Hoofdstuk 2

Ik was een heel weekend hier in het huis en ik begon al te wennen. Op maandag werd ik verrast met wafels. Ronja maakte die elke maandag, zeiden de andere. Zo werd een maandag iets minder stom, het begin van een schoolweek.

Ja, wij moesten gewoon naar school, een gewone normale middelbare school. Voor mij wel een stuk anders, want ik ging eerst naar een speciale school voor rijkelui's kinderen.

Ik liep altijd samen met Camille, meer vrienden had ik niet en ik kende eigenlijk bijna niemand. Ze praatte altijd over haarzelf of mensen die ze niet mocht. Ook vaker over Katelynn, ze vertelde dat ze heel erg onaardig was en zo'n dingen en wat ik dan deed was knikken.

Eenmaal weer in het huis ging ik direct naar mijn kamer. Ik maakte eerst mijn huiswerk en speelde daarna een heel tijdje piano. Dat deed ik thuis al heel veel, ik had het geleerd van mijn vader.

Op een begeven moment hoorde ik ook muziek vanaf boven komen. Ik liep de trap op en volgde het geluid. Ik kwam uit bij Katelynn en Wesley die samen aan het jammen waren. Met bewondering keek ik, ze waren goed!

Opeens begon Wesley tegen me te praten. ‘Brittany, wil je ook meedoen?’ ‘Uh, nee, ik ben niet goed, ik kan niet... Ik pas toch niet bij jullie?’ ‘Je speelt toch piano?’ ‘Ja..’ ‘Dan kun je ook keyboard. Kom op, probeer het gewoon! Is leuk!’

Ik probeerde en het was super. Na een tijdje ging het redelijk goed. Wesley vertelde dat Katelynn en hij een bandje hadden genaamd ‘The Inside’. Super leuk!

Na een tijdje stopte ik met spelen. Ik begon te denken aan mijn ouders. Als ze nog hadden geleefd had ik nu grote concerten zitten geven en speelde ik de mooiste klassieke muziek, dat was hun plan. Misschien kreeg ik dan zelfs mijn eigen nummers. Maar dat was niet meer.

Toen kwam Camille binnen en onderbrak mijn gedachten. ‘Wat doe je hier?’ Vroeg ze aan mij. ‘Gewoon, luisteren.’ ‘Dat moet je niet doen! Hun en deze muziek is niet goed voor je. En vooral Katelynn is niet goed voor je!’

‘Je moet eens niet zoveel conclusies trekken! Ik vind haar hartstikke aardig. Misschien zie je het verkeerd dat ze zo gemeen is. Uiterlijk zegt niet alles en daar in tegen, ze is hartstikke stil, hoe kan ze dan gemeen zijn?’ ‘Uh, uh, ja… Ze is gewoon gemeen! Tss…’ En boos liep Camille weg, maar dat maakte me even niets uit. Misschien is zij wel de gemene.

Na een heerlijk pastagerecht van Ronja ging ik weer verder met piano spelen. Dit was mijn muziek, niet dat wat Wesley en Katelynn speelde, al was het wel goed.

Ik ging helemaal op in mijn muziek en genoot ervan. Mijn gedachten dwaalde af en ik was in mijn eigen wereldje bezig. ‘Wauw, jij speelt mooi!’ Ik schrok, James stond achter me. Ik stopte met spelen.

‘Sorry, ik wou je niet laten schrikken.’ ‘Ach, geeft niet. Ik zat even in mijn eigen kleine wereldje, waar ik dus niks hoor.’ James lachte. ‘Maar.. Je speelde echt mooi hoor. Ik hoorde het in de kamer en ik kwam dus even kijken.’ ‘Bedankt.’ Ik had een big smile op mijn gezicht.

We praatte wat over van alles totdat ik op een vraag kwam die ik eigenlijk nog aan iedereen wou stellen. ‘Wat is er eigenlijk met jou ouders gebeurd, zijn ze ook dood? Of wil je dat niet vertellen.’

‘Nee, ze zijn niet dood…’ ‘Maar waarom zit je hier dan?’ ‘Uhm, tja. Ik vind het nogal moeilijk te vertellen, maar ik zal het jou zeggen, verder weet niemand hier het.’ ‘Ow, maar je hoeft het niet te vertellen.’ ‘Jawel, ik wil het. Iets 2 en een half jaar geleden kwam ik erachter dat ik op jongens viel, ik schaamde me er erg voor. Ongeveer 2 maanden later heb ik het aan mijn ouders verteld. Voor hun was het een grote schok en het paste totaal niet in hun straatje, hun zoon homo. Ze probeerde me om te praten, maar dat lukte niet. Ze konden mij niet veranderen, zo was ik en blijf ik.’ ‘Op een dag kwam ik uit school…’ James slikte en nam diep adem. ‘…Op dat briefje stond dat mijn vader en moeder waren verhuist, waarheen stond er niet. Er stond wel de reden en dat was dat ik homo was, ze konden niet leven met een zoon die homo was. Ik moest mezelf maar zien te redden… Ik heb toen de politie gebeld, maar ze konden niets voor mij doen. Mijn ouders waren blijkbaar van naam verandert en in een ander land gaan wonen. En toen ben ik dus door de politie hierheen gebracht.’ Ik had tranen in mijn ogen, dat was nog erger dan als je ouders dood zijn. Dan houden je ouders niet eens van je. ‘Wat heftig…’ Was het enige dat ik kon zeggen. Toen storrte James in.

De tranen stroomde over zijn wangen. ‘O James, niet huilen.’ Ik gaf hem een dikke knuffel en toverde een lach op mijn gezicht. ‘Ik ben er voor je James, je kunt overal met mij over praten. ‘Dankje Brittany, dankje.’ Hij veegde zijn tranen uit zijn gezicht. ‘Ik ga eens een bad nemen.’ Zei hij en hij liep mijn kamer af.

Laat in de avond maakte ik mijn huiswerk af samen met Wesley, ook hij had het nog niet af.

Toen we allebei klaar waren praatte we nog wat, we waren nog niet moe en wisten nog niet veel van elkaar.

Ook met hem praatte ik over zijn ouders. ‘Nou, mijn ouders zijn gestorven bij een auto ongeluk. Ze kwamen terug van de supermarkt en zijn tegen een vrachtwagen opgeknald.’ ‘Zit je er niet mee?’ Hij keek de andere kant op. ‘Eerst wel, nu niet meer. Vroeg of laat sterven we allemaal, of het nou een ongeluk is of een ziekte. Later in de hemel zie ik ze weer.’ Ik vond het wel een goede gedachte… Maar toch, ik zat nog steeds met mijn ouders. Maar het was nog maar zo kort geleden.

Ik keek naar de grond en een traan viel op mijn schoen. Ik had een huilmoment. ‘Wat is er.’ ‘Sorry… Ik dacht aan mijn ouders en… Ik wil ze zo graag terug!’

‘Ach meiske… Kom eens hier.’ Hij sloeg z’n armen om me heen. ‘Je komt er wel overheen hoor! Je bent sterk!’ Ik drukte Wesley stevig tegen me aan. ‘Misschien heb je gelijk.’ Ik had er weer een vriend bij.