Hoofdstuk 1:
Hallo simsjes, ik ben Ellis.. Kla..Klapo.. iets met een K in ieder geval. Ik ben hier komen wonen omdat ik door mijn vader uit mijn oude huis ben gekickt.
Hij werd zóó boos om één, klein vergissinkje. Je vader met zijn nieuwe vriendin aanzien voor een stel inbrekers en daardoor de straat wakker maken met een harde gil kan iedereen toch gebeuren?
En tja, dat die nieuwe vriendin uiteindelijk een paspop bleek te zijn..
Omdat mijn pa had gezegd dat je een baan nodig had om in huis te kunnen blijven, ging ik maar naar het gemeentehuis. Kon ik meteen even vragen of ik mocht bellen, zodat ik mijn zakgeld kon vragen aan mijn vader. Dat kreeg je immers als je 18+ was en uit huis ging. Jarenlang heb ik me daar op verheugd, en nu kan ik er eindelijk aanspraak op maken! Jippie.
Uiteindelijk stapte ik uit bij een gebouw dat wel het gemeentehuis móest zijn. Mooi zonnetje op de deur, dat paste echt alleen bij een gemeentegebouw.
Even bleef ik stil staan, het zag er nogal.. leeg uit. Maar wie niet wint die niet waagt.
‘
‘Hallo meneer, waar is de burgemeester?’
‘Sorry meis, ik ben toch echt een vrouw. Maar je komt zeker voor onze baas, de beroemde koppelaar?’
‘Dat denk ik dan, ook al heb ik nog nooit van een burgemeester gehoord die mensen koppelt..’
‘Onze baas meis, geen burgemeester’
Ondertussen kon ik steeds meer sims uit het raam zien, wat verveeld aan het rondlopen. Arme sims, moesten ze gewoon wachten?
Bij mij was de burgemeester tenminste zo aardig om meteen alle databases af te zoeken, dat zei ze tenminste. Zelfs voordat ik mijn sollicitatiespeech kon opzeggen! Alleen die databases afzoeken koste wel 500 simdollars, maar als je dat moest betalen in eh.. Sunset Brook voordat ze gingen zoeken of je een baantje kon krijgen, moet ik dat maar doen, ik wil immers ze niet beledigen of eruit zien als een nieuwkomer.
Uiteindelijk werd ik de deur uitgegooid met een lichtere broekzak en een papiertje waar het telefoonnummer van iemand opstond die ik moest bellen. Waarschijnlijk de burgemeester, dat verklaarde misschien ook die 500 simdollars.
De telefooncentrale hier in Sunset Valley zal waarschijnlijk enorm duur zijn geworden door de Schaapjes-crisis – zó zielig, omdat een idioot alle geldkluizen had gevuld met schapen inplaats van geld kreeg Sunset Valley iets van schaap te kort- en moest je 500 simdollars betalen om hem te bereiken! Dat zal het wel zijn. In ieder geval, ik kreeg een soort wegwerp mobiel waar ik 1 gesprek mee kon voeren. Daar gaat mijn zakgeld eis.
‘Hallo meneer de burgemeester. U spreekt met Ellis Klapvoet. Ik bedoel Klappord’
‘..’
‘Nee meneer! U móet de burgemeester zijn. Misschien heeft u last van geheugenverlies, maar u moet de burgemeester zijn!’
‘..’
‘Dit is géén flauwe grap. Ik zoek een baantje, en u moet ervoor zorgen!’
‘..’
‘Niet oph-..’ Tss, die gozer heeft gewoon opgehangen. Die verdient het niet eens om burgemeester te zijn.
Beteuterd haalde ik de mobiel van mijn oor af en gooi de mobiel in een al aardig volle prullenbak. Mis,hij balanceert nog even op een blikje fris en valt dan hup, naast de prullenbak op de voet van een zwerver. Die kijkt verschrikt op.
‘En daarna hing de burgemeester op’ bang voor een boze blik van die zwerver heb ik mijn levensverhaal maar aan een nette man in pak verteld. Hij vond het niet echt interessant, maar ja.
Hij kijkt me eerst aan of ik een grapje maak en schiet dan in een bulderende lach.
‘Dit is een kuuroord, en die jongenman die je belde is een date’
Shit. Dus ik ben zolang bezig geweest met een date? Waarom doen ze er dan ook een zon op de voordeur, dan vraag je om problemen.
Eindelijk thuis zit ik televisie te kijken op een keiharde bank. Ik had nooit moeten zeggen dat ze hem wel mochten inrichten, ik zit eenmaal in Sunset Brook. Ik bedoel Twinbrook. Nee, daar kom ik net vandaan.. Iets met Sunset.
Opeens verschijnt er een knappe man op het zwart-witte, prehistorische scherm.
Mijn gedachten gaan weer terug naar de burgemeester die de burgemeester niet was. Als die gozer eerder had gezegd dat ik bij het kuuroord zat, had ik tenminste een date.
Want ik wou wel graag een vriendje..
Mijn nagels trekken samen in mijn vel. Waar zijn leuke jongens? Niet bij het kuuroord in ieder geval. Het park lijkt me wel wat, het is immers zondagmiddag.
Wat later dan gepland omdat ik weer verdwaalde schud ik de hand van een gespierde jongen.
Mijn moeder brabbelde altijd wat over liefde op het eerste gezicht, dus schudde ik de hand van degene die ik het eerst zag. Afgezien van een meisje die voor me een politieagent stond uit te schelden wegens een parkeerbon.
Ik tuitte mijn lippen en boog naar hem toe. Klaar voor een kus, net zoals op die film. Ik sloot mijn ogen.. En in plaats van warme lippen voelde ik alleen maar lucht.
‘Wat doe jij nou weer?’ vroeg hij verbijsterd. Als je niet eens genoeg verstand hebt om dat te raden, vertel ik het je maar niet, wou ik zeggen.
‘Je kussen’ antwoorde ik stilletjes.
‘Ben je gek geworden, ik ken je niet eens’ hij had blijkbaar niet een hele tijd zijn blinddoek opgehad, of hij kende het begrip ‘gezicht op de eerste liefde ‘ niet.
‘Maar dat moet. Je moet zoenen met je eerste liefde die je ziet’ zei ik sip.
Hij voelde zich duidelijk ongemakkelijk. Blijkbaar was hij dat helemaal vergeten, en had hij nu spijt.
Tja, dan heb je geluk dat een vrouw je eraan herinnert hè.
‘Maar hem zag je het eerst. Waarschijnlijk was je dat vergeten’ hij wees naar een jongen.
Het zou kunnen, ik had immers geen topgeheugen. Nog een keer keek ik naar de man die ik had geprobeerd te zoenen.
‘Weet je het zeker?’
‘Zeer zeker’
Ik hupte opgetogen naar de jongen toe, klaar voor een nu wel beantwoorde zoen..