Hoofdstuk 13
Het was een mooie zondagmorgen. Het zonnetje scheen en, wat een onzin. Ik heb mijn dag vandaag niet. Het is namelijk de laatste dag dat ik en Niall bij Titania en Oberon logeren. Want ons huis is eindelijk af! Ik heb het al gezien. Dus het is een verrassing voor Niall. Maar voordat we gaan, wil Titania eerst een ‘serieus’ gesprek met mij gaan hebben.
En dat voor nu wel een goed moment. Anders verplaats ik dat telkens naar achter. Oberon en Niall gingen hun sportkleding aandoen. Want we gaan zo met z’n allen trainen. Zodat we gezond blijven. Maar ik keek Titania aan en ik zag dat ze vol met vragen zat. Vragen over mij en vooral over Niall. ‘Waarom Faith, waarom hou je alles geheim voor Niall?’. ‘Ooit moet je het hem vertellen, en dan bedoel ik ook je werk’. ‘Want dat kun je niet normaal noemen’. Ik zuchtte, want ik had nu al geen zin meer in dit gesprek.
Met een diepe zucht begon ik maar alles uit te leggen: ‘Titania, je weet niet hoe het is om met een geheim rond te lopen’. ‘Je weet niet hoe graag ik Niall over alles wil vertellen’ ‘Hij is er nog niet klaar voor’. ‘Door de kleinste dingen heeft hij al schrik, laat staan dat ik het vertel’. ‘En mijn werk kan ik beter niks over zeggen’. ‘Want dat vind hij veel te gevaarlijk’. Ik keek Titania aan en hoopte dat ze me begreep. Ze lachte: ‘Kom, dan gaan we onze sportkleding aandoen’.
En nu was er weer zo moment van Niall. Hij had geen sportkleding. Dus had hij zijn werkkleding maar aangetrokken. Dus liep hij rond als Super Mario. ‘It’s Super Mario hour!’ ‘Niall, zei ik, het is Super Mario time!’. ‘Niet Super Mario hour’. En toen begon het, gewellis en geniettes. Dus Super Mario kleede zicht om en zocht een boek over Mario.
Geschreven door Niall
Ik weet zeker dat ik het goed had. Hour is toch tijd. Ik moet gewoon gelijk hebben. Faith heeft altijd gelijk! Dat is gewoon niet eerlijk. En nee, dit is niet kinderachtig gedrag. Ik heb gewoon gelijk!
En ik heb geen gelijk. Volgens dit boek had Faith gelijk. Maar ik zeg niks tegen Faith, ik doe net alsof er niks is geweest. Dat bespaard me weer een afgang. Langzaam keek ik door mijn ooghoeken naar de vleugels van Titania. Ze lijken niet echt, en het is trouwens helemaal niet haar kleur. Donker groen, kom op, dat is zoo Februari.
Om het goed te maken besloot ik hotdogs te maken. Want dat vindt iedereen toch lekker?
Hiermee kan ik laten zien aan iedereen dat ik toch wat kan. Ik kan goed koken! Welk vrouw wil dat toch niet. Ik weet dat Faith dat heel fijn vindt.
‘Alsjeblieft jongen, lekkere hotdogs.’ Titania en Oberon keken elkaar aan. En toen zij Oberon: ‘Uuh Niall, ik en Titania zijn vegetariër’. Ik keek verbaast: ’Vege wat…?’ ‘Weet je niet wat dat is?’ Ik probeerde net een afgang te voorkomen, krijg ik hem nu toch. ‘Laat maar’
Met een bedroeft gezicht ging ik naar binnen. Een goede indruk maken heeft dus niet gewerkt. ‘Niall, zou je niet eerst de hotdogs eraf doen voordat je het bord in de vaatwasser zet?’
‘Sorry Faith, ik wou zo graag een goede indruk maken’. ‘En dat is niet gelukt’. Faith kreeg een lach en haar ogen begonnen te blinken. ‘Niall, ik kan niet zonder jou’. ‘Jij doet zo graag je best, hoewel het meestal fout afloopt’. Zo positief klonk dat nou ook weer niet. ‘Maar je bedoeld het goed, daar gaat het om’. ‘Dankjewel Faith’. En ik gaf haar een kus. ‘Dit is de laatste dag hier, wat ga jij het meest missen Niall?’. ‘Het bubbelbad!’.
‘Ik zij toch dat dit heerlijk was’. Je had voorkomen gelijk Niall’. En we genoten van de rust.
En toen kreeg ik wel zin in een pretje. Ik keek Faith aan en ze begreep wat ik bedoelde. ‘Kan dat wel, hier, wat moeten Titania en Oberon wel denken’. ‘Weet je wat ze denken schat, ze zijn gelukkig’.