“Meneer Fey, wat leuk dat u ons een bezoek heeft gebracht.” Jean liep door de bibliotheek. Mirelle liep naar een stoel toe, Kenji keek haar angstig na. “Ik help je niet hoor” lachte ze, terwijl ze spottend naar hem keek. Kenji verplaatste zijn blik weer naar Jean. “Wat wil je van me? Ik vind het vreemd dat je niet meteen m’n moeder erbij hebt geroepen, je moet dus wat van me willen.” Zei hij met geklemde kaken. Jean lachte “Niet te hard van stapel lopen, meneer Fey,” Jean liep naar Mirelle toe en ging naast haar staan.
“Pap, waarom wil je dat ik erbij zit?” vroeg Mirelle, die eigenlijk betere dingen had gepland. “Omdat jij hem naar me toe hebt gejaagd lieverd, je moet me helpen met dit.” Mompelde Jean. Kenji keek van Mirelle naar Jean. Hij was bang, hij had geen idee wat ze van plan waren. Zouden ze hem naar de politie brengen? Zijn oom laten weten dat hij hier was? Had hij zojuist het huwelijk van Asuka en Jacques in gevaar gebracht? En Babette… O, Babette… Het schoot weer door zijn hoofd. Zij waren verleden tijd, Babette en hij. “Meneer Fey, let u wel een beetje op?” hij schrok op van Jeans stem. “Goed, u bent weer op deze wereld.” Hij klapte even in zijn handen. “Zoals ik net al zei, je bent meer dan welkom. Ik kan je zeer, zeer goed gebruiken.” Er verscheen een kwaadaardige grijns op zijn gezicht.
Kenji keek angstig naar zijn twee gijzelaars. “Wat wilt u van me?” vroeg Kenji nogmaals, deze keer een stuk beleefder. Hij wist dat hij dit gevecht niet kon winnen als hij zich agressief opstelde, maar hij realiseerde zich dat hij dit gevecht helemaal niet kon winnen. Als ze er maar niet achterkwamen dat Asuka wist dat hij hier was, als ze maar geen vragen gingen stellen over waarom hij hier was, en hoe. “Goed, het interesseert met totaal niet wat u hier doet, meneer Fey. Het enige wat me interesseert,” Jean boog zich naar Kenji toe, “Is, hoe graag wilt u blijven, meneer Fey?” zijn stem werd een stuk zachter, indringender, maar ook gevaarlijker.
Jean draaide zich om en liep naar het raam. “Kenji, ik mag je wel tutoyeren, nietwaar?” Hij wachtte niet op antwoord, Kenji antwoordde ook niet. Hij wist dat hij beter kon zwijgen. “Je komt als geroepen, Kenji.” Zei Jean en hij staarde naar buiten, waar hij de postbode langs het hek zag lopen. “Ik heb toevallig een klein, heel klein, probleempje. Een probleem met iemand hier, in deze stad. Ik neem aan dat de naam Koopman je wel iets zegt?” vroeg Jean en hij draaide zich om naar Kenji. Hij keek hem aan, met zijn indringende ogen. Kenji knikte zwijgzaam en mak. “Ik heb niet zozeer een probleem met de familie Koopman. Dian Koopman en ik zijn juist bezig met onderhandelingen die onze bedrijven beter met elkaar gaat laten samenwerken. Ik zie er naar uit om een samenwerking met haar te beginnen, ze is een zeer charmante vrouw. Nee, ik heb een probleem met een aangetrouwde Koopman. Een vuile, achterbakse man die zich via Dians familie omhoog wil trekken.” Jean zweeg en keek weer naar buiten.
Mirelle merkte de emotie in haar vaders stem. Het deed hem iets, hij gaf om die vrouw. Ze voelde zich jaloers, die vrouw mocht hier nooit een voet in huis zetten. Haar vader mocht van geen andere vrouw houden dan haar moeder. Misschien moest ze die weer uit Frankrijk laten overkomen, om ze weer bij elkaar te brengen. Jean praatte ondertussen verder over de man die hij bedoelde. Hij legde aan Kenji uit, wat die man allemaal had misdaan en wat zijn probleem nu precies was. Mirelle lette niet op, in haar hoofd gingen andere dingen om. Hoe kon zij haar vader zo ver mogelijk van dat mens vandaan krijgen. Ook al wist ze niet wie ze was, ze had al een duidelijk beeld in haar hoofd. Het beeld van de duivel, een duivel die moest verdwijnen.
