47. Toekomst
Maartje en Romeo waren gebleven. Samen met Ellen hadden ze de koffers weer uitgepakt. Ze hadden veel gepraat en besloten dat het beter was om af te wachten. Hoewel Ellen het liefste was gevlucht, geloofde ze wel dat Maartje en Romeo het beste met haar voor hadden. “Hey, ben je weer wakker,” Maartje glimlachte. Ze waren in de vroegte, nadat ze klaar waren, in de tuin gaan zitten. Na veel gepraat was Ellen in slaap gevallen. “Waar is Romeo?” vroeg ze, terwijl ze zich uitrekte. Maartje knikte naar het binnenzwembad. “Bellen, met Nick. Schijnbaar zijn er ontwikkelingen.” “Oh…” mompelde Ellen. “Willen jullie ontbijt?” Ze stond op.
Op dat moment kwam Romeo weer naar buiten. “Goed nieuws!” zei hij opgewekt. “Nou komt het hoor. Thomas is vrij en weer gelukkig verliefd? Mijn toekomst is weer zeker? Ik ben zwanger? Het bedrijf is verkocht voor miljoenen en de hele familie is uit de schulden?” Ellen kruiste haar armen en keek Romeo vals aan. “Sorry, nee.” Hij liet zich niet van de wijs brengen. “Relatief gezien goed nieuws.” Maartje gooide haar been over het andere. “Nou, kom op,” zei ze ongeduldig. “Nick heeft zojuist bevestigend antwoord gehad van de Orde van Advocaten uit SimCity. Hij heeft nu de papieren om op te treden als advocaat van Thomas en heeft vanmiddag een afspraak op het bureau.” “Ge-wel-dig!” zei Ellen sarcastisch en ze liep weg. “Ontbijt?”
Maartje stond op en liep om Ellen heen. Ze pakte haar vast. “Wat hebben we nu besloten, lieverd?” Ellen zuchtte. “Ik weet het. Thomas en ik moeten aan onze problemen werken. Ik moet geduld hebben.” Maartje knikte tevreden. “Maar ik weet het nog steeds niet zeker hoor. Mijn toekomst is onzeker. Als Thomas het heeft gedaan dan…” Maartje pakte haar handen vast en schudde ze. “Hij heeft het niet gedaan!” benadrukte ze. “Nee, hij heeft het niet gedaan. En vanmiddag weten we het zeker als Nick er is geweest. Het komt echt goed Ellen. Met Thomas, en tussen jullie. Jullie worden weer gelukkig.” “Mooie toekomstmuziek, maar ik moet het nog zien hoor.” Ellen keek hen aan en liep toen naar boven. “Koffie?!” riep ze argeloos.
Alexis had een rustige ochtend gehad, die haar tijd gaf om na te denken. Jonathan was weer weg voor werk, waarmee hij sinds zijn terugkeer onverminderd door ging. Hij werkte hard en zei dat hij plannen had. Snel een huis kopen, bijvoorbeeld. Maar Alexis twijfelde, en daar moest ze over praten. Ze zei haar moeder gedag. Zij had vandaag een afspraak met Charlotte en Daniel. Na een vluchtige blik in de spiegel in de hal, verliet ze het huis. Buiten het hek zag ze een vreemde vrouw. Ze kon het niet goed zien vanuit de verte, maar ze kwam Alexis bekend voor. “Kan ik u helpen?” riep ze, terwijl ze aan kwam lopen. De vrouw schrok een beetje, maar herstelde zich snel. “Misschien. Ik ben opzoek naar Dorothea Sims.” Gisele wist niet dat ze met ‘de dochter van’ sprak.
