Ik had maanden gedacht dat ik het me gewoon inbeeldde, maar uiteindelijk was het wel duidelijk.
Het is nu negen maanden na het incident met mijn vader en ik heb het nooit willen toegeven. Het was verschrikkelijk. Waarom ben ik ooit op zoek gegaan naar dat monster!?
Over wat ik nu ga doen heb ik lang nagedacht, maar ik ben het zeker nu. Ik zou toch nooit van haar kunnen houden, want hij is een deel van hem. Hij zal boeten voor wat hij me heeft aangedaan. Nooit zal hij nog gelukkig zijn. Nooit zal hij nog het leven van iemand kapot slaan.

“Dies irae, dies ilia, Solvet saectum in favilia! Quantus tremor est futurus, Quando judex est venturus, Cuncta stricte discussurus! Tuba mirum spargens sonum, Per sepuicra regionum , Coget omnes ante thronum! Mors stupebit et natura, Cum resurget creatura, Judicanti responsura! Liber scriptus proferetur, In quo totum continetur, Unde mundus judicetur…"

“Judex ergo cum sedebit, Quidquid latet apparebit, Nil inuitum remanebit!”
De laatste zin van de vloek sprak ik uit met zo’n verbolgenheid dat alle vogels in de buurt van de bungalow voor een paar minuten stopten met hun vrolijke deuntje te fluiten. Ik vermoed dat op dat moment de meest kwaadaardige heks in mij geboren was.

Ik had de vorige dagen wakker gelegen hoe ik het allemaal zou doen, het ergste was nu al voorbij. Ik hoefde enkel nog een giftige appel te toveren en dan kon ik het allemaal achter me laten. Nog 1 spreuk, de allerlaatste…

Ik was terug naar binnen gegaan omdat ik niet wilde dat een onverwachte voorbijganger me zou vinden en me op het nippertje nog zou kunnen redden. Ik sloot mijn ogen, zoog een grote hap lucht naar binnen en beet in de appel. Het zou nu niet lang meer duren. Het gevecht was bijna voorbij.

Mijn lichaam vocht hevig tegen het gif, ik gaf verschillende malen over, bloed.

Uiteindelijk gaf mijn lichaam zich gewonnen, ik liet me naar achter vallen tegen de muur. Mijn hart vertraagde en hield uiteindelijk op met kloppen. Ik liet nog 1 zucht ontsnappen. Het enige geluid dat daarna overbleef was het krijsen van het jonge kind in de kribbe. Het kind van een monster.