“James Koopman mag geen macht krijgen. Zijn aandeel in het bedrijf van de familie Koopman zal snel tot nul gereduceerd worden. Daar ben ik van overtuigd. Zodra Dian en ik het contract hebben ondertekend kan ik dat voor elkaar krijgen. Nu moet ik alleen nog zorgen dat Dian die man verlaat.” Zei Jean. Er volgde een stilte van zijn kant, die Kenji aangreep. “Dus wat wilt u nu dat ik voor u doe? Stoken in een relatie zodat u er met die Dian vandoor kunt gaan?” vroeg Kenji, terwijl hij Jean met een opgetrokken wenkbrauw aankeek. Jean lachte kort, maar keek Kenji toen woedend aan. “Zeg, wil je wel eens je mond dicht houden als ik aan het praten ben. Wat ik wil dat je doe dat zeg ik je wel. Dit was een inleiding op mijn verhaal!” Mirelle lachte in zichzelf, haar vader was zo goed in praten, in het vertellen van zijn plannen. “Pap, kom ter zaken,” zei ze. “Goed, sorry, je hebt gelijk lieverd.” Hij draaide zich voor de derde keer om naar het raam toe. “James Koopman wil de macht verkrijgen via een waardevolle schat. De waardevolste die deze streek kent. De schat die Victor van de Kerkhof zelf uit Egypte heeft gesmokkeld en in zijn huis heeft bewaard tot hij werd gestolen en verspreid door…” Jean lachte even, “Mijn opa. En nu zijn de juwelen in handen van mij, van Dian…” hij zuchtte “En de overige drie liggen op het landgoed van Van de Kerkhof. En James gaat deze nacht de mijne stelen, dat weet ik zeker. En jij gaat hem stoppen. Dood of levend, dat maakt me niet uit…” Jean keek strak naar buiten, zijn hand in een vuist gebald.
“Je komt als geroepen, Kenji.” Zei Jean en hij staarde naar buiten, waar hij de postbode langs het hek zag lopen.
En dan ook nog een foto met een postbode die langs het hek loopt!
GEWELDIG.
Echt Adoror ik snap niet hoe je het doet, maar je doet het formidabel!!
Ja goed he het was niet helemaal opzettelijk. Toevallig liep hij langs natuurlijk, en ik heb de foto al weer een paar weken geleden gemaakt, maar ik herinnerde me vaag dat er iemand langs liep en daar heb ik maar de postbode van gemaakt
Hoofdstuk 1
Familie Koopman
Het meer, de bomen en de verdwijning.
“Waar gaan we naar toe?” vroeg Babette. Haar moeder had een half uur geleden plotseling opgebeld en gezegd dat ze naar haar toe kwam, om samen even ertussenuit te gaan. Helemaal met een taxi vanuit Sim City was Mary Ann naar Villa Koopman gegaan en had daar Babette opgepikt. Samen zaten ze nu in de taxi, die op weg was naar een bestemming waarvan Babette geen idee had. “Mam?” ze keek opzij. Mary Ann keek strak voor zich. “Mam, waar gaan we naar toe, vroeg ik!” Babette voelde zich weer een kind, op weg naar vakantie, steeds vragend waar ze heen gingen en hoe ver het nog was. “Je ziet het vanzelf wel, heb maar geduld, Babette,” zei Mary Ann, die niets anders deed dan naar buiten staren. De straten van Sunset Valley, herinneringen kwamen weer voorbij. Deze keer geen vage waanbeelden, waarin ze nog met Antione speelde in de speeltuin, of dat ze samen naar school liepen. Nee, dit waren duidelijke herinneringen. Haar opa, die hier op straat, voor het huis van een familielid, werd doodgeschoten door Victor van de Kerkhof. Ze was nog jong, maar het zat nog levendig in haar herinneringen. Ook toen ze voor het eerst het juweel in haar hand had gekregen. Het hartvormige, roze juweel, dat ze al snel bij haar droeg. Mary Ann voelde zich goed, ze voelde zich levendig. Ze glimlachte.