“Mag ik vragen wie u bent?” vroeg Alexis argwanend. “Gisele Landgraaf,” Ze stak haar hand uit. Alexis schudde hem niet, want ze wist ineens weer wie de vrouw was. In plaats daarvan zette ze haar handen in haar zij. “Van dè Landgraaf familie?” De vrouw glimlachte “U bent bekent hier.” Alexis’ ogen knepen samen en ze zei, “Alexis Sims.” “Aangenaam,” zei Gisele met een bredere glimlach. Ze liet haar hand zaken. “Dat valt nog af te wachten,” sneerde Alexis. De vrouw keek haar vragend aan. “Doe niet zo naïef. Ik weet wie u bent. Ik wil dat u vertrekt, zo snel u kunt. Ik hebt niets te zoeken. Niet hier, niet in Zomeren.” De glimlach verdween, maar Gisele bleef staan. “Het lijkt me niet dat jij weet waar je over praat, meisje. “Meisje?!” riep Alexis agressief. “Ik wil dat u vertrekt. Nu, of ik bel de politie. U bent hier niet gewenst.”
“God, oh God. Je raadt nooit wie ik ben tegengekomen.” Alexis gooide de deur achter haar dicht en liep direct door naar de keuken, waar Sara was. “Goedemorgen Sara, goedemorgen Alexis. Lekker geslapen? Nee niet echt, jij?” “Gisele! Gisele Landgraaf! Je raadt nooit wie dat is!” Sara opende de ijskast en pakte het beleg. “Papa’s minnares?” “Papa’s minnares! Voor ons huis! Wat een arrogantie! Wat een verschrikkelijke vrouw is het!” Sara smeerde haar boterhammen en mompelde “Wat doet zij hier?” “Ik vraag me af wat ze hier doet!” raasde Alexis ondertussen door. “Koffie?” “Zeg, heb je koffie? Ik heb nog niet gedronken.” “Ja hoor!” riep Sara. “Nou nou, wat een humeur.” Kwaad keek Sara haar zus aan. “Waarom kom je eigenlijk? Ik moet zo met Noortje naar de tandarts en daarna moet ze naar school.” “Oh, nou sorry hoor. Ik wilde gewoon praten.”
Sara drukte zuchtend op het knopje van haar koffiezetapparaat. Alexis liep haar achterna. “Ik heb twijfels.” “Twijfels?” vroeg Sara, die met haar hoofd bij Adam zat. “Over.. nou.. Jonathan. Zo, dat is eruit!” zei ze half opgelucht. “Wat is er nou dan? Ben je niet blij dat hij er weer is?” “Jawel, een beetje, maar hij is veranderd. Hij is alleen maar aan het werk, andere dingen aan het doen. Hij verteld me niet wat er aan de hand is.” Alexis keek rond. “Waar is Adam eigenlijk? Is hij nog niet terug van zijn vader?” Overal leek het alsof alleen Noortje en Sara hier nog woonden. “Alexis, waar wil je nou over praten? Nee, Adam is nog niet terug,” Sara zuchtte, “Hij is bij zijn vader en blijft daar. Jij en Jonathan moeten maar eens samen praten. Ik kan je niet helpen, zusje.” “Er is meer…” zei Alexis twijfelend.
De deur werd geopend. Thomas zat al een half uur in de kamer te wachten, maar nu was het dan zover. Hij had een advocaat. Nick knikte alleen als begroeting en ging vervolgens zitten. Het bleef even stil, maar toen kwam Nick ter zaken. “Thomas, luister. Ik kan je alleen verdedigen als je mij de waarheid verteld. Het was jouw pistool, met jouw vingerafdrukken en jouw voetstappen stonden bij William. Je hebt een alibi, maar als ze Ellen ondervragen… Als zij heeft gelogen Thomas, dan heb jij geen alibi meer.” Thomas zuchtte. “Ze heeft gelogen. Ik.. ik zal je vertellen wat er is gebeurt,” Hij gaf snel toe. Hij had nu tijd gehad om na te denken en besloten dat de waarheid de beste optie was, wilde hij nog een toekomst hebben.
