Sims Nieuws

Sims Nieuws Forum

Je kunt gewoon niet zonder!

Plaats reactie

336 berichten • Pagina 8 van 17

Adoror
Mest analist Mest analist
Berichten:
565
Lid geworden op:
za 04 jul 2009, 16:48

Re: De Vete van Zomeren - Het huis onder de grond

Episode 2
Familie Groenewoud
In de nacht van de Liefde


Afbeelding

“Waar gaat u heen mevrouw? Eet u niet mee vanavond?” Olivier kwam juist de hal ingelopen toen hij zag dat Augusta haar jas aan had gedaan en op het punt stond te vertrekken. Ze draaide om en met een mierzoete stem zei ze: “Het spijt me Olivier, ik had geen tijd om je te zoeken. Ik moet met spoed even naar het dorp om wat zaken te regelen,” zei ze redelijk mysterieus. Olivier had een angstig voorgevoel dat die zaken wel eens met Herman te maken zouden kunnen hebben. “Mevrouw Diana heeft om u gevraagd, zojuist,” verzon Olivier vlug, Diana stond aan zijn kant, hoopte hij. Augusta knikte, “Goed, dan zeg haar maar dat ik haar zie in de Rozenkamer als ik terug uit het dorp kom.” Olivier wilde nog iets zeggen en in zijn hoofd gingen de leugens snel rond die Augusta ervan konden weerhouden naar het dorp te gaan. “Oma, Olivier, heeft een van jullie misschien Julius gezien?” Dian kwam de trap afgelopen. Olivier keek op, “Julius? Nee, ik heb hem sinds het ontbijt niet gezien,” Augusta dacht even na, “Nee, ik ook niet,” zei ze toen.

Afbeelding

“Maargoed,” vervolgde Augusta, “Zoals ik al zei Olivier, ik moet er vandoor. Tot vanavond,” ze hief haar hand op naar Dian en verliet de villa. “Waarom zoek je Julius? Is hij niet bij vrienden?” vroeg Olivier. “Nee,” Dian schudde haar hoofd, “Hij zei dat hij naar huis kwam, maar ik heb hem nog niet gezien.” Ze liet haar schouders hangen,”Hij moet me helpen, met school.” Olivier keek naar boven, “Heb je al op zijn kamer gekeken?” Dian draaide zich om, “Nee, hij wil nooit gestoord worden als hij daar is.” Ze aarzelde even, “Maar ik ga wel kijken, want hij heeft me beloofd te helpen.” Dian liep de trap op, hopend dat ze Julius zou vinden. Het was niets voor hem om zo verdwenen te zijn, al deed hij dat de laatste tijd wel vaker en Dian kon er niet tegen dat ze niet wist waarom. Olivier bleef even in de hal staan en keek naar buiten, Augusta stapte net in de taxi, die kon hij niet meer tegenhouden. Dan moest hij nu maar Diana vinden, om te kijken of zij al was afgekoeld. Ze leek niet blij dat haar broer nog leefde.

Afbeelding

“Goedemiddag mevrouw, kan ik u ergens mee helpen?” Augusta stond tegenover een jong meisje, dat achter de balie van de receptie van Hotel Kalmenbos stond. Ze keek met een wat hooghartige blik naar haar en zocht haar naamplaatje, “Ja, inderdaad… Ilse?” Het meisje knikte, “Wilt u een kamer reserveren? Er is nog een prachtige kamer vrij op de tweede verdieping met een prachtig uitzicht over een groot deel van de stad en het Zomeren Park.” Ze zei het alsof het het laatste zou zijn wat ze ooit zou zeggen en er verscheen een brede glimlach op haar gezicht toen ze het had gezegd. “Nee, nee! Laat mij eerst uitspreken,” zei Augusta op een pinnige toon, “Ik zoek de kamer van ene Herman, Herman Groenewoud.” De glimlach verdween en het meisje werd serieus. “Natuurlijk, mevrouw,” zei ze kalm, “Een momentje alstublieft,” en ze draaide zich om in de computer te kijken naar de bezette kamers en de gasten. “Ik zal even kijken of hij op zijn kamer is, wie kan ik zeggen dat er beneden staat?” vroeg het meisje dat Ilse heette. “Zeg maar dat zijn vrouw beneneden op hem wacht, Ilse, en dat hij heel snel naar beneden moet komen voor ze weg is.” “Ja, mevrouw,” zei Ilse en ze pakte de telefoon. “Augusta, ben jij dat?”