“Mevrouw Koopman?” riep Geralda. Daarmee bedoelde ze eigenlijk Mary Ann, maar een reactie van Babette of van Dian was ook welkom. “Hallo?” ze liep door de keuken, door de hal, er was niemand. “Godsamme, ze is niet naar huis gegaan,” mompelde Geralda, terwijl ze voor de zekerheid nog even in het tuinhuis keek. Diep nadenkend ging ze bij de vijver zitten. “Mary Ann Koopman, waar ben je heen gevlucht.” Ze dacht diep na, kon ze nu echt nergens op komen? Plotseling, als door een hogere macht ingefluisterd, kwam er iets bij haar op. “Mary Ann, je was helder vandaag,” fluisterde Geralda, terwijl ze opstond en naar het hek liep. “Volgens mij weet ik waar je je schuilhoud.” Ze begon te rennen, op weg naar de locatie die ze zojuist had doorgekregen.
“Ik ken deze plek helemaal niet,” zei Babette verwonderd toen ze uitstapte. “Dat is niet zo gek, het is jaren het privé terrein van de familie van de Kerkhof geweest. Later is het overgenomen door familie de Boursim, je vaders familie. Ik ben hier al vaak geweest, met je vader. Hier is onze liefde opgebloeid.” Ze glimlachte, “Kom, we lopen een stukje. Verderop is een bankje, dan gaan we daar zitten. “Maar van wie is het nu dan?” vroeg Babette, die moeite had haar moeder bij te houden. Ze herkende haar moeder maar moeilijk. Geen wartaal, geen afwezige blik en een snelle pas. Haar moeder leek 10, misschien zelfs wel 20 jaar jonger. Mary Ann lachte “Van niemand, denk ik. Je vader wilde het niet hebben, na de dood van zijn ouders.” Ze dacht even na. “Het zou trouwens ook van mijn broer kunnen zijn. Die heeft veel historische plekken opgekocht en er vervolgens weinig mee gedaan. Zoals dat huis, waar we langs kwamen.” Babette knikte, “Dat wat van je familie was, is…?” “Ja, dat…” Mary Ann zweeg even, beide dachten ze aan het huis en aan de tragedies die het had doorstaan. “Maar waarom zijn we hier?”
“Alles op z’n tijd, Babette,” sprak haar moeder. “Daar is dat bankje, laten we eerst rustig gaan zitten. Het is een lang en belangrijk verhaal, lieverd.” Mary Ann liep naar het bankje toe en nam eerst plaats, Babette volgde snel. “Goed, luister goed naar wat ik te zeggen heb.” Mary Ann keek haar dochter met indringende ogen aan. “Er gaan vreselijke dingen gebeuren, voor jou en voor Dian. Ik kan je niet vertellen hoe ik het weet, ik kan je alleen vertellen wat je moet doen.” Ze pauzeerde even, dat deed ze bewust. Babette gaf geen reactie, alleen een luisterende en serieuze blik. Haar moeder was weer haar moeder en dat mocht ze niet verstoren. “Dian heeft als het goed is in mijn kantoor papieren gevonden waarin staat dat zij mijn aandeel krijgt van het bedrijf en daarmee dus een meerderheid heeft. Ze zal een nog killere zakenvrouw worden en haar schijnhuwelijk met James zal niet lang meer duren. Maar dat is niet wat er voor jou toe doet.” Mary Ann draaide zich, zodat ze Babette strak aan kon kijken. “Je zult het huis zo snel mogelijk moeten verlaten. Dian wil het huis voor zichzelf, herstellen in zijn oude staat. Ze zal alles doen om jou weg te werken. Ik weet niet hoe erg ze daarin door gaat slaan, maar je moet haar voor zijn.” Mary Ann glimlachte. “Jou taak in de familie is klaar, je moet je eigen gezin beginnen, je eigen familie. Jij bent degene die de sterke vrouwenhand in onze familie moet doorbreken, degene die zich eindelijk eens zal aanpassen. Antione nam mijn naam aan, omdat wij machtiger waren. James nam de naam Koopman aan, omdat hij macht wil. Onze familie is macht, maar die macht is grotendeels verdwenen nu Jean Marc la Chase en Alex van de Kerkhof hier zijn. Dian zal haar best doen, om dat te stoppen. Jij moet haar niet helpen.”