“Hou op! Hou op!” Thomas kwam de bibliotheek ingestormd. “Daniel! Dit was niet het plan!” William keek kwaad naar zijn zoon. “Dit meen je toch niet? Jij wist hiervan?” “Ja, natuurlijk wist ik hier van. Het is mijn bedrijf. Niets gaat buiten mij om.” “Jullie zijn afschuwelijk!” riep William kwaad. Buiten ging het feest verder. Alexis, Sara en Maartje zaten net te praten. Het zou nog even duren voor de rest van de gasten kwamen. “Wij? Vader, ons plan is het beste voor je. We kopen je uit. Jij krijgt je geld en wij kunnen onze visie op het bedrijf loslaten.” “Wie koopt mij uit?! Jullie of is er nog een partij.” Thomas kneep zijn ogen samen. Woest riep Daniel: “Wat weet jij daar nu van? Wanneer jij uit het bedrijf bent, kunnen we het zuiveren van de criminelen invloeden. “Ha!” riep William naar zijn broer. “Het bedrijf heeft helemaal geen connecties met criminaliteit!”
“Wat ben jij voor dwaas!” riep Daniel kwaad. “Ik weet waar ik over praat, ik heb het bedrijf jarenlang geleid!” schreeuwde William nu. Het was een wonder dat Doortje nog niet was binnengevallen. Niemand leek wat te horen. “Het heeft ons richting de afgrond gebracht, zak!” Thomas stapte achteruit, weg uit het schreeuwgesprek tussen de broers. “Wat weet je daar nu van?!” riep William en hij duwde zijn broer weg. Thomas had er genoeg van. “Genoeg! Hou op! Daniel, we hebben een oplossing! Ruzie maken heeft geen zin! Papa, we hebben steeds meet aanwijzingen dat er wat mis is met de financiën! Je staat buiten het bedrijf. Het enige wat je hebt zijn je aandelen, maar zonder meerderheid, heb je niets. De meerderheid hebben wij, dus wij komen met een oplossing!” William keek vurig naar zijn zoon. “Luister Thomas, mijn bedrijf is mijn bedrijf. Dat zal het blijven tot mijn dood!” Hij beende kwaad weg.
“Geweldig!” riep Nick, “Dus je hebt ook nog een sterk motief! Jullie wilde papa uitkopen uit het bedrijf dat hij groot heeft gemaakt?” “Luister nou!” riep Thomas en hij sloeg zijn handen op tafel. “Er zijn criminelen met een beter motief. Papa had het bedrijf en macht. Hij was het aan het verliezen. Als Daniel en ik genoeg bewijs hadden verzameld, hadden we iets kunnen doen en het faillissement kunnen redden, maar daarvoor moesten we papa uitkopen. Die man die de aandelen wilde kopen, zei dat hij ons kon helpen.” “Michael Vos is een crimineel, als je dat nog niet wist.” Thomas was stil, hij wist het niet. “Maar goed, terug naar het feest. Jij en Daniel hebben ruzie gemaakt met papa. En toen?”
Nog kwaad van de ruzie liep Thomas door het binnenzwembad, toen zijn telefoon ging. Hij wilde eigenlijk niet opnemen. Met een zucht bekeek hij wie hem lastig viel. Het was iemand die hij niet had verwacht. Hij voelde zich verplicht te antwoorden. “Adam, met mij. Wat is er?” Hij voelde zenuwen. Er was iets goed mis, dat moest wel. Hij had al een tijd niets gehoord van Adam en dit telefoontje kwam totaal onverwacht en ongelegen. “Thomas? Thomas? Kom alsjeblieft zo snel mogelijk naar het bos naast het huis. Alsjeblieft Thomas, schiet op!” klonk het wanhopig. “Adam? Adam blijf hangen, ik kom!” Maar de verbinding was al verbroken. Snel haastte hij zich naar de tuin.
