Felezuri II: De redding ~ Hoofdstuk 6 - einde - online
Geplaatst: zo 02 sep 2012, 15:03
Hoofdstuk 1
Ik bekeek mezelf in de spiegel, ik zag er veel beter uit nu, dan in dat vieze, paarse jurkje waarin ik bijna bevroor. De dienstmeisjes van de koning en koning hadden mij naar deze kamer gebracht en mij andere kleren gegeven, plus een ander kapsel. Ik moest toegeven, ze hadden het heel mooi gedaan.
Ik hoorde de deur opengaan. “Wie is daar?” Riep ik. De deur ging langzaam verder open, maar ik had nog geen antwoord gekregen. Ik zuchtte zachtjes en herhaalde mijn vraag. “Wie is daar?”
Toen draaide ik me om, ik zag dat het Demino was. Hij had een speelse lach op zijn gezicht. “Waarom kijk je zo geërgerd, Merilya?” Tegenwoordig noemde iedereen mij ‘Merilya’, maar ik kon niet zo goed wennen aan die nieuwe naam, eigenlijk. Ik keek Demino aan en zuchtte nogmaals. “Omdat jij zo sneaky binnenkwam en ik bezig was.”
Demino kwam wat dichter naar me toe en gaf me een kus. “Ach, Merilyaatje, toch, maak je niet druk.” Fluisterde hij liefjes. Dat druk maken, deed ik natuurlijk wel. Sinds mijn beslissing voelde ik me vreemd, ik wist niet zo goed wat te doen nu. Ik bedoel, wanneer was die aanval in hemelsnaam? Wat moest ik doen? Wat als ze de verkeerde hadden uitgekozen?
In plaats van te vertellen wat me dwars zat, glimlachte ik alleen maar. “Demino, heb je zin om met mij te gaan wandelen?” Vroeg ik. Hij knikte. “Maar natuurlijk, lieve Merilya. Met jou altijd. De zonsondergang in Felezuri is altijd prachtig!”
We liepen door de straatjes, bossen en kleine weilanden van Felezuri. Het was werkelijk prachtig hier. De zon ging langzaam onder, terwijl ik genoot van alles om me heen, samen met Demino. Dit was gewoonweg perfect, niets zou dit nog kunnen verpesten!
“He kijk! Een ijscoman! Laten we erheen gaan!” Zei ik enthousiast. Ik begon al te rennen. “Merilya, wacht! Niet zo snel, het is maar een ijscowagen.” Zuchtte Demino, terwijl hij achter mij aan begon te rennen. “Maar een ijscowagen? Ik ben dol op ijsjes!” Riep ik terug.
“Ik wil graag dat aardbeiensoftijsje, met van die feestversiering erop!” Zei ik tegen de ijscoman. Hij zag er vriendelijk, maar oud uit. Hij knikte en schepte wat ijs op een hoorntje. Ik was veel te enthousiast om te kijken, zo benieuwd was ik naar Felezuriaanse ijsjes.
“Alstublieft, jonge dame. Veel plezier ervan. Dat is dan een Fea, alstublieft.” Zei de man. Ik schrok, ik had niet zo snel aan geld gedacht, eigenlijk. “Alstublieft.” Ik schrok, maar toen zag ik dat Demino voor mij betaalde. Hij overhandigde het geld en knipoogde naar mij.
We liepen weg, ik likkend aan mijn ijsje, hand in hand met Demino. “Waarom neem jij niets? Deze ijsjes zijn gewoonweg heerlijk!” Riep ik blij uit. Demino zuchtte. “Vooruit dan maar.”
Hij liep langzaam naar de ijscowagen en bestelde ook een ijsje. Ik hoorde hem praten en betalen, maar toen volgde er een stilte. Ik maakte er me er niet druk om, hij was natuurlijk veel te druk met zijn ijsje.
Maar toen liet ik mijn ijsje vallen. “Oh nee! Demino, kijk, hij viel!” Riep ik verdrietig uit. Mijn o zo lekkere ijsje was op de grond gevallen. Ik zuchtte en keek verdrietig naar het ijsje. Ik kreeg geen antwoord van Demino, maar hoorde wel dat de ijscowagen wegreed. “Demino?” Riep ik nog een keer, maar nog steeds geen antwoord. Ik draaide me om, en zag niets.
Ik gilde. Waar was Demino? Geschrokken keek ik in het rond? “Demino? Demino!” Schreeuwde ik bang. Waar was hij? Als dit een spelletje was, werd ik zo kwaad op hem. Maar het was helaas geen spelletje, hij was echt weg.
De ijscowagen reed op volle snelheid weg. Natuurlijk! Die ijscowagen had Demino ontvoerd! “He jij, stilstaan! Geef Demino terug!” Schreeuwde ik boos naar de gekleurde wagen. Ik begon te rennen, steeds harder.
“Stilstaan jij!” Schreeuwde ik, “Stilstaan!” Ik klonk steeds wanhopiger, en begon langzamer te rennen. Ik raakte uitgeput, maar hield toch vol. Ik moest Demino redden. Het was waarschijnlijk een lachwekkend gezicht, een jong meisje, rennend achter een vermomde ijscowagen. Het kon me niet schelen, Demino zat daarin en ik wilde hem terug. Nu meteen.