Verward stond Babette op. “Mam, waar heb je het over.” Ze liep naar het meer en keek naar haar spiegelbeeld. “Ik ben gewend dat je vaag doet, maar dan ben je warrig. Nu spreek je wartaal uit, maar je komt niet warrig over. Wat bedoel je te zeggen? Ben ik niet goed genoeg voor deze familie?” Mary Ann zuchtte. “Ik weet dat ik warrig ben, ik weet dat ik aan het aftakelen ben. Daar ga ik ook niet op zitten wachten. Wat ik je wil zeggen, Babette, is dat je je niet moet laten meeslepen met dit spelletje van macht. Dian,” ze zuchtte weer, “Zij is al te ver doorgeschoten. Zij zal eindigen in het harnas, als een ijskoude zakenvrouw. Ik wil niet dat jij wordt zoals zij nu is. Ik heb dit nooit gekozen, dit leven. Ik wilde zo graag een gezin, kinderen, huisje boompje beestje. Ik heb dat eerste gekregen, dat laatste niet.” Mary Ann knikte kort, Babette kon het niet zien. “Goed, nu weet je wat je moet doen. Zo snel mogelijk vertrekken. Ik wil dat je, voordat je gaat, nog even naar mijn kamer gaat. Er ligt daar een juweel, een prachtig roze hart van diamant. Neem dat mee naar je nieuwe leven.”
Eindelijk, na een lange tocht via sluiproutes tussen de heuvels, was Geralda aangekomen bij het park. Ze had het goed gehad, Mary Ann ging haar einde aankondigen. Geralda had het al zo vaak verwacht, maar ze had niet verwacht, dat ze Babette zou uitkiezen. Jaren lang, decennia, had zij aan de zijde van Mary Ann Koopman meegestreden tegen kwade fortuinjagers, meedogenloze zakenmensen en vreemde familieleden. Allemaal om het fortuin dat Mary Ann bezat veilig te stellen. Geralda balde haar vuist, ze had op z’n minst wel verwacht dat zij degene zou zijn aan wie verteld werd, wat Babette nu kreeg te horen. Tenminste, dat vermoedde ze. Ze had jaren lang dingen opgevangen, kleine zinnetjes, stukjes uit brieven. De informatie lag als een puzzel voor haar, al mistte ze nog veel stukjes en had ze geen idee hoe het eindresultaat eruit moest zien. Als ze nou iets dichterbij kon komen, dan kon ze misschien iets opvangen. Iets over het grote geheim van de familie Koopman. Dan kon zij de eer van haar familie herstellen. De familie Huijdekoper, altijd maar die brave mensen op de achtergrond van de veel machtigere familie Koopman. Dat zou zij moeten veranderen, ondanks haar leeftijd. Er was nog tijd. Voorzichtig sloop Geralda via de dichte struiken en bossen naar de andere kant van het meer.
“Goed, mam. Ik zal doen wat je vraagt. Ik zoek dat juweel en ik vertrek.” Babette keek naar haar spiegelbeeld, dat er al een stuk meer gerustgesteld leek. “Maar ik laat je niet in de steek. Of ik neem je mee naar mijn nieuwe huis, of ik kom je iedere dag opzoeken, ik bel je.” Ze glimlachte, “Ik verdwijn niet uit Sunset Valley, hier ben ik opgegroeid. En…” ze was even stil. “Ik weet al met wie ik dat gezin ga stichten.” Langzaam draaide ze zich om. Ze vond het vreemd dat Mary Ann geen reactie gaf. Toen ze het bankje weer kon zien, greep ze de boom naast haar vast. Haar hart klopte in haar keel en ze moest oppassen niet in het water achter haar te vallen. “Mam!?” riep Babette geschrokken en ze keek om zich heen. “Mama!” riep ze nogmaals. Het bankje was leeg. Plotseling klonken er voetstappen achter haar. Snelle, rennende voetstappen.