“Thomas!” Buiten stond Ellen. Van binnen vloekte hij. Misschien was het maar goed, dat hij Ellen tegenkwam. Snel dachten zijn hersenen na over wat hij moest doen. “Lieverd,” hij drukte en kus op haar wang. Hij duwde haar dicht tegen hem aan. “Luister Ellen, er is iets gebeurt. Ik weet niet wat, maar ik moet zo snel mogelijk naar de bossen. Als iemand, maakt niet uit wie, vraagt waar ik ben, zeg dan dat ik me even opfris in de badkamer.” Hij fluisterde de woorden zacht in haar oor. Ellen voelde de spanning. “Thomas wat is…” “Ssst… Ik ben weg.” Hij liet haar los en verdween snel.
Thomas versnelde zijn pas, tot hij aan het rennen was. Het eerste schot was al gevallen. Overal was het doodstil. De vogels waren geschrokken gevlogen. In de bossen aangekomen, zag hij een angstaanjagend tafereel. “Nee! Adam nee!” riep hij en hij rende op zijn neefje af. “Hij.. Thomas ik…” Adam huilde. Op de grond lag William, onder het bloed. “Ssst… sst…” riep Thomas snel. “Wat heb je daar?” Adam draaide zich half naar zijn oom toe en liet het pistool zien. “Geef hier. Verdomme dit lijkt op het mijne…” Snel veegde hij het schoon, waarbij hij per ongeluk nog twee schoten loste. “Verdomme!” gromde hij kwaad en geschrokken gooide hij het snel de bosjes in. Te naïef om te denken dat het niet gevonden zou worden.
“Adam, wat is er gebeurt. Nee wacht, sta op! Kom sta op! Ik wil het niet weten.” Hij trok hem omhoog. “Adam, Adam!” Zijn neef huilde. Even bleven ze staan. Het lichaam van William. Hij was overduidelijk overleden. “Verdomme, verdomme Adam.. Wat heb je gedaan!” Thomas spitste zijn oren bij een plots geluid. Er klonk geschreeuw van het landgoed af. “Kom, Adam, kom we gaan!” Snel trok hij hem mee, verder de bossen in. Ze renden alsof hun leven er vanaf hing. Thomas had een grote fout begaan, realiseerde hij zich langzaam. Hij moest iets verzinnen, voor hem en voor Adam.
“Dat is het. Dat is de waarheid,” eindigde Thomas. Nick krabde aan zijn kin, twijfelend over het verhaal. “Het verklaart de bewijzen, maar is het genoeg?” Hij dacht na over wat de rechter ervan zou denken. “We moeten Adam vinden, als jij wilt dat je vrijgesproken wordt. Ik vind het alleen lastig te geloven dat onze neef… Dat Adam verantwoordelijk is voor de moord op papa… op zijn opa..” Nick sloot zijn ogen. Hij dacht diep na. “Het is de waarheid. Maar ik zeg niet dat Adam het heeft gedaan! Hij was er, als eerste!” Het verhaal miste nog een puzzelstukje, dat voelde Nick. Maar wat… wat wisten zij nog niet.
Doortje ging zitten. “Daniel, wat was er zo dringend dat ik mijn hele schema moest omgooien voor jullie?” Charlotte sloeg haar benen over elkaar. “Luister Doortje, het is simpel. Wij hebben ergens recht op. We willen het testament zien.” Doortje sloot haar ogen. “Jullie ook al. Waarom is het zo lastig te geloven dat William geen testament had? Alles gaat naar mij, zoals de wet het regelt.” Charlotte tikte ongeduldig met haar vingers op de leuning van haar stoel. “Misschien daarom juist. Jij hebt nog wat macht Doortje. Wie zegt dat je de notaris niet hebt omgekocht om het testament te verzwijgen.” “Dit is belachelijk! Daniel, ben jij het hier mee eens?”
