Echt heel erg bedankt voor alle reacties! En natuurlijk volgt er nu ook een update, zoals ik beloofd heb!
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Moeizaam stond ik op. Ik had best wel pijn in mijn benen. Verbaasd keek ik de omgeving rond. Waar was ik? Dit leek niet op mijn thuis of het ruimteschip. Wat was er in hemelsnaam gebeurd?
Ik liep naar mijn ruimte-auto toe. Helemaal kapot!
Ik zuchtte. Hoe kon ik dit in hemelsnaam maken? En hoe wist ik waar ik was? Dit schoot niet op.
Een man maakte zijn dagelijkse wandelingetje. Hij had de vrouw al gezien toen ze bewusteloos was. Nu was ze opgestaan. Zachtjes liep hij naar haar toe, over de krakende takjes onder zijn voeten.
Toen besloot hij te rennen. Hij was nog sneller bij haar dan verwacht.
Ik draaide mij om, want ik hoorde voetstappen. Voor mij stond een bleek, vreemd wezen. "Hallo!" zei hij. "Mijtakouhn ohifheiai nfooginngi ofofogbnsaani isigooogn iffif" zei ik voorzichtig. De man keek mij vreemd aan.
Toen begon ik in dezelfde taal als de man te praten. "Oh, sorry. Jij spreekt dus ook Normaleisia's?" vroeg ik. De man keek mij nog vreemder aan. "Uhm, deze taal heet Nederlands hoor." zei de man. "Kan ook. Bij ons heet het Normaleisia's. Kunt u mij trouwens helpen? Mijn ruimte-auto is stuk en ik weet niet waar ik ben." vertelde ik.
Ik bekeek de man nog eens goed. Hij had een vreemde haarkleur en groene ogen. Hij was erg bleekjes en hij had witte kleding aan. Ondertussen vertelde de man een heel verhaal. "Je bent hier op de Aarde. En wat is een ruimte-auto? Het is gewoon een normale auto, mevrouw." "Een normale auto? Wat denkt u wel niet? Deze auto bezit een kracht die u nooit zal kennen! Beledig mijn ruimte-auto nooit meer!" zei ik. Wat dacht die man wel niet? Een ruimte-auto een normale auto te noemen! "Oke, sorry mevrouw. Ik heb alleen een vraag: Wie bent u en waarom heeft u zo'n vreemd kostuum aan?"
"Wat? Een kostuum! Dit is geen kostuum! En ik ben wel helemaal prinses Nyssina van de planeet Normaleisia! Hoe durft u zo tegen mij te praten?" "Oke, oke, sorry mevrouw." "Oke, het is al goed." Er verscheen een glimlach op mijn gezicht. "Maar uhm, kunt u mij nou helpen? Ik zit gevangen op de Aarde en straks kan mijn vader mij niet meer bereiken. En dan.." ik zuchtte. "Nou, ik wil u best wel helpen, mevro-, Nyssina bedoel ik. U moet dan wel meekomen, want andere mensen mogen u niet zien. U zal dan een attractie of iets dergelijks worden, dus we moeten opschieten." "Oke! Fijn dat u wilt helpen."
Toen renden we allebei weg. De man voorop en ik daarachter, op weg naar een veilige plek.