“De dokter heeft vanmiddag nog een gaatje, zal ik u om half vier inplannen?” vroeg de vriendelijke stem van de doktersassistente aan de andere kant van de lijn. Asuka aarzelde even, maar knikte uiteindelijk. “Mevrouw la Chase?” hoorde ze de vrouw zeggen en ze realiseerde zich dat ze het knikken niet had kunnen zien. “Sorry, ja dat is goed, half vier zei u?” “Ja, half vier, tot vanmiddag, mevrouw la Chase.” Asuka hing op en ze keek in de spiegel van haar slaapkamer. Vanmiddag om half vier, dan zou ze weten of… Nee, niet aan denken. Ondertussen misschien maar even afleiding zoeken. Ze pakte haar telefoon weer en toetste het enige nummer in dat ze uit haar hoofd kende. “Layla, zullen we samen gaan shoppen?” vroeg ze vrolijk, toen haar vriendin had opgenomen.
In een nieuwe outfit zat ze te wachten in de wachtkamer van de dokterspraktijk. Het was er rustig, enkel een stille, oude vrouw zat schuin tegenover haar. Ze las een tijdschrift. Asuka was doodzenuwachtig en keek geschrokken op toen een vriendelijke assistente haar naam zei. “De dokter kan u ontvangen,” zei ze glimlachend. Asuka stond op, ze trilde.
“Aah, mevrouw La Chase. Leuk u weer eens te zien. Ik zie u hier niet zo vaak,” hij lachte, “De laatste keer was geloof ik een half jaar geleden, samen met uw man? Jacques. Hoe is het met hem?” Asuka glimlachte en bleef stil staan. “Gaat u zitten, natuurlijk, ik loop weer te hard van stapel. Vergeef me, ’t is zo’n lange dag geweest.” Asuka ging zitten en wachtte even. De dokter keek haar vriendelijk lachend aan en Asuka besloot antwoord te geven op zijn vraag. “Met Jacques gaat het goed, hij is goed hersteld.” “Ik ben blij dat te horen, ik was eigenlijk van plan om nog een keer op huisbezoek te komen, maar ach, ik had het zo druk met de nieuwe patiënten en ’t schoot er zegmaar bij in.” Weer die karakteristieke lach, Asuka negeerde het.
“Goed, ik geloof niet dat je hier bent gekomen voor een gezellig gesprek,” Zei de dokter plotseling een stuk serieuzer. Hij keek haar even strak aan. De rillingen liepen van Asuka’s nek naar beneden, ze zweeg. “Vertel me eens, wat zijn de klachten?” vroeg hij. Asuka zuchtte even en vertelde toen wat haar dwars zat. Over de gesprekken waarin de familie duidelijk maakte dat er kinderen moesten komen, hoe dat haar bezig had gehouden en… na veel geaarzel en een diepe zucht… had ze ook verteld dat ze bang was dat ze nu zwanger was. Bang, dat misschien niet, maar ze twijfelde. “Aha, ik begrijp het al,” de man in de witte jas knikte, “Ik zal je de mogelijkheden voorleggen.” Hij stond op en pakte een blauwe map. Hij legde hem open op tafel, zette zijn leesbril beter op zijn neus en keek in de map. Vervolgens keek hij weer naar Asuka.
“Ik kan je een test mee naar huis geven. Dan geef ik je er twee mee en dan moet je vanavond de test gebruiken. De tweede test moet je dan over twee weken gebruiken. Je kunt namelijk nog niet heel snel zeggen of je zwanger bent, tenminste niet met die testen. Als hij nu positief uitslaat, zou hij over twee weken weer negatief kunnen zijn. Als dat zo is, als de twee uitslagen verschillen, moet je terugkomen.” Hij pauzeerde even, in die pauze observeerde hij Asuka. Hij zag dat ze dat te lang vond duren, ze wilde nu weten of ze misschien een kindje kon verwachten, of misschien helemaal niet. “Goed, mijn tweede methode is een stuk sneller. Zoals je misschien weet leer je op een bepaald niveau in de medische wereld een manier waarop je kunt kijken of iemand zwanger is. Ik heb heel toevallig het afgelopen jaar hard gewerkt en dat niveau bereikt. Dus ik kan, als je dat zou willen, nu kijken of je zwanger bent. Dat zou voor jou ook een stuk beter zijn, niet alleen geruststelling, maar ook voorbereiding.” Hij glimlachte geruststellend. Asuka twijfelde even, “Ik zou graag meteen willen weten of ik zwanger ben.” Ze zuchtte diep.