“Wat is er dan, lieve zus?” Sara zette haar spullen weg en besloot te luisteren. “Jonathan heeft me nog steeds niet de waarheid verteld. Ik weet nog steeds niet waar hij precies is geweest en waarom. Papa moet er iets te maken hebben, maar hij geeft niet toe.” Sara keek haar vol medelijden aan. “Lieverd, waarom denk je dat?” “Gevoel…” “Sinds wanneer ben jij zo’n gevoelsmens?” Alexis glimlachte, maar het was niet gemeend. “Ik weet het gewoon niet zeker meer. Ik weet niet of ik verder wil met Jonathan, zoals hij nu is.” “Maar.. je hebt hem zo gemist. Hij is eindelijk terug en nu… “ “Nu had ik gehoopt dat hij niet terug was gekomen, ja. Ik voel zo’n afstand tussen ons… Alsof hij niet terug is. Mijn Jonathan.”
Noortje had alles gehoord. Bovenaan had ze staan luisteren. Dit zou Justin niet leuk vinden. Ze moest het hem vertellen. Zo snel mogelijk. Ze sloop de trap af. Misschien moest ze maar niet naar de tandarts, maar nu meteen door naar school. Dan kon ze Justin alles vertellen en kon hij er iets aan doen. Dan kon hij zorgen dat zijn ouders niet uit elkaar gingen. Hoe graag ze ook, heel egoïstisch misschien, weer zou willen dat zij en Justin iets echt gemeen hadden. Ze hoopte toch dat ze gelukkig waren, allebei. En als Justin dat was, was zij dat ook wel. “Maam!” riep Noortje, om te laten weten dat ze er was. “Ja lieverd, we gaan zo!” klonk het vanuit de keuken. Nog wat geroezemoes en toen was het stil.
Daniel bewoog zijn handen naar zijn slapen en wreef. “Nee, ik ben het hier niet mee eens. Ik ken William goed genoeg. Hij had een plan, dat weet ik zeker. Maar ik denk niet dat het aan ons is. Wanneer hij het tijd vindt.” Doortjes gezicht verwrong. “Hij? Hij is dood, Daniel. Hij is dood en hij vindt niets meer.” Charlotte stond op. “Luister Doortje, wij hebben niets meer. Alles wat we hadden, zat in het bedrijf. Dat is nu failliet. Onze naam is niets meer waard. Wij hebben recht op iets van deze villa!” Doortje begon te lachen. “Ga weg, Charlotte. Je maakt jezelf belachelijk.” Charlotte keek haar furieus aan. “Dit gaat naar de rechter!”
Charlotte beende kwaad de kamer uit. “Geweldig gedaan,” Daniel klapte, maar het klonk sarcastisch. Doortje stond op en liep naar haar boekenkast, waar ze even naar keek. “Ach, kom op. Jullie maken je allebei belachelijk. Wie heeft er sympathie voor de hebzuchtig broer en zus van een gevallen magnaat.” Daniel moest lachen. “De zielige weduwe, die bedrogen is door haar man. Zorg dat je wat van die kilheid verliest, dan win jij het misschien.” Doortje streek wat haar van haar gezicht weg. “Sinds wanneer weet iedereen van Gisele?” “Langer dan jij denkt, lieve schat.” “Noem me niet zo!” hapte Doortje toe. Hij lachte. “Ik laat je nu met rust, maar ik beloof niets voor de toekomst. Als Charlotte gaat, ga ik mee.”
“Justin, Justin!” fluisterde Noortje. Ze klom omhoog. Justin was daarboven, had ze gezien. Het was speelkwartier, maar ze speelden voetbal. Ze hadden dus wel eventjes alleen. “Waarom wilde je me spreken? Waarom die briefjes?” Noortje liep naar hem toe. Justin draaide zich niet om, want hij voelde dat iets niet goed was. Hij keek haar daarom liever niet aan. “Justin…” zei Noortje, die het eigenlijk niet wilde vertellen, omdat ze het pijnlijk vond. “Je moet iets doen! Je ouders, het gaat niet zo goed tussen hen. Je moeder heeft twijfels. Ik wil niet dat jij je vader weer kwijt raakt!” Justin glimlachte, “Dat is lief van je. Ik zei je toch dat ik ook twijfels had. Maar ik heb een plan, dat ze weer bij elkaar gaat brengen.” Noortje klapte in haar handen. “Een plan?! Vertel!”