Afbeelding

Ilse hield de telefoon bij haar oor, maar keek met grote ogen naar wat er voor haar ogen gebeurde. Als in slow motion draaide Augusta naar waar de stem die haar riep vandaan kwam. Voordat ze echt daadwerkelijk zag wat ze wilde zien, liepen er een aantal mensen voor haar langs, maar toen stond hij daar. “Herman?” fluisterde ze zacht. Ze stapte naar voren. Herman stapte ook naar voren, hij keek zijn lang verloren vrouw aan. “Je bent niets veranderd…” fluisterde Augusta. Ilse legde de telefoon neer, “Meneer Groenewoud is niet op zijn kamer,” zei ze tegen Augusta. Die keek venijnig opzij, “Ga verder met je werk, ik ga zelf zo wel naar zijn kamer, “ siste ze. “Mijn kamer?” vroeg Herman, “Zullen we niet een hapje gaan eten? Hier in het restaurant?” Augusta keek hem met ijzige ogen aan, “Ik moet jou spreken. Ik heb dertig jaar nagedacht over wat ik tegen je zou zeggen als ik je weer zag. Ik zou je in je armen vallen, je liefhebben, je gekust hebben. Maar het feit dat jij mijn huis al hebt bezocht vandaag, dat je je dertig jaar hebt verborgen voor mij, doen al die gedachten te niet. Dat betekent niet, Herman Groenewoud, dat ik jou nu niets meer te zeggen heb. Nou, breng me naar die kamer van je zodat we in privé kunnen praten.” Ilse had het hele schouwspel aangekeken. Ze grinnikte ongewild toen ze naar boven waren gelopen, “Wat een mensen zeg, in dit kleine dorpje. Op dat moment ging de voordeur weer open. “Goedemiddag, meneer Drivier,” zei ze weer met die glimlach van eerst tegen de bekende gast.

Afbeelding

“Julius?” Dian was zijn kamer opgesloten, zonder te kloppen. Ze zag haar broer terug op de rand van zijn bed zitten. “Julius, wat ben je aan het doen?” vroeg ze. “Ik kijk naar buiten, mag dat niet?” hij klonk niet meer zo vrolijk als dat hij vanmiddag klonk, op school. “Nee, je zou me helpen!” zei Dian en ze liep zijn kamer in, maar toen Julius niet reageerde wist ze dat ze wat voorzichtiger moest zijn. Er was iets aan de hand. “Jul, wat is er?” vroeg Dian en ze wilde op zijn bed komen zitten. Op dat moment draaide Julius zich om, met een hele grote nep glimlach, “Er is niets zusje, goed, waar heb je hulp mee nodig?” Dian keek hem kwaad aan, “Julius Groenewoud wat is er aan de hand wat heb je gedaan wat is er gebeurd is er wat gebeurd of waarom maak je me nu zo bezorgd om je en doe je alsof er niets aan de hand is want ik herken die nep glimlach wel van je hoor denk maar niet dat ik dom ben!” rolde er uit haar mond zonder ook maar een keer pauze te nemen om adem te halen. Julius bleef even met grote ogen zitten, staarde haar aan, maar brak. Er rolde een traan over zijn wang.

Afbeelding

“Julius, wat is er?” Met haar hand nam Dian de traan weg. Het bleef bij die ene traan en Julius vermande zich weer, “Niets… het is… oh god hoe ga ik dit zeggen…” en toen bleef het even stil. Zowel Julius als Dian zei niets. Ze keken elkaar lang aan, totdat Julius ineens opstond en langs zijn bed liep, naar het raam toe. Hij staarde naar buiten. “Ik hou van Romeo…” zei hij. Dian keek met grote geschrokken ogen en met een open mond naar Julius. Ze stond vlug op en pakte zijn schouders vast. Hij draaide zich om. “Julius… je bedoeld… en maar… Romeo?” Dian struikelde wat ze wilde zeggen. Ze was niet geschokt dat Julius op jongens viel, maar wat haar het meest verbaasde was dat hij van alle jongens Romeo had gekozen. Julius glimlachte triest, “het komt wel goed,” zei hij en hij haalde zijn schouders op. Dian schudde heftig haar hoofd, “Romeo van Zomeren de Rozen, Julius!” Julius keek haar even aan, hij wist niet of ze nu serieus was. “Je bedoeld?” vroeg hij aarzelend. Dian keek hem weer ongelovig aan, “Je wist het niet?” vroeg ze. Julius schudde zijn hoofd, terwijl hij zich langzaam realiseerde dat hij zich in het hol van de slapende draak van Shang Simla bevond.