Het strand van Sunset Valley was verlaten. Het was half 5, ondertussen. Het zou niet lang meer duren voor de zon zijn weg naar beneden zou eindigen. De avond zou strakjes vallen en de ene persoon die nog op het strand liep, wist niet of ze daar zo’n zin in had. Met de avond kwamen verplichtingen, een familiediner, waarschijnlijk. Vanavond zou er vast wel weer iets zijn met het museum, of tenminste in teken van. Haar telefoon ging, het was Layla. Zij wilde vast weten hoe het was, bij de dokter. Asuka klikte haar weg, daar had ze nu totaal geen zin in. Ze zuchtte diep en keek naar het water. Dat kalme water, dat elke keer maar zorgeloos weer op het zand stroomde, om zich vervolgens weer terug te trekken. In de verte dacht ze een vis te zien springen. Toen ze er nog enkele zag, was ze ervan overtuigd dat het vissen waren. Misschien wel engelvissen, toepasselijk. Engelvissen, na zo’n nieuws. Zwijgend bleef ze staan.
Ze liet haar blik over de zee glijden. De frisse, nog net niet koude, zeewind blies door haar haren, die toch nog strak op een knotje zaten gebonden. De zee was prachtig blauw. Zou het een jongetje worden? Ze glimlachte, de zon was al wat lager bij de rand van de zee gekomen en kleurde het water roze. Nee, het werd een meisje. Ze liet haar hand op haar buik glijden. “of allebei” fluisterde ze tegen zichzelf. Haar telefoon ging weer. Ze verwachtte Layla, maar op haar scherm zag ze Kenji’s naam staan. Ook in hem had ze geen zin. Ze klikte hem weg, stopte haar mobiel weer in haar jas en keek terug naar de vuurtoren. “Ik ben zwanger, we krijgen een kindje,” fluisterde ze tegen zichzelf. Haar woorden werden meegevoerd door de wind. Asuka was zwanger en oer negen maanden zou ze een trotse moeder zijn, dat wist ze zeker.
Mooi stuk adoror ik ben zo fan van jou dagboek, echt niet normaal. Het eerste wat ik doe als ik op sims3nieuws kom is naar jou dagboek kijken. Ga zo door. Ik hoop op een tweede seizoen!
Snel stapte hij uit de taxi. Hij gooide de deur iets te hard dicht, vergat bijna te betalen en rende vervolgens weer terug. Hij rende over het pad naar de voordeur, het trappetje op en vlug de sleutel in het slot. Hij had het sms’je van James net pas gelezen, terwijl die het al een paar uur geleden had gestuurd. Toen moest hij met een taxi helemaal vanuit Sim City terug naar het landgoed. Daar was hij nu. Ondertussen had hij James geprobeerd te bereiken. James had niet opgenomen. “JAMES!” riep Arnoud hard, toen hij binnen was. Snel zocht hij in de eetkamer, James was niet daar. Hij liep via de keuken naar de huiskamer, waar James op hem stond te wachten. “Je bent te laat,” zei James. “Weet ik, weet ik,” zei Arnoud en hij liep naar hem toe, “Sorry, ik las je sms pas laat.” “Geen excuses, ik kan het niet zomaar accepteren, Arnoud.” James was kil, “We hebben veel te doen, vanavond, wordt dé avond.”
