HOOFDSTUK 7: “Dit is er met je gebeurd.”
Byantha hoorde stemmen. Ze wist niet meer wat er was gebeurt, maar dat ze pijn was, dat wist ze maar al te goed. En alleen was ze ook niet. Ze hoorde de harde lach van Caro. Die kon je niet missen
“C-caro?”
“Oh, Abriël, ze is wakker! DOKTEEEERRRRR!”
Byantha keek over de rand van een onbekend dekbed heen, naar haar beste vriendin en grote liefde.
Al na hooguit een minuut kwam de dokter binnen.
“Ze zei mijn naam,” zei Caro enthousiast tegen de dokter.
“Is ze nu dan definitief wakker?” vroeg Abriël.
“Dat lijkt er wel op ja,” antwoordde de dokter. Hij liep naar het bed.
“Byantha, kan je me horen,” vroeg hij.
“J-ja,” antwoordde Byantha met een beverig stemmetje.
Byantha’s botten deden allemaal pijn, tenminste… Alle botten boven haar middel deden pijn, want verder naar onder voelde ze niets meer.
“W-wat is er gebeurd me-met mij?”
De dokter keerde zich om naar Abriël en Caro.
“Het is beter als jullie even gaan, dan leg ik alles uit.”
Abriël gaf Byantha een zoen op haar mond, Caro op haar voorhoofd en samen liepen ze naar buiten. De dokter ging op een krukje zitten.
“Byantha, wat er met jou gebeurd is, is niet zo fijn. Als je wat wil vragen, kan dat.”
Byantha knikte.
Wat is er dan in vredesnaam aan de hand? Vroeg ze in gedachten.
“Byantha, je bent door een auto geschept. Waarschijnlijk weet je dat niet meer. Je bent een paar dagen buiten westen en nu komt het slechte nieuws. Wil je dat ik het nu vertel?”
“Ja, ik wil het graag weten.”
“Nou, je bent verlamd, vanaf je middel.”
Byantha grinnikte. Ja, vast. Verlamd. Zij. Wat een flauwe grap.
“Byantha, het is geen grap. Je bent aan je benen verlamd. Je kan ze ook niet voelen, of wel soms?”
Byantha streelde met haar hand over haar benen. Ze voelden als een soort rubberen buizen.
“Je bent een stuk meegesleurd door de auto. Dat heeft je ruggengraat aangetast.”
Er biggelde een traan over Byantha’s wang.
“Voortaan zal je het moeten doen met een rolstoel. In het begin zal het zwaar zijn, maar het went. Natuurlijk duurt het even om het te verwerken. Ik zal je rolstoel halen.”
Byantha wilde huilen, maar niet waar de dokter bij was. Het voelde als één grote grap.
Niet veel later kwam de dokter binnen met een rolstoel.
“Hiermee beweeg je je voortaan. Als je bent hersteld krijg je hulp van fysiotherapeut, die zal je helpen met alles wat er bij een rolstoel komt kijken. Ik laat je nu even alleen. Als er wat is, druk op het rode knopje naast je bed.
Byantha glimlachte naar de dokter, maar toen hij eenmaal weg was barstte ze in snikken uit. Ze wilde de rolstoel een trap geven, maar dat kon natuurlijk niet. Ze verborg haar hoofd in het kussen. Ze zou nooit meer kunnen dansen. Haar droom spatte uiteen. Haar leven stortte in. Ze zou voor altijd zitten. En het beviel haar absoluut niet!
Tadaaa :bloemetje
Naar de inleiding