Afbeelding

“Zo, hier zijn we dan,” Ze waren twee trappen omhoog gegaan en ze stonden nu voor de deur waar Herman de sleutel in stak. “Schiet op,” zei Augusta terwijl ze door de gang keek of ze niemand zag. Herman liet haar binnen en knipte het licht aan. Augusta deed snel de deur achter haar dicht. “Goed, vertel het me maar.” Herman knipperde even met zijn ogen maar glimlachte toen, “Lieverd, we hebben elkaar al zo lang niet gezien, waarom zo’n toon? Wil je wat drinken? Zal ik roomservice bestellen?” Augusta stapte op hem af en Herman stapte achteruit. “Doe je jas uit, lieverd, het is hier warm genoeg. Kom, laten we gaan zitten.” “Herman!” snerpte Augusta, “Houd je mond over die ditjes en datjes, ik wil niet met je eten en ik doe mijn jas niet uit. Ik ben hier maar voor één ding, Herman, ik wil maar één ding weten en dan ben ik hier weg!”

Afbeelding

“Goed, wat wil je weten?” Herman sloeg zijn armen over elkaar en bereidde zich voor op datgene wat Diana ook had willen weten: Waarom leefde hij nog. Augusta zette haar handen in haar zij, “Waarom heb je mij nooit verteld dat je nog leeft? Waarom weet ik niet dat dat graf waar ik elke week, dertig jaar lang naar toe ga, totaal niets, maar dan ook NIETS voorstelt!” zei ze met vurige ogen. Herman stapte verbaasd achteruit, “Je… Je wil weten waarom ik je niets heb verteld? Ben je dan niet verbaasd dat ik nog leef?” Augusta hief haar handen op, “Verbaasd? Verbaasd! Ik ben woedend!” gilde ze, “Jij denkt dat je dertig jaar ongehoord weg kunt zijn, voor dood aangezien kunt worden. Ik heb Lodewijk en Robert Junior helemaal alleen opgevoed, weet je dat!” Herman, die eerst bang achteruit was gestapt, kwam terug in de aanval. “Jij had Diana en Olivier! Je was niet alleen! Je hebt het beter gehad dan het gemiddelde gezin hier in het dorp!” Augusta werd furieus en het vuur in haar ogen werd een heuse inferno.

Afbeelding

“Gemakkelijk! GEMAKKELIJK! Ik heb mijn hele leven geleefd in de overtuiging dat ik een weduwe was! Mijn man was dood, Herman! Hij is dood! En we hebben zijn lichaam nooit gevonden! Twee jaar lang heb ik gerouwd bij het gebouw, tot Christiaan het opkocht en het restaureerde! Door jou sta ik nu lijnrecht tegenover mijn beste vriendin! Door jou dood! Jij hebt mijn hele leven verwoest! Was dood gebleven!” “Jezus Christus!” bulderde Herman, “Waarom is er niemand die blij is dat ik nog leef!” Augusta hief haar hand dreigend op, “Alsof ik niet wist dat jij nog leefde… We hebben dat boekje wel gevonden, we zijn wel achter je aan gegaan, ik wist wel dat jij nog leefde.” Hermans ogen werden groot, “Wat is je probleem dan?” Augusta hield geen controle meer over haarzelf en voor ze het wist raakte haar hand Hermans wang.

Afbeelding

Herman viel achterover, stapte met zijn voet tegen het tafeltje aan en viel hard op de grond. De klap suisde nog na in haar oren. Alsof een hele snelle wind al haar woede meenam, werd ze kalm. Ze zakte neer bij het lichaam van haar man. “Herman, Herman wat heb je gedaan,” fluisterde ze, “Waarom ben je zo lang weggeweest, waarom moest je dood?” er rolde een traan over haar wang, die neerviel op Hermans wang, en doorstroomde, langs zijn lippen en uiteindelijk op de houten vloer. Augusta keek naar zijn gezicht. Het was verweerd door de tijd en de zorgen. Ze kreeg langzaam in de gaten dat niet alleen zij had geleden onder de afgelopen dertig jaar. Ook Herman had een hoge prijs betaald voor die jaren. Ze streek met haar hand over zijn gezicht, “Herman, wordt wakker alsjeblieft…” fluisterde ze, maar Herman opende zijn ogen niet.