“Dé avond?” vroeg Arnoud, die James eerst niet begreep. James keek hem alleen maar ijzig aan. “Oh… ooh!” eindelijk begreep hij het. “Moet ik echt? Moet ik echt vanavond?” vroeg Arnoud en hij keek James smekend aan. James kuchte even. “Oké, het plan. Jij gaat, helemaal in het zwart gekleed natuurlijk,” hij bekeek kritisch zijn kleren, “naar het museum toe. Ik heb een plattegrond van het museum, die ligt op je kamer. Daarop staan de camera’s aangekruist, en ook de kluis. De juwelen liggen in de kluis. Het zijn er drie. Je komt niet, echt niet, terug zonder alle drie de juwelen. Heb je dat begrepen?” James keek hem streng aan, maar wachtte niet op antwoord. “Ik wacht ondertussen in het park, tot ik bericht van jou heb gekregen. Als je in de kluis bent, bel je me. Zodra je hebt gebeld, ga ik naar het landgoed, naar hier. En dan sla ik mijn slag. Ik zorg dat deze, dit juweel hier in de woonkamer, al veilig opgeborgen is. De andere twee haal ik uit de kluis. We spreken af in de bergen. Het meer vlak bij het landgoed. Vanaf daar bespreken we de volgende stappen, begrepen?”
“Ik weet het niet hoor…” aarzelde Arnoud, “Hoe moet ik weten of ik de juiste juwelen heb? Het is een museum, die hebben echt wel meer juwelen! En wat als er een bewaker is.” James zuchtte, “Ik word echt moe van je, weet je dat. Als er meer juwelen zijn, neem je meer juwelen mee, als er minder juwelen zijn, bel je me. Als er een bewaker rondloopt, schakel je hem uit. Desnoods steek je de hele boel in de fik als je bang bent dat er sporen achter blijven. Het kan me totaal niet schelen hoe je het doet, als we die juwelen maar in handen krijgen!” dat laatste kwam er bozer uit dan hij eigenlijk wilde, maar hij kon zich gelukkig inhouden en zei we, in plaats van, wat hij eigenlijk bedoelde, ik. Arnoud opende zijn mond, maar de blik van James deed hem meteen zwijgen. Hij hoorde achter hem de deur weer dichtvallen.
Arnoud draaide zich om, James keek langs hem heen naar de deur. “Ja?” vroeg hij aan de schoonmaker, die stil in de deuropening stond. “Ik moet eigenlijk de huiskamer stofzuigen,” mompelde hij en hij keek van Arnoud naar James. “Moet je niets anders meer doen?” vroeg James, Arnoud merkte dat hij een stuk arroganter en hooghartiger werd. “Ik moet nog boven uw kamer stofzuigen en opruimen,” mompelde de schoonmaker, “Maar dat is niet zo veel werk.” James kuchte even, “Ga onze kamer maar opruimen, dan kun je gaan,” James keek hem verder kil aan, terwijl hij langs liep. Arnoud keek hem ook na, hij had medelijden met hem. Vooral James maakte het hem niet makkelijk. Toen de schoonmaker de deur achter hem dichtdeed, keek James weer naar Arnoud. “Wat wilde je zeggen?” vroeg hij koud.
“Uem… waar waren we ook al weer…” mompelde Arnoud, “O ja, vanavond. Ik weet het niet, wat zeg je tegen Dian? Wat als iemand ons mist?” James lachte gemeen hard, “Niemand zal je missen, ben maar niet bang. En ik heb een werkbespreking in de Bistro.” Arnoud zuchtte, “Oké, jij wint. Ik kom vanavond. Hoe laat? En waar?” James grijnsde tevreden. “Goed zo, goed zo jongeman.” Hij knikte, “Oké. Op je slaapkamer liggen de kleren die je aan moet doen. Daarnaast liggen er ook de spullen die je vanavond nodig zult hebben, een zaklamp, de plattegrond, enzovoort.” Arnoud knikte “En waar?” vroeg hij. “In het park, om half 7. Je hebt twee uur om je voor te bereiden.” James liep langs Arnoud. “O en trouwens,” James bleef staan, “Kom niet te laat.” Toen liep hij verder, de kamer uit. Arnoud staarde naar de diamant die op de tafel lag. Hij zuchtte diep. “Nu gaat het dus echt gebeuren,” zei hij tegen zichzelf.
Hoofdstuk 1
Familie van de Kerkhof
Kantoor perikelen.