Ik bekeek mezelf in de spiegel, ik zag er veel beter uit nu, dan in dat vieze, paarse jurkje waarin ik bijna bevroor. De dienstmeisjes van de koning en koning hadden mij naar deze kamer gebracht en mij andere kleren gegeven, plus een ander kapsel. Ik moest toegeven, ze hadden het heel mooi gedaan.
Ik hoorde de deur opengaan. “Wie is daar?” Riep ik. De deur ging langzaam verder open, maar ik had nog geen antwoord gekregen. Ik zuchtte zachtjes en herhaalde mijn vraag. “Wie is daar?”
Toen draaide ik me om, ik zag dat het Demino was. Hij had een speelse lach op zijn gezicht. “Waarom kijk je zo geërgerd, Merilya?” Tegenwoordig noemde iedereen mij ‘Merilya’, maar ik kon niet zo goed wennen aan die nieuwe naam, eigenlijk. Ik keek Demino aan en zuchtte nogmaals. “Omdat jij zo sneaky binnenkwam en ik bezig was.”
Demino kwam wat dichter naar me toe en gaf me een kus. “Ach, Merilyaatje, toch, maak je niet druk.” Fluisterde hij liefjes. Dat druk maken, deed ik natuurlijk wel. Sinds mijn beslissing voelde ik me vreemd, ik wist niet zo goed wat te doen nu. Ik bedoel, wanneer was die aanval in hemelsnaam? Wat moest ik doen? Wat als ze de verkeerde hadden uitgekozen?
In plaats van te vertellen wat me dwars zat, glimlachte ik alleen maar. “Demino, heb je zin om met mij te gaan wandelen?” Vroeg ik. Hij knikte. “Maar natuurlijk, lieve Merilya. Met jou altijd. De zonsondergang in Felezuri is altijd prachtig!”
We liepen door de straatjes, bossen en kleine weilanden van Felezuri. Het was werkelijk prachtig hier. De zon ging langzaam onder, terwijl ik genoot van alles om me heen, samen met Demino. Dit was gewoonweg perfect, niets zou dit nog kunnen verpesten!
“He kijk! Een ijscoman! Laten we erheen gaan!” Zei ik enthousiast. Ik begon al te rennen. “Merilya, wacht! Niet zo snel, het is maar een ijscowagen.” Zuchtte Demino, terwijl hij achter mij aan begon te rennen. “Maar een ijscowagen? Ik ben dol op ijsjes!” Riep ik terug.
“Ik wil graag dat aardbeiensoftijsje, met van die feestversiering erop!” Zei ik tegen de ijscoman. Hij zag er vriendelijk, maar oud uit. Hij knikte en schepte wat ijs op een hoorntje. Ik was veel te enthousiast om te kijken, zo benieuwd was ik naar Felezuriaanse ijsjes.
“Alstublieft, jonge dame. Veel plezier ervan. Dat is dan een Fea, alstublieft.” Zei de man. Ik schrok, ik had niet zo snel aan geld gedacht, eigenlijk. “Alstublieft.” Ik schrok, maar toen zag ik dat Demino voor mij betaalde. Hij overhandigde het geld en knipoogde naar mij.
We liepen weg, ik likkend aan mijn ijsje, hand in hand met Demino. “Waarom neem jij niets? Deze ijsjes zijn gewoonweg heerlijk!” Riep ik blij uit. Demino zuchtte. “Vooruit dan maar.”
Hij liep langzaam naar de ijscowagen en bestelde ook een ijsje. Ik hoorde hem praten en betalen, maar toen volgde er een stilte. Ik maakte er me er niet druk om, hij was natuurlijk veel te druk met zijn ijsje.
Maar toen liet ik mijn ijsje vallen. “Oh nee! Demino, kijk, hij viel!” Riep ik verdrietig uit. Mijn o zo lekkere ijsje was op de grond gevallen. Ik zuchtte en keek verdrietig naar het ijsje. Ik kreeg geen antwoord van Demino, maar hoorde wel dat de ijscowagen wegreed. “Demino?” Riep ik nog een keer, maar nog steeds geen antwoord. Ik draaide me om, en zag niets.
Ik gilde. Waar was Demino? Geschrokken keek ik in het rond? “Demino? Demino!” Schreeuwde ik bang. Waar was hij? Als dit een spelletje was, werd ik zo kwaad op hem. Maar het was helaas geen spelletje, hij was echt weg.
De ijscowagen reed op volle snelheid weg. Natuurlijk! Die ijscowagen had Demino ontvoerd! “He jij, stilstaan! Geef Demino terug!” Schreeuwde ik boos naar de gekleurde wagen. Ik begon te rennen, steeds harder.
“Stilstaan jij!” Schreeuwde ik, “Stilstaan!” Ik klonk steeds wanhopiger, en begon langzamer te rennen. Ik raakte uitgeput, maar hield toch vol. Ik moest Demino redden. Het was waarschijnlijk een lachwekkend gezicht, een jong meisje, rennend achter een vermomde ijscowagen. Het kon me niet schelen, Demino zat daarin en ik wilde hem terug. Nu meteen.