Afbeelding

“Met Julius,”
“Hoi… liefie, met…”
“Romeo? Waarom bel je..?”
“Ik… goed, ik zal het maar eerlijk zeggen… Dian was net hier, of tenminste, bij de poort…”
“Dian?”
“Ja, ze zei dat ik je moest bellen…”
“Oh… dan heeft ze zeker ook gezegd dat ik weet wie je bent?”
“Luister Julius, ik wil je zien… ken je dat oude huis? Dat..”
“Dat bij de klif? Nog voorbij jullie huis? Ja dat ken ik…”
“Kun je daar komen?”
“Hoe laat?”
“Nu? Ik ben er al..”
“Ik kom meteen,”
“Tot zo dan,”
“Tot zo, Romeo..”
Julius stopte zijn mobiel in zijn zak en sloop het huis uit. Hij pakte zijn fiets en racete zo snel mogelijk naar de afgesproken plaats. Het was al donker geworden en Julius was bang om hier te zijn. Helemaal alleen en niet wetend wat hem nou te wachten stond. Wat wilde Romeo? Wat was hij van plan? Met een angstig gevoel opende hij de krakende deur van de oude villa. De Zomerklif Ruïne. “Romeo?” riep hij. Plotseling voelde hij een ijskoude hand om zijn mond heen.

Afbeelding

“Ik ben het,” fluisterde Romeo in zijn oor, “Niets zeggen, vertrouw me, ik leid je,” Julius zette tegelijk met Romeo zijn stappen. Hij leek de weg hier goed te kennen. Uiteindelijk, na wat een eeuwigheid leek, liet hij Julius los. Julius draaide zich om, “Je hoeft me niet los te laten,” fluisterde Julius. Romeo pakte zijn handen. “Je moet je geen zorgen maken, Dian en Chris zijn niet echt tegen, okay ook niet voor, maar toch… Niemand anders weet het. En het belangrijkste, ik hou van jou, jij houd van mij… Ik wil je niet kwijt Julius, niet om die stomme reden van onze stomme achternaam.” “Oh Romeo…” fluisterde Julius. Romeo glimlachte, “Oh Julius…” En toen was het stil, behalve dan het geluid van de uil op jacht en de wolf in de verte. In het oude, verlaten huis heerste een doodse stilte, maar als je goed luisterde, hoorde je de ademhaling van twee jonge mannen.

Afbeelding

“Het spijt me, dat ik je sloeg,” zei Augusta. Ze zaten naast elkaar op de bank, allebei wat stil. “Het spijt mij, dat ik… dat ik deed alsof ik dood was,” zei Herman. “Moet ik…” “Nee, je moet niets,” zei Augusta, “Ik wist dat je dood was, ik weet dat je jarenlang door Egypte hebt gezworven en dat je in Frankrijk hebt gewoond. Ik ben niet dom, Herman. Je had het me moeten vertellen.” “Ik…” “Ja, je hebt vast een goede verklaring,” onderbrak Augusta hem, “Maar dat vertel je me morgen maar. Ik wil je morgenvroeg zien, op het kerkhof. Dan zal ik jou eens duidelijk maken wat ik de afgelopen jaren heb doorgemaakt.” “Augusta, ik…” “Houd je mond, Herman.” Augusta stond op, “Ik ga naar huis. Ik moet Robert bellen, hij zit al twee jaar in Frankrijk, vanwege jou! Hij is ervan overtuigd dat jij weet waarom zijn vader en moeder gestorven zijn.” Herman stond op, “Augusta, ga niet!”

Afbeelding

“Waarom was je zo bang? Voor mijn achternaam?” vroeg Romeo. Ze hadden hun samenzijn verplaatst naar buiten, onder de met mos begroeide eikenboom. Het was een vreemde plek, hier. Ze zaten in het heerlijk koele gras met de sterrenhemel en de maan boven hen. Het was er griezelig, maar romantisch, fris, maar warm van de liefde. Julius voelde zich, ondanks de atmosfeer van een spookplek, veilig en fijn. “Ik weet het niet… Het is gewoon heel moeilijk voor me Romeo, er zit zo’n groot gat tussen ons. Ik wist wel dat je ouders niets van je homoseksualiteit mochten weten, dat wil ik ook niet, maar dat het ook was vanwege mij… Ik haat dit geheimzinnige gedoe Romeo, en het wordt alleen maar erger zo…” Romeo pakte Julius stevig vast en trok hem mee omhoog. “Wij houden van elkaar Julius, het is nu nog moeilijk, maar ooit zullen wij bij elkaar zijn, voor altijd. Ik hou van jou, dat is belangrijk, en niets anders.” En ze zoenden. Het spookhuis veranderde in een klap in een heerlijk liefdesnest.