“Ik heb alles al klaargelegd in het kantoor,” zei Alex, terwijl ze door de gang liepen van de bosvilla van Van de Kerkhof. “Claire heeft het helemaal zelf ingericht, ze is er behoorlijk trots op. Zeg er maar wat van, als we haar weer zien,” lachte Alex, “Dan is ze ook weer blij.” “Het is echt een mooie villa, ’t heeft vast een rijke historie” zei Lorena, terwijl ze observerend rondkeek. Voor Alex leek het alsof ze geïnteresseerd was in de villa zelf. Dat was Lorena ook, maar ondertussen sloeg ze elk detail goed op. Misschien kwam het nog ooit van pas. “We zijn er” zei Alex en voor de deur draaide hij zich nog even om. “Ben je er klaar voor?” Lorena lachte, “Ja hoor, laat maar zien.” Alex opende de deur liep de kamer binnen. “Ik presenteer, ons kantoor,” zei hij vrolijk. “Wauw,” was Lorena’s eerste reactie, “Het ziet er erg chique uit, ’t past helemaal bij de villa! Wauw, ik vind het echt mooi,” ze keek goed rond. “Ja hé! Vind ik ook, kom, dan gaan we aan tafel zitten. Daar staan de laptops al,” zei hij en hij liep naar de andere kant van de kamer.
Beide begonnen ze hard te werken. Lorena regelde haar deel, Alex het zijne. Ze werkten zwijgend, terwijl de radio op de laptop van Alex de kamer vulde met muziek. Alex keek even op bij het geluid van de deurbel en even later het geluid van een auto die vertrok. Hij besteedde er verder geen aandacht aan. Lorena verdween even om een paar telefoongesprekken te voeren en kwam later weer terug. Ze liep naar de kast om een map te pakken en vulde die daarna met een heleboel papieren. “Hoe gaat het?” vroeg Alex, die opkeek vanaf z’n laptop. Lorena stond er prachtig bij, ze keek hem half aan, met een glimlach. “Het gaat, alleen krijg ik die vent niet te pakken die moet betalen, daar zit ik nu achteraan,” zei ze. Alex glimlachte terug, even was er oogcontact, maar hij verbrak het. “Ga daar achteraan, ik ben nu bezig met de website, ik ben op zoek naar een goede websitemaker” zei hij en hij richtte zijn aandacht weer op het beeldscherm. Er viel weer een zwijgende stilte, waarin Lorena en Alex hard begonnen te werken.
Het werd half 5, Lorena was weer een paar keer naar buiten geweest om te bellen. Alex kon niet helemaal volgen met wie allemaal, maar hij vertrouwde haar. Om vijf over half vijf, Lorena was net een minuut of tien weg, ging de deur weer open. “En?” Alex keek op, hij was bijna klaar met zijn zaken, alles was geregeld. Hij had zelfs al wat geld verdiend. Lorena wachtte even, maar begon toen te glimlachen. “Hij heeft het geld overgemaakt zegt hij.” Ze liep naar haar laptop, “Ik kijk meteen of het erop staat.” Na twee minuten keek ze weer op, “We hebben het geld binnen Alex!” zei ze opgetogen en blij. Ze sprong op en klapte blij. Alex sprong ook op, “Onze eerste geslaagde opdracht!” zei hij blij.
Ze stonden tegen over elkaar. Allebei enorm blij. En er was weer even oogcontact. Deze keer wendde Alex niet af. Lorena glimlachte. Weer was er een stilte, maar deze keer geen stilte van concentratie, maar stilte van spanning. De spanning die ineens tussen hen hing. Tenminste, dat vond Alex. Het liefste had hij het bureau schoongeveegd en Lorena erop gelegd. Maar dat deed hij niet, want er lagen dure laptops op de tafel en hij wist niet of het wederzijds was. “Gaan we het vieren?” Alex werd terug naar de werkelijkheid getrokken. “He? Sorry?” hij glimlachte. “Of we het gaan vieren? Heb je champagne?” vroeg Lorena met een brede glimlach op haar gezicht. Alex glimlachte terug, “Laten we uit gaan eten in de Bistro, in het centrum” opperde hij. Lorena keek hem met pretoogjes aan, “Ja, dat lijkt me super!”