Hoofdstuk 12
Ik rende zo hard als ik kan. Dadelijk was er iets erg gebeurd met mijn vader. Dat zou ik niet willen. Ik heb mijn moeder al verloren. En mijn vader wil ik voorlopig nog wel houden. ‘Niall, kom op, ren eens wat harder!’. ‘Ik kan echt, pff, niet meer’. ‘Ik loop dit stukje wel even’. Ik kwam aan bij het huis, het huis waar ik opgegroeid ben. En er lag een dikke kuil in de voortuin.
Ik keek naar beneden. Het was heel erg diep. Gelukkig zag ik niemand in de kuil liggen. Dat betekend dat mijn vader, en mijn broers en zusje nog oké zijn. Maar ik raakte toch in paniek. En net toen Niall iets wou zeggen waarmee hij mij kon troosten, zag hij de ijscowagen. ‘Faith kom, dan gaan we een ijsje halen!’. ‘Niall, verkeerd moment’,zei ik boos. Maar toen keek ik naar de veranda.
Ik zag mijn vader in zijn schommelstoel zitten. En door het raam zag ik mijn zusje. Ik rende, alweer, richting mijn vader. Die volgens mij met zijn ogen open aan het slapen was. Hoe kon hun nu gaan slapen, met z’n enorme kuil in de voortuin!
‘Vader, wordt wakker!’. ‘Pap, wakker worden!’. En ja hoor, hij sliep gewoon door. Volgens mij weet hij niet eens dat er een kuil in zijn voortuin zit. ‘Niall, ik krijg hem gewoon niet wakker’. ‘Weet jij iets te verzinnen?' ‘Ik ben een man, ik weet hoe ik ze wakker krijg’. Niall begon een speciale houding aan te nemen. Hij klopt op zijn borstkas en toen riep hij: ‘Wil wil er taart!’. ‘Geef mij maar een stuk!’, riep mijn vader meteen. ‘Faith, waar is de taart?’. ‘Er is geen taart pap’. Toen keek mijn vader naar Niall, en toen bedacht ik me meteen iets. Ik heb mijn vader nog niet verteld dat ik een vriendje heb, laat staan dat we samenwonen. ‘We gaan wel binnen zitten’, zei mijn vader toen.
‘Pap, dit is Niall, hij is mijn vriendje’. ‘Heb jij een vriendje?’. Dit was volgens mij niet het goede moment om Niall voor te stellen. Maar ik keek Niall aan en dacht meteen een ding, hij vond het wel een goed moment. ‘Mijn naam is Niall Goedhart, ik en Faith wonen al anderhalf jaar samen’. ‘Anderhalf jaar!, riep mijn pa boos, terwijl haar mij met zijn gefronste gezicht aankeek. Ik was even vergeten dat ik al 2 jaar niet thuis ben geweest. ‘Faith kan ik jou even spreken, onder 4 ogen’. En toen keken ik en mijn vader Niall aan. Maar Niall snapte de hint niet dat hij even weg moest gaan. Ik zuchtte en liep naar hem toe.
‘Niall, kan je even kijken hoe het met mijn zusje en broertje is’. ‘Hun kamers zijn op de bovenste verdieping, ik heb even iets te bespreken met papa’. ‘Voor jou doe ik alles’, en toen gaf Niall mij een zoen en liep hij naar boven.
‘Hij is mij een apart geval Faith’. ‘Pap, dat weet ik, maar ik hou echt van hem’. ‘Hij maakt mij gelukkig’. ‘En dan nog iets’, zuchtte mijn vader. ‘Je bent al 2 jaar niet thuis geweest, je bent geen een keer langsgelopen. ‘En nu dacht je dat er iets ergs was, dus kwam je wel’. ‘Ik weet het pap, ik had het gewoon zo druk met mijn werk’. ‘Werk je nog steeds voor hem?’ ‘Ik had je zo gewaarschuwd voor hem Faith’. ‘Pas alsjeblieft op voor hem’. ‘Ik weet het pap, maar hij heeft mij nodig. ‘Maar Niall is dus goedgekeurd?’, vroeg ik zenuwachtig. ‘Ja hoor, hij is hier welkom’. ‘Maar Faith, let wel goed op hem’.
‘Hij heeft jou hulp nodig, want zonder jou loopt hij gevaar in Moonlight Falls’.