Afbeelding

“Wat? Wat wil je!? “ vroeg Augusta, haar medelijden was weer minder geworden, door de gedachten aan dat graf op het kerkhof. Dat lege, betekenisloze graf. “Ik wil niet dat je gaat, ik wil het je uitleggen. Je moet het weten, de waarheid.” Augusta keek hem kwaad aan, “Ik moet? Jij wil? Ik wil Herman! Daar gaat het om! Ik wil naar huis! Ik moet praten met Diana en Olivier en Lodewijk, je zoon, in Godsnaam, je hebt een kind Herman! En hij heeft je trouwens al gezien! Dus van hem kun je ook nog snel een bezoekje verwachten! Herman, je kunt hier niet zomaar in ons leven stappen! Verwachten dat je dingen kunt eisen! Dat je weer even de baas kunt spelen! Wat denk je nou! Was je maar dood Herman! Christiaan en Elizabeth zullen niet blij zijn dat je nog leeft en bij ons is ook niemand blij dat je leeft! Ik wist het wel, dat je nog leefde, maar ergens… ik had niet verwacht je ooit nog te zien. Dat had ik ook liever niet gewild” Dat laatste zei ze met een zeer trieste en zware toon. Toen draaide ze zich om en verliet ze de grootste kamer van Hotel Kalmenbos. Herman liep snel naar het raam aan de voorzijde van het hotel. Hij zag Augusta in een taxi stappen en in de nacht verdwijnen.

Laatst gewijzigd door Adoror op ma 30 aug 2010, 16:30, 3 keer totaal gewijzigd.

Afbeelding
De Familie Sims: 2 x Dagboek van de Maand
Gebruikersavatar
Murgo
Podium hulp Podium hulp
Berichten:
106
Lid geworden op:
wo 23 jun 2010, 23:00

Re: De Vete van Zomeren - In de nacht van de Liefde

Ik ondekte wat spelfoutjes :$
Mij kennende kan ik het niet laten en ze te verbeteren ;)

Je was niet alleen! Je hebt het beter gehad dan het gemiddelde gezien [gezin?] hier in het dorp!

Dat bij de klif? Voorbij jullie huis nog [toch?]?

Voorderest :D
Super uppdate :klap
Ik hou wel van lange upp's :knuffel
Afbeelding
Adoror
Mest analist Mest analist
Berichten:
565
Lid geworden op:
za 04 jul 2009, 16:48

Re: De Vete van Zomeren - In de nacht van de Liefde

Long Time No Post :D

Na een heleboel proefwerken, PTA's en punten en de daaropvolgende vakantie-activiteiten heb ik tijdens de finale van het WK even de tijd om eens aan een nieuw stuk te gaan werken. Ik gebruik de laatste foto's die ik nog heb liggen. Ik heb nog wel ideeën voor de volgende dag, volgende stappen, maar dat moet allemaal nog even op papier worden gezet. Aangezien EA steeds sneller gaat met het verwoesten van het spel en met elke patch in zicht heb ik niet veel zin meer om te simsen, maar wellicht veranderd dat als ik wat beter weet wat ik wil. Het lastige is dat mijn spel dus nog maar zelden opslaat, we moeten nog maar zien hoe dat gaat lopen... Anyway, vanavond komt het nieuwste stuk, als het goed is. Als het niet zo is verander ik in deze post dat hij niet vanavond, maar morgen komt. :D
Afbeelding
De Familie Sims: 2 x Dagboek van de Maand
Adoror
Mest analist Mest analist
Berichten:
565
Lid geworden op:
za 04 jul 2009, 16:48

Re: De Vete van Zomeren - In de nacht van de Liefde

Episode 2
Familie Groenewoud
‘Daar lig je"


