Hoofdstuk 1 - deel 5
Het is stil, ik zit als enige in een kale, witte en holle verhoor ruimte. De kamer is kil en klein en van verwarming hoef je hier niet te spreken. Een blonde, hooguit 30-jarige vrouw staat voor het raam, ze kijkt naar me, hoe ik adem, hoe ik knipper. Een piepend geluid klinkt als de deur van de kamer open gaat. Dezelfde politieman als uit het café kwam binnenlopen, stil en zwijgend. "Mevrouw de Bruin?" vraagt hij met een emotieloos gezicht. Ik knik ter bevestiging.
"Het ongeluk vond plaats in de nacht van 7 december?" vraagt de politieman, die zich nog niet eens heeft voorgesteld. Het verhoor is inmiddels al een half uur bezig, en de dader heeft nog geen glimp van zich laten zien. Ik voel woede, haat en nog meer emoties die ik niet allemaal thuis kan brengen. Ik weet niet hoe ik reageer als ik de man zie die met dit alles heeft aangedaan. Wat nou als het Leo is? Zou dat kunnen? Nee denk ik bij mezelf, dan hadden ze hem wel meegenomen toen we in het café zaten, dat stelt me gerust.
De politieman komt dichterbij en buigt zijn hoofd zo dicht naar me toe dat ik zelfs bang ben om adem te halen. Mijn hart bonkt in mijn keel. "Als u niet meewerkt, kunnen er nare dingen gebeuren.." fluistert hij. Op dat moment heb ik geen besef meer van wat ik doe, ik spring op en begin te schreeuwen. "Waarom moeten jullie mij hebben!? Ik ben het slachtoffer, ik ben zwanger! Waarom zoeken jullie die dader niet!? Waarom ben ik hier überhaupt eigenlijk!?" kraam ik uit. De man deinst achteruit, hij had dit overduidelijk niet zien aankomen.
Hij kijkt me verbaasd aan, alsof ik net dingen heb gezegd die helemaal nergens op slaan. Mijn reactie was misschien wat overdreven, maar ik had wel gelijk, en dat besefte hij maar al te goed. Na een kwartier staren staat hij weer op, hij loopt naar me toe en zegt dat ik op moet staan, ik gehoorzaam, er zit niks anders op. Hij pakt mijn handen en wil wat gaan zeggen, maar ik sta het niet doe, ik duw zijn handen weg en werp een nijdige blik toe. De vrouw achter het raam ziet alles, maar ze grijpt niet in... De man blijft me aanstaren, met een blik die zelfs iemand met de meeste levenservaring niet zou begrijpen.
Ik zucht en kijk op mijn mobiel, het is half 1, ik ben verschrikkelijk moe. Ik wil naar huis, weg van dit politiebureau, van deze kleurloze ruimte. Ik wil mijn bed in kruipen, maar dat kan nog wel even duren. De man staat op, hij loopt naar de deur en haalt zijn pasje door het beveiligingssysteem. Een groen lampje knippert en hij loopt naar buiten. Nog geen 5 seconden later staat hij voor het raam, hij begint te praten met de politievrouw. Ik zie hun monden bewegen, maar ik kan niks horen. "Ik wil naar huis, ik wil terug naar Sunset Valley..." zeg ik tegen mezelf.
Ik zit wat rond te staren in de kamer als ik zie dat beide agenten opkijken richting de receptie. Iemand roept ze, niet dat ik dat kan horen, maar je ziet het aan hun gezichtsuitdrukkingen. "Zou dat hem zijn" zeg ik en ik wil opstaan, maar besluit daar nog even mee te wachten. De vrouw doet een stap achteruit en kijkt de verhoorkamer in via het raam, maar ze meid oogcontact met me. De man draait zich om en wacht tot iemand de gang binnen komt lopen. Ik sta op om beter zicht te krijgen, maar stop met ademen als ik de man die aan komt lopen zie. Mijn hart begint met een enorm tempo te bonken en ik hou mijn adem in. "Wat doet Leo hier?" vraag ik zachtjes.
Update volgt snel wat ik wil de vaart erin houden, geef je mening a.u.b
!