Een raar gevoel voel ik in mijn buik. Alsof ik in een achtbaan zit, die net te hard naar beneden crost. Die achtbaan, is de challenge. De challenge, die ik, Anouk van der Wilg, ga volgen. Ook al is het alleen, om als ik mijn ouders later weer ontmoet, trots kan melden dat ik iets voltooid heb, als een meisje dat nooit volwassen zou worden.

Langzaam ging ik zitten op de bank. Natuurlijk de meest comfortabelste bank van de SIMSKEA.
Natuurlijk niet. Ik heb een simpele bank gekocht, die je amper een bank noemen kan.
Maar dat interesseert je niet hè? Je snakt naar spanning, verdriet en romantiek. Maar dat kan ik je nu in ieder geval niet bieden. Alleen maar pijn, en geluk. Geen romantiek, geen spanning.
Alles draait om de challenge.

Opeens zie ik wat buiten, opgewonden als een klein meisje ren ik naar buiten. Beteuterd bekijk ik de buurt. Ik had verwacht iets leuks te zien, iets spannends. Niks.
Als ik nu buiten ben, kan ik net zo goed naar het strand gaan, denk ik. Ik ben al lang niet meer op het strand geweest. Ik ben ook niet echt knap ofzo, ik heb ooit één vriendje gehad. Ik ga niet vertellen wanneer dat was. Oké, als je het zo graag wil weten; in groep 1 en 2 heb ik een vriendje gehad. Lach a.u.b. niet te hard..

‘Ama’, hoor ik bij me been. Verbaad kijk ik naar beneden. Daar zie ik een schattig kwijlend meisje.
Mijn idiote, typische kleine kinderen emotie komt naar boven.
‘Hey, klein dametje’, zeg ik glimlachend. Voorzichtig pak ik haar op. ‘Wat doe je hier?’, vraag ik.
‘Noep’, antwoord ze glunderend. Ik lach. ‘Zo zo, ga je snoep kopen?’, ik doe alsof het een wereldprestatie is. Ze knikt enthousiast. Waarom zijn ze allemaal zo schattig?

Na een kwartiertje spelen met het kleine kleutertje ga ik weer naar binnen. Tijd om me op me baan te concentreren. Hoe wil ik anders voor mezelf zorgen?
De bank wil me geen lening meer geven, overal sta ik bekend als het meisje wat nooit volwassen zou worden. Dus ook geen lening zou kunnen aflossen.

Ziekenhuis, te veel bloed. Onderwijs, allemaal gillende kinderen, en geen schattige peuters? Hartelijk bedankt. Zo ging het door, tot dat ik bij de laatste pagina kwam. Ook niks. Dan… euhm.. dan maar..
Ik weet niks te verzinnen. Dan, opeens weet ik het. Ik ga naar de brandweer. Niks voor mij, dus des te leuker. Zolang ik niet levend verbrand lijkt het me leuk om te doen.

Dus vertrek ik vrolijk naar de brandweer kazerne. Helaas, je moet een opleiding doen. En Anouk van der Wilg had vroeger geen idee dat ze überhaupt voor zichzelf moest zorgen.
Verslagen loop ik terug naar huis. Gadver, die mensen hier kunnen wel een make-over gebruiken.
Dat brengt me op een idee. Styliste! Iedereen als paspop gebruiken, dat is toch leuk? Vind ik wel.

Meteen ga ik langs een uitzendbureau. Ze beloven me dat ze me zullen bellen als iemand een styliste nodig heeft. Mij dus. Ik huppel weer naar huis.
Het leven bestaat voor mij uit geluk. Soms is er een tegenslag, maar daar huppel ik altijd weer doorheen. Ik ken het woord depressie niet, evenmin als groot verdriet. Verdrietig ken ik wel, maar de betekenis haat ik.

Thuis bekijk ik mezelf in de spiegel. Een toekomstige styliste moet er natuurlijk ook goed uitzien..
Langzaam glijden mijn ogen over mijn hele lichaam. Ik ben best tevreden met mijn lijf.
Ik ben niet lelijk, maar ook niet superknap. Gewoon mezelf. Ik grinnik, het is wel zo. Gewoon mezelf.
Niet mooier, niet lelijker. Gewoon mezelf.