Afbeelding

“Olivier, als je ook maar één woord zegt ben je ontslagen,” zei Augusta in haar voorbijgaan. Het was vroeg in de ochtend. Ze had slecht geslapen en was op weg naar haar afspraak met Herman, op het Kerkhof Rozenrust. Olivier keek haar na en zuchtte, hij had haar niet kunnen tegenhouden en nu had ze het grootste geheim van de afgelopen dertig jaar ontdekt. Herman leefde nog. Olivier had altijd geloofd dat Augusta dacht dat hij dood was. In het eerste jaar rouwde ze bijna alleen maar, maar dat veranderde opeens en Olivier was bang dat ze erachter was gekomen. Het was inderdaad zo dat ze met een of andere detective bezig was geweest die het een en ander had ontdekt, maar ze was nooit achter de hele waarheid gekomen en Olivier wist zeker dat Augusta toch was gaan geloven dat hij dood was.
Augusta stapte in de taxi die op haar stond te wachten voor het landgoed. “Naar Kerkhof Rozenrust,” zei ze, “Natuurlijk mevrouw.” De taxi begon te rijden. “Het is een heerlijke ochtend vindt u niet? De vogels zingen vrolijk vandaag,” zei hij opgewekt. Augusta bromde alleen maar en dat was voor de chauffeur een teken om te zwijgen. Augusta dacht aan Herman. Ze had gezegd dat ze wist dat hij nog leefde, maar dat was ook niet helemaal waar. Alles was zo vaag gisterenavond, in haar hoofd, alles leek zo onrealistisch. Vannacht had ze alles weer op een rijtje gekregen en waren de afgelopen dertig jaar weer voorbij gekomen. De dood van Herman en Robert, de begrafenis, de dood van Mariëlle en de geboortes van Robert Jr. en Lodewijk, Christiaans aandeel in de dood van haar man, toen de ontdekking dat hij misschien nog leefde en vijf jaar lang op en neer naar China gereisd om hem te vinden. Ze hadden geen succes en het geloof dat Herman nog leefde verdween. Ondertussen moest ze Lodewijk en Robert een goede jeugd geven, samen met Olivier en Diana.

Afbeelding

Ze keek uit het raam en zag Villa Zomerklif. De bron van al het kwade dat haar ooit was aangedaan. Nu leek alles zo zinloos geweest. De worstelingen, de overleving zonder man. De hoop dat Herman nog leefde en hoe die hoop langzaam was gedoofd. Haar hele leven was zinloos, het was een grote leugen geweest. Herman leefde nog. Over tien minuten zou ze hem weer zien. Ze zou hem zien en laten zien wat hij had veroorzaakt. Augusta ging hem confronteren met zijn fouten. Nu alles tot een bezinking was gekomen, begon ze zich af te vragen waar Herman was geweest en bovenal, waarom hij dood was. Gisteren was ze eigenlijk alleen maar in een staat van razernij en een blinde onrealistische blik geweest. Ze was boos geweest, maar dat was ze nog steeds. Er was wel hoop voor Herman, ze was vergevingsgezind. In haar achterhoofd vormde zich al een toekomstbeeld. Samen aan Hermans zijde, voor de laatste keer, een harde slag tegen de van Zomeren de Rozen slaan en ze compleet van de kaart vegen. Herman, zij en Diana, ze zouden onverslaanbaar zijn. Tegen de tijd dat ze aankwam op het kerkhof, had zich een glimlach gevormd op haar gezicht.

Afbeelding

Augusta liep over het pad. Er heerste een vredige stilte, enkel gevuld door het gezang van vogels. Er was nog niemand op dit vroege uur. Augusta verwachtte dat ze vroeger was dan Herman en dat ze nog wel even zou moeten wachten voor ze weer een gele auto aan de weg zou zien verschijnen met daarin haar overleden man. Maar dat was niet zo. Nog voordat ze bij het kerkje was aangekomen, gingen de deuren al open en stond daar Herman. In zijn pak waarmee hij gisteren nog Diana had bezocht en met een treurige blik op zijn gezicht. “Ja Herman, ze zijn verder gegaan zonder je,” zei Augusta, die wist waarom hij zo treurig was. Deze plek was totaal veranderd. Dertig jaar geleden was hier nog een klein plein, met onder andere het kerkje en wat huizen, en ook het kerkhof waar de ouders van Herman begraven lagen. Zo’n tien jaar na Hermans dood is dat helemaal bedolven onder de aarde. Alles was verdwenen en Christiaan, wiens landgoed wonderbaarlijk genoeg overleefde, was er als de kippen bij om het stuk land op te kopen en er een Kerkhof van te maken. Heel nobel, natuurlijk, aangezien het vorige kerkhof was verdwenen. Hij werd nog geliefder door de mensen in Zomeren toen hij een kopie van het kerkje neerzette. Herman had altijd al aangedrongen op een vernieuwing van het pleintje, aangezien het nogal buiten het echte dorpshart lag. Ze waren al bezig met wat ontwerpen, toen Herman verdween. “Ik had gedacht dat je wel meer was opgevallen in het dorp,” ze wachtte tot de zwijgzame man haar had benaderd, “Iedereen is doorgegaan,” herhaalde ze. Herman kuchte, “Augusta, ik weet het. Ik weet dat ik niet belangrijk genoeg was om het dorp in een stilstand te brengen na mijn dood. Het is goed dat er dingen zijn veranderd,” een zucht, “Ik was er alleen graag deel van geweest.”

Afbeelding

“Waarom was je dat niet dan?” zei Augusta direct aanvallend. “Aha, dus je wil weten waarom ik dood was? Waar ik de afgelopen dertig jaar ben geweest?” vroeg Herman. Hij draaide zich opzij, naar het landgoed van Christiaan en Elizabeth. “Je bent dicht bij me geweest, Augusta. Ik heb nadat je gisteren vertrok Paul Kalmenbos gesproken. De beste man vertelde me dat hij je tot zo’n 20 jaar geleden hielp met je zoektocht naar mij. Ik wist wel dat je hem zou vertrouwen.” Augusta reageerde nauwelijks en liet hem verder praten. “Hij vertelde me van jullie reizen naar China en hij vertelde me van Kenny.” Augusta werd bleek en haar blik verstarde, ze keek naar de zijkant van Hermans hoofd, dat nog steeds naar het huis van Christiaan was gedraaid. “Goed,” Herman draaide zijn hoofd en keek Augusta aan, “Ik was in China, ik was op die plek die jij bezocht. Alleen was ik diep, diep onder de grond. Als je beter had gezocht, beter had opgelet, had je kunnen weten dat die tempel eigendom was van het ‘De Rozen van Zomeren Gemeenschap’, Christiaans imperium.” Herman pauzeerde even en liep weg van het kruispunt waarop ze stonden te praten. Augusta volgde hem met zijn blik, “Christiaan had me gevonden. Eerder dan jij. Nadat jij hem had beschuldigd van mijn dood kon hij alleen maar denken dat ik nog leefde. Geen lijk, dus geen dode, dacht hij en dus zette hij een grootscheepse zoektocht op touw en drie maanden na die beschuldiging vond hij me in Parijs, waar ik een eenzaam bestaan had opgebouwd. Hij, of beter gezegd, mensen van hem, namen me mee naar China, Shang Simla. Ik heb daar 25 jaar gevangen gezeten, Augusta. Vijfentwintig jaar! Mijn leven was niet makkelijk en Christiaan wilde me dood hebben… Ik heb weten te ontsnappen en nu… nu ben ik hier, om Christiaan aan te doen wat hij mij heeft aangedaan. Ik neem zijn leven, Augusta, want hij heeft mijn leven al genomen.”

Afbeelding

“Waar gaat u naar toe mevrouw? Het ontbijt is bijna klaar,” Rosa stond in de keuken en was bezig met het bakken van vers brood toen Elizabeth in de boog verscheen in haar jas en haar goudkleurige sjaal. “Ik ga even een wandeling maken, Rosa, ik ontbijt niet mee. Ik ontbijt later wel, als ik terug ben.”Dat is goed mevrouw, ik zal het brood warm houden.” Met de blik van Rosa’s warme glimlach verliet Elizabeth het landgoed via de achteruitgang en liep ze over het pad naar beneden. Die route liep ze elke week. Elke week liep ze naar de begraafplaats onderaan de heuvel, om daar haar respect te betuigen aan Herman. Ze vond het zo verschrikkelijk en voelde zich altijd verantwoordelijk dat Augusta’s leven was verwoest. Elizabeth had nooit geprobeerd de vriendschap te lijmen. Het was duidelijk geweest. Augusta gaf haar en Christiaan de schuld van Hermans dood. Dat was vond ze heel erg en ze kon niet begrijpen wat hun aandeel was in die verschrikkelijke brand waarin Herman tot niets was verbrand. Niets vermoedend liep ze de begraafplaats op, maar plotseling stond ze stil. Voor haar ogen stonden Herman en Augusta. Ze ving maar een paar zinnen op van het gesprek, maar wat haar duidelijk werd, was afschuwelijk. Herman leefde, Augusta wist ervan en Christiaan had hem gevangen gehouden. Geschokt hield ze haar hand voor haar mond en moest moeite doen niet flauw te vallen. Dit was té onrealistisch. Dit kon niet, ze moest wakker worden. Maar dat werd ze niet, want ze sliep niet.

Afbeelding

“Ik wilde je dit laten zien,” zei Augusta na een lange stilte als reactie op zijn verhaal. Ze liep langs hem en ging hem voor naar een schaduwrijke plek. "Daar lig je..." “Augusta, waarom is hier een graf van mij? Dit was er nog niet toen ik stierf.” Ze draaide zich om, “Snap je niet hoe makkelijk het is ergens een grafsteen te plaatsen als er geen lijk is? Geen kist? Ik had midden in het dorp een grafsteen kunnen plaatsen? Wat had het uitgemaakt? Alle stenen hier,” ze wuifde met haar armen, “Staan op een kist, maar deze steen is slechts een leeg teken van jouw dood. Geen lichaam, totaal niets is gevonden van jou. Behalve een boekje, waarin je nauwelijks wat nuttigs had geschreven. ‘Christiaan wil me dood hebben’, dat was de enige boodschap die erin stond. Geen waarom, geen wanneer, geen niets. Je hebt me niet eens verteld dat je zo’n gevaarlijke zakenpartner had. Herman, je hebt veel fout gedaan in je leven…” er kwamen tranen in Augusta’s ogen, “Ik moet het vergeten, ik moet het kwijt. De afgelopen dertig jaar bestond alleen maar uit leugens. Die tijd is voorbij. Herman,” ze keek hem diep in zijn ogen aan, “Ik vergeef het je. Kom met me mee, naar huis. We hebben nog een heleboel te plannen voor onze wraak op Christiaan.” Augusta’s leven had bestaan uit de hoop op Hermans terugkeer, op het verdriet van zijn dood en het gevoel van verlies van haar geliefde. Nu dat alles geen waarde meer had, was haar leven gevuld met haat en wraak op Christiaan. Hij zou moeten boeten en daarvoor zou Augusta persoonlijk gaan zorgen.

Afbeelding

Elizabeths hart klopte in haar keel. Wankele stappen brachten haar naar het kerkje, vanwaar zij zicht had op de Augusta en Herman. Snel dook zij weg toen Augusta zich omdraaide. Met trillende vingers viste ze haar telefoon uit de binnenzak van haar jas en tikte ze Christiaans mobiele nummer in. Ze moest hem spreken en wel nu. Het duurde even, maar uiteindelijk nam hij op.
“Hallo lieverd, waar ben je” klonk Christiaan.
“Christiaan, ik ben op het kerkhof…”
“Ja? Wat is er? Je klinkt bang.”
“Christiaan, Herman… hij is… hij is hier ook…”
“WAT!” klonk het geschrokken van de andere kant. Christiaan zei verder niets meer en er klonk een constante, pieptoon in Elizabeths oor van een opgehangen telefoon. Met nog meer angst draaide ze zich om en keek ze naar de villa. Ze hoorde niet eens meer waarover Augusta en Herman praatte. Het enige wat ze kon bedenken was dat haar man een moordenaar was en nu, ergens in dat grote huis, ergens mee bezig was. Ze was verward. Daar was haar vriendin, wiens leven waar op de kop gezet werd, en daarboven was haar man, die ze misschien totaal niet kende. Ze stapte snel terug naar haar huis, elke stap ging sneller en met elke stap besefte ze dat haar leven zou veranderen. Hermans terugkeer zou een grote invloed hebben op alles en iedereen. Elizabeth moest Christiaan nu spreken, over wat dit voor haar en hem betekende.

Laatst gewijzigd door Adoror op ma 30 aug 2010, 16:27, 3 keer totaal gewijzigd.

Afbeelding
De Familie Sims: 2 x Dagboek van de Maand
Adoror
Mest analist Mest analist
Berichten:
565
Lid geworden op:
za 04 jul 2009, 16:48

Re: De Vete van Zomeren - 'Daar lig je'

Adoror gaat op een welverdiende vakantie! Dat betekent dus drie weekjes geen update. Tenminste, ik heb nog foto's liggen, maar wat ik daar mee doe weet ik niet. Ik vertrek morgenvroeg om 6 uur, verwacht niet te veel.

De komende drie weken lig ik dus heerlijk in Italië op een camping aan het strand. Maar ik ga niet weg zonder jullie een kleine hint te geven van wat er komen staat. Ga maar lekker speculeren met deze foto :D En wie weet, als er grote vragen zijn bij bepaalde foto's, laat ik nog eens een hint vallen als ik internet heb op m'n camping.

Ik wil alle volgers van het verhaal heel erg bedanken :D hoewel het soms moeizaam gaat geven vooral de mensen die wat posten me energie verder te gaan en weer een nieuw stuk te schrijven

De Vete van Zomeren gaat verder
Afbeelding
Afbeelding
De Familie Sims: 2 x Dagboek van de Maand

Weergave- en sorteeropties

Plaats reactie